ZO 10.3 Kinderoncologie Flashcards
Wat is heterotopie?
Heterotopie (of Choristoom) - Histologisch normaal gebouwde weefsels, voorkomend op een abnormale plaats, bijvoorbeeld pancreasweefsel in de maag of in dunne darmwand of bijnierweefsel in de nier.
Wat is een harmatoom?
Hamartoom - Excessieve groei van een weefseltype op een plaats normaal voor dat weefseltype maar met een abnormale opbouw (haemangiomen, lymfangiomen, rhabdomyomen van het hart, adenomen van de lever). Deze kunnen soms levensbedreigend zijn.
Wat zijn hemangiomen?
Haemangiomen - De meest frequent voorkomende tumoren op de kinderleeftijd. Komen meestal voor in het gezicht of op de schedel (wijnvlekken). Ze regrediëren veelal spontaan.
Wat zijn lymfangiomen?
Lymfangiomen - Abnormaal verwijde lymfvaten; meestal nek, axilla, mediastinum, retroperitoneum. Ze leiden vaak tot, vooral cosmetische, problemen.
Wat zijn bindweefseltumoren?
Bindweefseltumoren - Fibromatose of myofibromatose (wanneer er specifiek actine in de tumorcellen aantoonbaar is). Deze kunnen unifocaal of multifocaal voorkomen. Solitaire laesies zijn meestal benigne maar multifocale laesies kunnen -zeker wanneer ze vitale organen bedreigen- letaal zijn.
Wat zijn teratomen?
Teratomen - tumoren opgebouwd uit weefseltypen van verschillende kiembladen (entoderm, mesoderm, ectoderm). Ze kunnen uit goed gedifferentieerde weefsels bestaan maar soms ook ongedifferentieerde, primitieve, weefsels bevatten. Komen voornamelijk in de eerste twee levensjaren voor met een tweede piek bij oudere kinderen of vroeg-volwassenen. De meeste tumoren op de kinderleeftijd ontstaan in het sacrococcygeale gebied. Andere ontstaan in de gonaden, of op ‘midline’ locaties zoals het mediastinum, retroperitoneum, hoofd of hals.
Wat zijn sacrococcygeale tumoren?
Sacrococcygeale tumoren - frequentie 1:20.000-40.000 pasgeborenen Circa 75 % matuur, dat wil zeggen met goed uitgerijpte weefsels, 12 % zeker maligne (endodermale sinustumor of yolk sac tumor).De overige herbergen immature gedeelten en worden als potentieel maligne beschouwd.De benigne afwijkingen komen vooral voor bij kinderen die jonger zijn dan 4 maanden; de maligne bij iets oudere kinderen.
Welke maligne tumoren zijn het meest frequent bij kinderen?
Maligne tumoren - Meest frequent: tumoren van het haematopoietische systeem, zenuwstelsel, bijniermerg en retina, weke delen, skelet en nier (bij volwassenen huid, long, mamma, prostaat en colon).
Jim, een jongen van 18 maanden oud, is door de huisarts doorgestuurd naar de kinderarts vanwege de verdenking op een tumor in de buik. Jim is al enige weken niet lekker en heeft minder eetlust. Volgens de moeder is Jim zeker een kilo afgevallen.
Lichamelijk onderzoek
Bij onderzoek zie je een apathische peuter, die al het onderzoek goed toelaat.
- Gewicht 10 kg
- Pols 70/min
- RR 125/70 mmHg
Aan hart en longen worden geen afwijkingen gevonden. De buik is sterk opgezet, waarbij een vast aanvoelende tumor in de rechter flank gepalpeerd wordt, reikend tot aan de middellijn, niet goed af te grenzen van de lever en reikend tot 6 cm onder de ribbenboog. De bloeddruk blijkt licht verhoogd te zijn.
Wat is de meest waarschijnlijke oorzaak van de verhoogde bloeddruk?
De tumor produceert een bloeddruk verhogende stof. Meest waarschijnlijk produceert de tumor catecholamines.
Wat is de etiologie van een neuroblastoom?
Het neuroblastoom vormt ongeveer 8% van alle maligniteiten op kinderleeftijd en is de meest frequent voorkomende solide maligne tumor buiten het CZS. Het is de meest frequent voorkomende maligniteit bij kleuters. De hoogste frequentie ligt rond de 2 jaar. 90% is jonger dan 5 jaar. De tumor ontstaat in het sympatische zenuwstelsel uit neuroblasten (pluripotente sympatische cellen). Tijdens de embryonale ontwikkeling migreren deze cellen langs de neuraallijst naar sympatische ganglia, de bijnieren en andere locaties. Op al deze plaatsen kunnen de tumoren ontstaan.
Welke van de uitslagen zijn prognostisch ongunstig bij een neuroblastoom?
