milieu interieur homeostase Flashcards
homeostase
constant en optimaal houden van interne milieu
straling
radiatie; met voorwerpen op afstand
geleiding
conductie; met contact stilstaand medium
stroming
convectie; door contact met bewegend medium (bv lucht)
verdamping
evaporatie; door onttrekking van warmte via vocht (bv zweten)
milieu interieur
extracelullulaire vloeistof/weefselvloeistof/interstitiele vloeistof
10-15 L
milieu exterieur
vloeistof zweetklieren, darmstelsel, urine…
setpoint
standaard T, 36,8 graden met 0,5 graden naar boven en naar onder
waar liggen centrale thermosensoren
hypothalamus, autonoom zenuwstelsel
wat als waarde centrale thermosensoren niet overeenkomt met setpoint
proportioneel aan de grootte van dit verschil wordt een signaal afgegeven aan effectoren–> stellen warmteproductie en afgifte bij
hypothermie
warmte afgifte> warmte productie. LichaamsT daalt , 35 graden
hyperthermie
warmte afgifte< warmte productie. LichaamsT verhoogd
regulatie warmte afgifte door autonoom zenuwstelsel
hoge T: verhoogde huiddoorbloeding + zweten acetylcholine sympatische activatie muscarine receptoren van zweetklieren (uitzondering) ook vasodilatie (hoe dit tot stand komt=onbekend)
regulatie bij hypothermie
activatie adrenerge sympatische vezels door (nor)adreline bindt aan a1-receptoren–> vasoconstrictie
waar zitten T sensoren in hypothalamus
area preoptica