neuronen en glia Flashcards

1
Q

waaruit bestaat een neuron?

A

dendrieten(ontvangst), axon(1 uitloper die kan splitsen),, soma, zenuweindiging(met synapsblaasjes), synaps(pre en post en synapsspleet

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is glia

A

steunweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

hoe wordt de sterkte van de prikkel geregeld

A

frequentie van de potentiaal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat zijn gliacellen

A

neuronen buiten het CNS

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waar gaat neurotransmitter na afloop naartoe

A

wordt afgebroken, afbraakproducten in bloedbaan, celeindiging maakt nieuwe neurotransmittters

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kan cel meerdere soorten neurotransmitters bevatten

A

nee, maar 1

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

afferent

A

naar toe (vaak sensibel)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

efferent

A

vanaf (vaak motorisch)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

visceraal

A

(autonoom)gebieden afkomstig embryonale kiewboog

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

somatisch

A

(niet-autonoom)rest; huid en dwarsgestreepte spieren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

verschil gliacellen en neuronen

A

glia: 2-10x zo talrijk, kunnen zich vermenigvuldigen, geen axon
neuronen: niet vermenigvuldigen,

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

2 soorten myelineschede

A

oligodendrocyten= centraal

schwann cellen= perifeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

wat is neuropil

A

plaat in grijze stof waar geen cellichamen bevinden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

wat is een tractus

A

een vezelbundel met dezelfde soort info

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat is een vezel

A

bundel axonen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat zijn de verschillende soorten centralegliacellen en wat is hun functie (4)

A

oligodendrocyten= myelineschede

astrocyten= bloed hersen barriere

microglia= fagocytose, littekenvorming

ependymcellen=liquorproductie

17
Q

wat zijn de soorten perifere gliacellen en wat is hun functie? (2)

A

satelliet cellen= support neurenen, betrokken bij herstel na beschadiging
Schwann cellen= myelinesschede