echocardiografie Flashcards

1
Q

Eigenschappen van echografie

A
  • Werkt met ultrageluid
  • Snelheid = golflengte x frequentie
  • Hogere transducer frequentie: betere resolutie, maar laag doordringingsvermogen en andersom.
  • Lucht houdt het beeld tegen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Drie verschillende echttechnieken?

A

M-mode, 2D en 3D

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe werkt M-mode

A

Parasternaal, snede door de linkerkamer op niveau van mitralis- en aortaklep.
Bij hoogte aortaklep zie je de thoraxwand, de rechterventrikel vrije wand, de uitstroombaan, de aortaklep en de aorta. Op hoogte mitralisklep zie je het voorste en het achterste mitralisklepblad.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is links parasternaal?

A

hiermee komt de linker kant van het hart goed in beeld en kan werking van de mitralisklep en aortaklep in de linker kamer geanalyseerd worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is de parasternale lange as?

A

de verticale as van het hart komt in beeld en dan zie je de mitralisklep en de aortaklep en de linker kamer en boezem.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is de parasternale korte as?

A

de horizontale as van het hart komt in beeld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Noem de vijf transducer posities

A
  • Links parasternaal
  • Suprasternaal
  • Rechts parasternaal
  • Subcostaal
  • Apicaal, vanuit de apex (hiermee kunnen de 4 ruimtes worden gezien)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Waarvan is de beeldkwaliteit afhankelijk

A

positie van het hart, de ribben, luchthoudendheid longen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat geeft een 2D parasternale as-opname

A

Je kan de grootte van de kamers en de dikte van de wanden zien. Je kan ook zien of de kleppen goed sluiten en opengaan. En ook of het hart goed samenknijpt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is een myxoom

A

Een massa goedaardige tumor, in het linkeratrium en het zit me een klein steeltje vast aan het endocard. Hierdoor is er een heel laag slagvolume door een instroombeperking.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is tamponade?

A

Als het hartzakje zo vol zit dat het de pompfunctie van het hart belemmerd. Dit kan optreden bij pericarditis. Dit is op een echo te zien door een zwarte omlijning.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat gebeurd er bij een amicaal hartinfarct?

A

De apex van het hart staat stil. In de apex kan dan een trombus zijn gevormd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het Doppler effect?

A

Als iets wat geluid maakt naar je toe komt, hoor je dit geluid met een hogere frequentie dan wanneer het geluid van je af gaat. Dit geld ook voor bloed. Hiermee kan je de richting en snelheid van bloedstroom in het lichaam bepalen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat kan de systolische functie bij een echo over het hart zeggen?

A

 Ejectiefractie = (EDV – ESV /EDV) x 100%
 Normale ejectiefractie ligt boven de 55%.
 Ondanks een goede ejectiefractie kan er toch sprake zijn van hartfalen. Dit kan door stijfheid van de hartspier en sterke volume afname door hypertrofie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat kan de diastolische functie bij een echo over het hart zeggen?

A

 Bij gezonde harten is de vroege- passieve vulling groter dan de late, actieve vulling (door boezemcontractie)
 Bij mensen met boezemfibrilleren is er helemaal geen late, actieve functie van de boezems.
 Mensen waarbij de passieve vulling minder goed werkt, hebben een grotere kans op boezemfibrilleren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat kan er aan de hartkleppen worden gezien in een echo?

A

 Aortakelp kan uit klepbladen bestaan in plaats van drie klepbladen: bicuspide aortaklep.
 Stenose = klep gaat minder goed open
 Insufficiëntie = klep sluit niet goed (klep lekt)
 Als een klep niet meer goed opent, gaat de bloed sneller lopen. Er gaat wel minder doorheen.

17
Q

Wat wordt er gezien bij pericarddeffusie?

A

 Vocht in pericard zorgt voor hoge drukken rondom het hart, waardoor het hart niet goed kan ontspannen en vullen.

18
Q

Wat is hypertrofische cardiomyopathie?

A

De hartwand is verdikt

19
Q

Wat is gedilateerde cardiomyopathie?

A

Linkerventrikelholte is vergroot