ionkanalen tot hart potentialen Flashcards

1
Q

verschillende actiepotentialen

A

zenuwcel/skeletspiercel= kort, binnen miliseconde voorbij
ventriculaire/atriale hartspiercel= snelle depola, daarna kleine repola en daarna plateufase
pacemaker cel= lange repola en refractaire periode

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe ontstaat een actiepotentiaal in een zenuwcel of skeletspiercel

A

Na kanalan kortstondig open–> Pna stijgt–> Na ionen stromen cel in Vm wordt positief (depolarisatie).
Door depola stijgt Pk ook, K ionen stromen naar buiten
refractaire periode doordat K kanalen later sluiten dan Na kanalen.
refractaire periode komt overeen met re-actievatiefase van Na kanalen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoe onstaat een actiepotentiaal in in ventriculaire hartspiercel ?

A

Na kanalan kortstondig open–> Pna stijgt–> Na ionen stromen cel in Vm wordt positief (depolarisatie). Na-kanalen snel weer dicht.
Door depola stijgt Pk ook, K ionen stromen naar buiten

even later Ca kanalen open --> Pca gaat omhoog.
daardoor plateufase (Ca en K in evenwicht). op een gegeven moment Ca kanalen sluiten--> repolarisatie door K, tot rustmembraanpotentiaal
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

opbouw kanaaleiwitten

A

opgebouwd uit 24 transmembraanhelices. 1 kanaal bestaat uit setjes van 6 helixen. 1 vd 6 (middenin) is S4-helix. S4-helix is positief geladen en richt zich tegen het negatief geladen gedeelte. Dus bij rustmembraan richting intracellulaire zijde en tijdens depola richting extracellulaire zijde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wanneer gaat ionkanaal open/dicht

A

Bij depola (binnenkant cel wordt +)–> sensor gaat zich naar buiten bewegen (want + en + stoot af)= ionkanaal gaat open

kanaal gaat dicht als buitenkant - geladen is, dan wordt deel van eiwit (soort balletje) naar binnen getrokken

terug naar oude stand, bal moet verdwijnen–> gebeurt bij repolarisatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

NCX in hartspiercellen

A

tijdens depolarisatie: 3 Na eruit en Ca erin
tijdens repolarisatie: 3 NA erin en Ca eruit

omdat elektrochemische potentialen van Na en Ca zo dicht bij elkaar liggen, kan je richting waarin ze stromen door membraanpotentiaal regelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

actiepotentialen in pacemakercellen

A

In SA/AV knoop en purkinjecellen. Zijn automatische activatie van actiepotentialen (geen drempel)

begint met If (na kanaal), dan depola door Ca(L-type), repola door K, daarna weer If en Ca-kanalen (T-type)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is effect van parasympaticus op pacemaker actiepotentiaal

A

minder vaak depolarisatie

heeft invloed op

If en Ica remmen en Ik stimuleren–> hartfrequentie neemt af

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

verhoging extracellulaire K concentratie

A

spiertetanus, hartritmestoornisse of een hartstilstand= hyperkaliëmie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly