hemodynamica Flashcards

1
Q

fysische kenmerken circulatiesysteem

A

gesloten systeem: rust 5l/min, sport 25l/min
bloedvolume ong 6 liter
bloed= heterogene vloeistof met visceuze eigenschappen
hoge perifere vaatweerstand

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waardoor is voet in druk hoger dan rest van lichaam?

A

door hydrostatische druk= zwaartekracht

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

continuïteitsvergelijking

A

Va=Va= constant

daardoor bij groter opp in capillairen is snelheid lager

ook hierdoor blijft flow overal hetzelfde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

plasma-skimming effect

A

door laminaire stroming van bloed zitten erytrocyten in het centrum van het vat. Bij een vertakking zullen daarom relatief minder erytrocyten schieten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

laminaire stroming

A

bloed is visceus en daardoor stroomt het bloed in het midden van het bloedvat het snelst

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

turbulente stroming

A

bloed dat als werveling door vat stroomt. Kan na vernauwing of tijdens sporten. Turbulentie kost extra druk. Is met stethoscoop als ruis te horen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

consequente turbulentie

A
energieverlies--> hart moet harder werken
beschadigingen vaatwand
trombose vorming
optreden vaatgeruis
vaattrillingen voelbaar
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Getal van Reynolds

A

als Re <2000=laminair

>3000= turbulent

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

in welk vat is drukverval het hoogst

A

arteriolen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

compliantie

A

eenheid voor elasticiteit van het vat

wordt kleiner naarmate je ouder wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

pulsdruk

A

Ps-Pd= drukverschil op 1 plaats

hoe kleiner compliantie, hoe hoger pulsdruk wordt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

pulsdruk toepassingen

A

bij inspanning stijgt HF en gem druk, pulsdruk blijft gelijk

bij vaatvernauwing stijg gem. druk en blijft polsdruk gelijk

bij aortaklepinsufficeintie daalt gem druk en daalt polsdruk

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly