ZO 8.5 Borstvoeding Flashcards

1
Q

U bent kinderarts in een drukbezocht streekziekenhuis. U bent aanwezig op de voorlichtingsavond voor toekomstige ouders. Na afloop stellen ouders vragen. Eén stel vraagt wat het huidige advies is ten aanzien van de keuze voor borstvoeding of flesvoeding (kunstvoeding). U antwoordt dat de voorkeur uitgaat naar borstvoeding.
Benoem de belangrijkste argumenten voor de keuze voor borstvoeding.

A

De voordelen van moedermelk zijn aangetoond op het gebied van infecties en immunologie, voedingsproblemen, hersenontwikkeling, metabool syndroom en moeder-kind interactie. Bij de prematuur komt daar bij dat de kans op necrotiserende enterocolitis, een potentieel levensbedreigende darmontsteking, groter is wanneer geen moedermelk wordt gegeven. Er zijn ook maternale voordelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

U noemde onder andere een positief effect op infecties. Dit berust op de unieke immunologische eigenschappen van moedermelk, door de aanwezigheid van immuunfactoren. Benoem de immuunfactoren die aanwezig zijn in moedermelk.

A

Onder andere:
- Eiwitten: immuunglobulinen (secretoir IgA), lactoferrine, lysozyme
- Cellen: macrofagen, lymfocyten
- Pre- en probiotica

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Eén van de aanwezige zwangeren vraagt hoe vaak ze haar kind aan moet gaan leggen na de geboorte. Wat is het advies ten aanzien van aanleggen en wat betekent “borstvoeding on demand”? Wat is het mogelijke gevolg van te weinig aanleggen?

A

U adviseert elke 2-3 uur aan te leggen, bij voorkeur “on demand”; dus als het kind zelf aangeeft honger te krijgen. Wanneer de borst te infrequent gestimuleerd wordt komt de melkproductie onvoldoende op gang. Als het kind daardoor te weinig voeding binnen krijgt kan er “stille ondervoeding aan de borst” optreden; het kind krijgt lage bloedsuikers, wordt slomer en gaat steeds slechter drinken, waardoor de borst weer onvoldoende gestimuleerd wordt; een vicieuze cirkel.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Een vader vraagt of elk kind in elke situatie borstvoeding mag krijgen. U antwoordt dat contra-indicaties voor het geven van moedermelk wat het kind betreft beperken zich tot enkele zeldzame, aangeboren stofwisselingsstoornissen. Benoem de meest voorkomende metabole stoornis bij het kind die een contra- indicatie vormt voor het geven van moedermelk.

A

Galactosemie, (evt. PKU). = Autosomaal recessieve aandoening, waarbij je galactose niet kunt omzetten.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Zijn buurman vraagt nu of er ook redenen zijn die bij de moeder liggen om geen borstvoeding te mogen geven. U antwoordt dat contra-indicaties voor wat de moeder betreft zijn bepaalde infectieziekten, gebruik van bepaalde medicijnen of overmatig gebruik van alcohol en/of drugs. Zodra de hygiënische omstandigheden minder gunstig worden en het infectiegevaar toeneemt, komen de grote voordelen van borstvoeding duidelijk naar voren. Echter, ziekten zoals AIDS kunnen worden doorgegeven via de moedermelk. Wat is het gecombineerde risicopercentage van het doorgeven van het HIV virus tijdens de zwangerschap en via de moedermelk bij een met HIV besmette moeder aan haar kind?

A

Ca 30%.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

In de Westerse landen wordt borstvoeding afgeraden bij een HIV geïnfecteerde moeder, in ontwikkelingslanden juist andersom. Geef drie redenen waarom in ontwikkelingslanden het advies is om juist wel borstvoeding te geven bij een HIV geïnfecteerde moeder.

A
  1. In landen waar de hygiënische omstandigheden zo zijn dat de veiligheid van drinkwater en poedermelk niet gegarandeerd kan worden, is het risico op overlijden van het kind groter bij kunstvoeding (met name door dehydratie bij gastro-enteritis) dan bij borstvoeding.
  2. Daar komt bij dat kunstvoeding in die landen vaak onbetaalbaar en niet makkelijk voorradig is voor de mensen en
  3. dat moedermelk met de diverse immunologische factoren ook juist een beschermend effect lijkt te hebben (maar niet zodanig dat transmissie is uitgesloten, dus in Nederland niet verstandig om dat te adviseren).
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Een borstvoedende vrouw heeft al tweemaal een postnatale depressie doorgemaakt. Na de geboorte van haar derde kind wordt zij behandeld met sertraline, een anti-depressivum. Zij vraagt u of het gevaarlijk is voor haar kind om borstvoeding te geven. Wat zou uw advies zijn op basis van het Farmacotherapeutisch kompas? Wat zou uw advies zijn op basis van de gegevens in de online database van Lactmed?

