HC 8.1 Gevolgen vroeggeboorte van het kind en neonatale sterfte Flashcards

1
Q

Wat is de meest voorkomende oorzaak van sterfte bij kinderen onder de 5 jaar?

A

Van sterfte onder de 5 jaar is neonatale sterfte het hoofdprobleem (46%). Bij neonatale sterfte is prematuriteit 1 van de belangrijkste aspecten. Neonatale sterfte = sterven in de eerste 4 weken na de geboorte. Met name in de low income countries is er veel kindersterfte onder de 5 jaar.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
1
Q

Wat is een belangrijke oorzaak voor blindheid?

A

Prematuriteit is een belangrijke oorzaak voor blindheid (= retinopathie van het vroeggeboren kind).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Gaat prematuriteit altijd gepaard met een slechte uitkomst?

A

Prematuriteit gaat niet altijd gepaard met een slechte uitkomst. 1 op de 10/12 mensen is vroeggeboren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wanneer wordt er gesproken van prematuriteit?

A

Geboorte eerder dan 37 weken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is de behandelingsgrens voor premature kinderen in Nederland?

A

24 weken. Sommige landen om ons heen gaan naar 22-23 weken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Waar maak je je zorgen om bij dit kindje?

A
  1. Hersenen
  2. Hart
  3. Longen
  4. Nieren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Waarvoor is de hippocampus belangrijk?

A

Hippocampus is erg belangrijk voor het cognitief functioneren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Bij welke soorten kinderen komt autisme vaker voor?

A

Autisme komt veel vaker voor bij kinderen die te vroeg zijn geboren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is een probleem wat we zien bij de longen bij vroeggeboren kinderen?

A

Deze kinderen hebben last van het ontbreken van surfactant. Surfactant bestaande uit lipiden en proteïnen, wordt geproduceerd door type 2 pneumocyten in de longen en zorgt voor een verlaging van de oppervlaktespanning van de alveoli. Bij prematuriteit wordt surfactant nog niet geproduceerd, waardoor de alveoli dichtklappen en het kind respiratoir insufficiënt wordt. Pas vanaf de 34e week van de zwangerschap maakt de foetus surfactant.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is bronchopulmonale dysplasie?

A

Bij BPD is de longstructuur afwijkend door een verstoring van de normale ontwikkeling. Met name de alveolaire fase is onvolledig. Dit ontstaat doordat de longgroei plaatsvindt in een zuurstofarme omgeving en wordt afgeremd door blootstelling aan hoge zuurstofniveaus (hyperoxie). Hyperoxie kan ook leiden tot oxidatieve stress, wat kan leien tot beschadiging van de longcellen en ontstekingsreactie. Daarnaast hebben premature kinderen een tekort aan surfactant. Ook worden ze mechanisch beademd dit kan leiden tot fysieke schade. Daarnaast zijn premature kinderen vatbaarder voor infecties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe kan het respiratory distress syndrome onstaan?

A

Door een tekort aan surfactant klappen de longen bij uitademing samen, wat kan leiden tot het ontstaan van een respiratory distress syndrome (RDS).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Is de incidentie van BPD nog erg veranderd in de afgelopen jaren?

A

Nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Wat zijn de risicofactoren voor bronchopulmonale dysplasie?

A

Risicofactoren voor bronchopulmonale dysplasie:
- Prematuriteit;
- Roken tijdens de zwangerschap;
- Hypertensie bij de moeder;
- Laag geboortegewicht;
- Geslacht (jongens hebben een hoger risico)
- Etniciteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat zijn de oorzaken van prematuriteit?

A

Prematuriteit ontstaat door meerdere factoren en wordt daarom als multifactorieel beschouwd. Mogelijke oorzaken van prematuriteit zijn:
- Infecties;
- Stress bij de moeder;
- Verminderde werking van progesteron;
- Vasculaire aandoeningen, zoals hoge bloeddruk of diabetes mellitus; (met name zwangerschap gerelateerde hypertensie)
- Problemen met de baarmoederhals (cervix);
- Overrekking van de baarmoeder;
- Verminderde tolerantie van de moeder tijdens de zwangerschap;
- Veroudering van de decidua (baarmoederslijmvlies).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat was de impact van corona op prematuriteit?

A

Kinderen die geboren waren in de lockdown hebben we een reductie van 20% gezien voor prematuriteit. Dit betekend dat bepaalde omgevingsfactoren invloed hebben op het aantal vroeggeboorten. Dit kan bijv. komen doordat mensen minder naar de dokter gingen dus minder iatrogene vroeggeboorten of het kan komen door meer hygiëne.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wat is de relatie tussen vroeggeboorte en de gezondheid van de moeder?

A

Vroeggeboorte kan ook impact hebben op de gezondheid van de moeder. Als je een kind krijgt die voor de 32 weken wordt geboren heb je als moeder een 2-3x verhoogd risico op een cerebrovasculair event.

16
Q

Wat valt onder de BIG4?

A

Prematuriteit, SGA (te klein), Apgar < 7, ernstige aangeboren afwijkingen. (dit zien we bij 16,8% van de kinderen)

17
Q

Wat is de perinatale mortaliteit in Nederland?

A

7.7/1000

18
Q

Hoeveel baby’s worden er per jaar in Nederland geboren en hoeveel belanden er op de NICU?

A

163.840 baby’s per jaar, 3857 (2.4%) NICU-opnames.

19
Q

Wat is er veranderd in de laatste eeuw om neonatale sterfte te verlagen?

A
  • Obstetrie
  • Newborn thermal care
  • Newborn nutritional care
  • Antibiotica en infectie-management
  • Respiratoire complicaties management
  • Neonatale intensive care systeem.
20
Q

Wanneer ontwikkelen de longblaasjes zich?

A

Bij kinderen rond de 26 weken zijn er nog geen longblaasjes ontwikkeld. Je behandeld de kinderen in sacculair stadium. De longblaasjes zijn er pas vanaf 40 weken.

21
Q

Wat is het voordeel van het centraliseren van de zorg (voor premature kinderen)?

A

Uit onderzoek is gebleken dat de centra met meer patiënten op de NICU betere uitkomsten hebben. Dit komt omdat je dan meer exposure hebt.

22
Q

Wat is het verschil tussen de NDI op 2 jaar en op 10 jaar? Hoe ontstaan deze veranderingen?

A

Eén derde van de overlevende kinderen die aanvankelijk werden geclassificeerd met ernstige neuro-ontwikkelingsstoornissen (NDI) en bijna twee derde van de kinderen met matige tot ernstige NDI op de leeftijd van 2 jaar, hadden op 10-jarige leeftijd geen tot milde NDI. Dit kan door plasticiteit van de hersenen: als je een impairment hebt kun je dit door veel trainen verbeteren. Daarnaast is de socio-economische status hierbij essentieel.

23
Q

Wat zijn de uitkomsten van het behandelen van prematuren van 22-24 weken in Zweden?

A

In Zweden is uit onderzoek gebleken dat bij prematuren van 22, 23 en 24 weken respectievelijk 43%, 58% en 70% op een leeftijd van 2,5 jaar geen neurologische ontwikkelingsstoornis heeft. In Nederland zien we deze cijfers niet.