HC 8.3 perinatale pathologie en obductie kind Flashcards
Wanneer is iets perinataal en wanneer spreken we van perinatale sterfte?
Perinataal: AD 22 weken t/m 28 dagen post partum
Perinatale sterfte (WHO definitie): doodgeboorte of sterfte AD 22w t/m 28d pp en/of >500 gram geboortegewicht en/of >25 cm kruin-hiellengte (bij onbekende zwangerschapsduur).
Hoeveel perinatale sterfte zien we in Nederland?
perinatale sterfte 7,8‰ 22w AD-28 dagen post partum (hierbij zit ook de abortus), in de a terme periode, 37 -42 weken, 2‰
Wie zorgt er voor het ongeboren kind en wie zorgt er voor het pasgeboren kind?
Zorg voor het ongeboren kind ligt bij de Verloskunde en voor het pasgeboren kind bij de Kindergeneeskunde (Neonatologie).
Hoe is de trend van perinatale sterfte in Nederland?
Nederland zat in 2015 in de middenmoot omtrent perinatale sterfte. Hierbij zitten ook de abortussen. Er zijn landen waarbij dat veel minder is vanwege religie of bereikbaarheid van de zorg. Dit is veranderd aangezien nu alle perinatale sterfte gezamenlijk wordt nabesproken door de gynaecologen, pathologen en verloskundigen. Hieruit zijn ook weer nieuwe richtlijnen gekomen. Maar de daling stagneert, er zijn gewoon een aantal kinderen dat overlijdt aan infecties, aan aangeboren afwijkingen, dit is niet helemaal nar 0 te brengen.
Wat zijn de oorzaken van perinatale sterfte?
- Prematuriteit
- Dysmaturiteit (IUGR/SGA)
- Aangeboren afwijkingen
- Placenta-afwijkingen
- Infecties: opstijgende infecties vanuit de vagina naar de vliezen. Andere soorten infecties zoals Listeria en toxoplasmose zien we erg weinig.
- Lage APGAR score
Wat is de rol van de pathologie bij perinatale problemen?
- Perinatale audit
- Post mortem: onderzoek van placenta (!), obductie van foetus of neonaat
- Ad vitam: onderzoek van elk weefsel dat noodzakelijk wordt geacht door de behandelend arts (niet alle kinderen overlijden!)
Wat zijn de verschillende vormen van placentapathologie?
- Te laag gewicht/insufficiëntie: kan doordat de placenta niet groot genoeg is of te weinig werkt.
- Terminale villus deficiëntie: het probleem ligt in de aanleg van de placenta.
- Pre-eclampsie
- Solutio placentae
- Intra-uteriene infecties: dit is de BELANGRIJKSTE oorzaak
- Chronische histiocytaire intervillositis: chronisch ontstekingsinfiltraat in de intervilleuze ruimte.
- Navelstrengproblemen
Wat is de functie van de placenta en wat gebeurt er als er afwijkingen optreden?
De placenta verzorgt de O2 voorziening van foetus. Tijdens de ontwikkeling wordt de afstand tussen maternaal bloed en foetaal bloed kleiner om de overdracht van zuurstof en voedingsstoffen te bevorderen. Bij elke stoornis hierin zullen compensatiemechanismen optreden: Versnelde rijping en niet-fysiologische erythroblastosis (meer rode bloedcellen maken in de foetus).
Wat is het vasculosyncitiële membraan?
Vasculosyncitiële membraan: celmembranen van endotheel en syncytiotrofoblast, waarover dus de uitwisseling van stoffen plaatsvindt tussen moeder en foetus.
Wat kun je nog meer zien in een a-terme placenta?
Dat er wat fibrinestolseltjes komen, omdat het bloed daar langzamer stroomt. Wordt dit heel veel dan is het wel pathologische en kan de uitwisseling ook niet goed plaatsvinden.
Wat gebeurt er bij terminale villus deficiëntie?
De bloedvaten liggen niet mooi aan de rand van de villi. Dus de uitwisseling van stoffen tussen het maternale en het foetale bloed is hierdoor verstoord. Er zijn hierbij dus geen vasculosyncitiële membranen.
Wat kun je zien bij een hele vroege abortus?
Dat er nog geen vaten zitten in de chorionvlok.
Wat zie je bij compensatie van de placenta?
Dan zie je hele kleine en smalle vlokjes. Dan krijg je een soort hypermaturatie, dus een versnelde uitrijping van de placenta. Dat is dus een truc om de gaswisseling te verbeteren.
Wat kan er nog meer worden gedaan om de gaswisseling van het foetale bloed en het maternale bloed te verbeteren?
Meer rode bloedcellen maken. Dit kun je zien doordat er dan ook erytroblasten circuleren. De voorlopercellen van rode bloedcellen. Deze cellen hebben ook nog een kern. Normaal gesproken bij een a-terme foetus verwacht je weinig erytroblasten terug te zien in het bloed.
Wat gebeurt er bij pre-eclampsie bij de placenta?
Bij pre-eclampsie heb je een probleem met de bloedvaten van de uterus zelf. Waardoor er een minder goede doorstroming is van maternaal bloed door de placenta. Dit gaat gepaard met infarcten. Dit deel met infarcten doet ook niet meer mee aan de gaswisseling. Probleem van pre-eclampsie is dat de placenta al zelf te klein is en dat er ook infarcten in ontstaan. De vaatafwijkingen ontstaan doordat er een laag fibrine tegenaan zit, hierdoor raken de vaten nauwer, en schuimmacrofagen gaan dit opeten (dit heet atherose).