A

Hoewel het Kompas aangeeft dat er geen bekende gevaren voor het kind zijn wordt borstvoeding toch afgeraden. Het kompas is in de meeste gevallen een weergave van de bijsluiters van de fabrikanten die om juridische redenen bij enige twijfel adviseren om geen borstvoeding te geven. Lactmed beschrijft de beschikbare literatuur en geeft aan dat in meeste gevallen geadviseerd wordt om wel borstvoeding te geven. Bij gebrek aan bewijs voor schadelijke effecten wegen de voordelen van borstvoeding voor moeder en kind hier zwaarder dan een theoretisch risico.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Nu wil ook een andere zwangere advies over haar medicijngebruik. Zij heeft een bipolaire stoornis en gebuikt lithium. De huisarts en de psychiater hebben vastgesteld dat ze niet zonder dit middel kan, maar dat het middel bij borstvoeding gevaarlijk is voor haar kind, dus dat zij geen moedermelk mag gaan geven. Zij zou haar kind wel graag borstvoeding willen geven. Klopt het eerder gegeven advies?

A

Ja, dit advies klopt; lithiumgebruik bij moeder is een contra-indicatie voor borstvoeding.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

De laatste vraag komt van een stel ouders dat een vegetarisch dieet volgt. Zij vragen of hun dieet de kwaliteit van de moedermelk beïnvloedt. In hoeverre is dit dieet van moeder van invloed op de samenstelling van de moedermelk?

A

Een vegetarisch dieet is geen probleem, mits moeder zorg draagt dat zij voldoende variatie aan eiwitbronnen binnen krijgt; met ei, soja en noten is een volwaardig dieet te verkrijgen. De moedermelk zal dan van prima kwaliteit zijn. Indien een moeder een dieet volgt waarbij zij zelf ook risico loopt op deficiënties zou de kwaliteit van de melk wel in het geding kunnen komen. Overigens zorgt het lichaam er langdurig voor (desnoods ten koste van de reserves van moeder) dat er in de moedermelk voldoende voedingsstoffen aanwezig zijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

De productie van moedermelk is afhankelijk van een gecompliceerd reflex-mechanisme dat onder invloed staat van hormonen. In het algemeen wordt het kind zo snel mogelijk na de bevalling voor het eerst aan de borst gelegd. In het begin is de melksecretie nog minimaal, maar na 2-3 dagen is de secretie voldoende om de vochtbalans van het kind weer in evenwicht te brengen. Energetisch is de voeding voldoende wanneer het kind ongeveer 150 ml/(kg.d) drinkt. Dit is bij de meeste kinderen binnen 10 dagen. Dat kinderen in de eerste week afvallen in gewicht is daarom fysiologisch. Hoeveel mag een gezonde zuigeling afvallen ten opzichte van het geboortegewicht?

A

Algemeen wordt aangehouden dat een zuigeling 10% mag afvallen. De voorwaarden moeten dan wel zijn dat de melkproductie goed op gang komt, het kind in goede klinische conditie is en de capaciteit heeft goed te drinken (niet suf/ondertemperatuur). Bij hoog-risico kinderen (prematuren, dysmaturen, infectie) wordt vaak bij een gewichtsverlies van 7,5% al ingegrepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe kan de melkproductie extra gestimuleerd worden?

A

Vaker aanleggen, extra afkolven (bij voorkeur nadat het kind aangelegd is; eventueel verkregen melk kan zo nodig als bijvoeding gegeven worden), lactatiekundig advies ten aanzien van techniek van aanleggen, alleen als bovenstaande niet helpt kan domperidon overwogen worden.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

De samenstelling van moedermelk is zoals hierboven beschreven wisselend. Er worden echter wel gemiddelden aangehouden in de literatuur. Beschrijf de hoeveelheden van macronutriënten in de moedermelk (eiwit, koolhydraten, vet) en geef aan wat voor soort eiwit, koolhydraat en vet erin zit.

A

Gemiddeld bevat moedermelk:
- 0,9– 1.1gram eiwit/100 ml met een caseïne/wei ratio van 40:60
- 7,4 g koolhydraat/100 ml, vrijwel alleen lactose, naast oligosachariden
- 3,2 g vet/100 ml met long-chain poly-unsaturated fatty acids, palmitaat op de 2e positie in triglyceriden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is het grootste verschil tussen premature en mature moedermelk?

A

Premature moedermelk bevat meer eiwit. Dit daalt (net als bij moeders die op tijd bevallen zijn) in de loop van de tijd.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is colostrum en waarin onderscheidt het zich van moedermelk?

A

Colostrum is de eerste moedermelk na de geboorte. In colostrum zit opvallend veel immunologische factoren, waaronder immuunglobulines, die het kind helpen in de afweer.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Moedermelk is ook bij prematuren de eerste keus. Echter, moedermelk bevat onvoldoende voedingsstoffen om in de hoge behoefte van de prematuur geboren neonaat (geboren <35 weken zwangerschapsduur) te voldoen. Deze tekorten kunnen aangevuld worden. Van welke macro- en micronutriënten is er een relatief tekort in moedermelk voor prematuren?

A

Tekort aan calorische waarde (energie), eiwit, calcium en fosfaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat kan het gevolg zijn als een prematuur met een geboortegewicht van 1 kilogram met moedermelk geen aanvulling krijgt?

A

Door eiwitgebrek: onvoldoende groei, met ook onvoldoende hersengroei: wat weer leidt tot vertraagde/gestoorde neurologische ontwikkeling.
Door calcium en fosfaat gebrek: kans op rachitis.

17
Q

Door het gebruik van “human milk fortifiers” wordt het probleem van het voedingstekort omzeild; daarmee wordt aan de moedermelk extra nutrienten toegevoegd. Wat is de toegevoegde waarde van fortifiers uitgedrukt per 100 ml moedermelk? Zoek bijvoorbeeld naar de eigenschappen van Nutrilon Nenatal Breast Milk Fortifier (BMF).

A

10 kcal, 0.7 g eiwit, 2 g koolhydraat, extra mineralen zoals Ca P en Na.

18
Q

Om het effect van een (medische) behandeling aan te tonen is de dubbelblind gerandomiseerde gecontroleerde trial (RCT) methodologisch het meest ideaal. RCT’s naar het effect van borstvoeding versus kunstvoeding zijn bij à terme geboren kinderen nooit verricht. Wel zijn er diverse observationele cohortstudies gedaan, waarbij associaties gevonden zijn tussen borstvoeding en gezondheidsuitkomsten.
Geef zowel een praktisch als een ethisch argument waarom een RCT naar het effect van borstvoeding nooit verricht is.

A

Praktisch: blindering is niet mogelijk bij wel of niet borstvoeding; de moeder en de omgeving zal altijd weten wat het kind heeft gekregen. Ethisch: gezien de bekende voordelen van moedermelk boven kunstvoeding is het niet ethisch om kinderen (door deelname aan een wetenschappelijke studie) bloot te stellen aan kunstvoeding.

19
Q

Wat is het verschil tussen de conclusies die uit een RCT getrokken kunnen worden en die uit een cohort studie?

A

Uit een RCT kan men (mits de studie goed is opgezet en uitgevoerd en er dus goed gerandomiseerd en geblindeerd is) causale verbanden halen, uit een cohort studie slechts associaties (die niet causaal hoeven te zijn).

20
Q

Voor welke mogelijk beïnvloedende factoren (confounders) zal men moeten corrigeren bij een studie naar het effect van borstvoeding op groei en ontwikkeling?

A

Belangrijke confounders bij een dergelijke studie kunnen zijn: de socio-economische klasse, IQ en opleidingsniveau en leeftijd moeder, gezondheid en roken van de moeder, voorafgaande gezondheid van het kind (bijvoorbeeld gecompliceerde zwangerschap, prematuriteit, dysmaturiteit), stimulerende omgeving en aangeboden onderwijs, samenstelling gezin.

21
Q

Was het effect van borstvoeding in de Probit studie groter in jongens of in meisjes, en is een geslachtverschil in andere neonatale voedingsstudies ook al eens gebleken?

A

bij jongens (ja, ook in andere studies).