- verlaagd Hb
- verhoogd serum ferritine
- verhoogd Neuron-Specifiek Enolase (NSE = tumormarker)
- verhoogd melkzuurdehydrogenase (LDH)
- VMA/HVA in de urine lager dan 1,5 (lage VMA/HVA ratio)
Welke tumor op kinderleeftijd is het meestal als er sprake is van een tumor van de nier, lever of milt?
- Wanneer een maligne tumor, op de kinderleeftijd, in de nier ontstaat, is het meestal een nefroblastoom.
- De maligne tumor die primair in de lever ontstaat is, op de kinderleeftijd, meestal een hepatoblastoom.
- De milt kan vergroot zijn (splenomegalie) door leukemische infiltratie. Solide tumoren van de milt komen, op de kinderleeftijd, niet voor.
Voor verdere stagering wordt het onderzoek uitgebreid met radiologisch onderzoek. Je laat een CT-scan verrichten. Je verwacht bij een neuroblastoom te zien?
Lokalisatie in de bijnier - craniaal van de nier - zal, bij groei van de tumor, tot verplaatsing van de nier naar caudaal kunnen leiden.
Hoe doen we stadiumbepaling bij een neuroblastoom?
Om het stadium van de tumor te kunnen bepalen kunnen we nog een nucleaire ¹²³I-MIBG scan laten maken (MIBG=Meta-Jodo Benzyl Guanidine). MIBG wordt gebruikt als grondstof bij de productie van catecholaminen en wordt daardoor ingebouwd in tumorcellen. Dit is zichtbaar te maken door MIBG te kloppelen aan radioactief jodium (¹²³I). Met een MIBG scan kunnen we niet alleen de tumor in beeld brengen, maar ook eventuele metastasen. We zien hier aankleuring van de primaire tumor in de buik en multipele botmetastasen in het rechter been. Voorts is er fysiologische aankleuring van hart, lever en glandulae parotidea. De rechter scans betreffen dezelfde patiënt na therapie.
Als we een biopt nemen van een neuroblastoom, met wat kleuren we dan de tumor aan?
De tumor is opgebouwd uit kleine cellen welke in een fijn fibrillaire matrix gelegen zijn. Deze kleuren aan met antistoffen tegen synaptofysine, wat in de neurosecretoire granulae in de cellen aanwezig is.
Wat is er karakteristiek te zien in een biopt/punctie van een neuroblastoom?
Karakteristiek voor een neurogene differentiatie is de aanwezigheid van rozetten, welke in deppreraraten of punctiemateriaal uit de tumor vaak nog fraaier te zien zijn.
Onderscheid tussen een aantal tumoren van de kinderleeftijd is vaak moeilijk te maken. Het histologisch beeld van verschillende tumoren kan sterk overeen komen, waarbij slechts meer uitgebreid onderzoek (immunohistochemie, elektronenmicroscopie, cytogenetisch onderzoek), enige differentiatie kan aantonen. Deze groep wordt ‘small blue round cell tumors’ genoemd. Welke van de volgende tumoren hoort niet in deze groep thuis?
A. Ewing sarcoom
B. Maligne lymfoom (non-Hodgkin lymfoom)
C. Medulloblastoom
D. Plaveiselcelcarcinoom
E. Rhabdomyosarcoom
D, Plaveiselcelcarcinoom (zie afbeelding) komt vrijwel niet voor op de kinderleeftijd en verschilt bovendien histologisch sterk van de andere.
Wat is het International Neuroblastoma staging system?
‘International Neuroblastoma Staging System’ (INSS):
- Stadium 1 - Tumor beperkt tot het orgaan waarin deze ontstond
- Stadium 2 - Tumorgroei buiten het orgaan waarin het ontstond maar niet over de mediaanlijn, met (stadium 2a) of zonder (stadium 2b) ipsilaterale lymfeklier-meta- stasen
- Stadium 3 - Tumorgroei over de mediaanlijn met of zonder lymfkliermetastasen
- Stadium 4 - Tumormetastase op afstand (skelet, beenmerg, lever, lymfeklieren op afstand, andere organen
- Stadium 4s - Leeftijd jonger dan 1 jaar met metastase naar lever, huid of beenmerg maar zonder skeletmetastasen
Cytogenetische afwijkingen in de tumor kunnen van belang zijn voor de prognose en behandeling. Welke van de onderstaande afwijkingen zijn geassocieerd met het neuroblastoom?
A. Amplificatie van het oncogen N-myc
B. Mutaties in het tumor suppressor gen p53
C. Translocatie t(9;22)
D. Verlies van chromosoom 11p15
A, amplificatie van het oncogen N-myc is een typische en in 25% van de neuroblastomen voorkomende afwijking, die geassocieerd is met uitgebreide en snelle tumorgroei en een slechte prognose. Translocatie t(9;22) is een typische translocatie (het zgn. Philadelphia-chromosoom) welke we zien bij leukemie, waar deze een slechte prognose voorspelt.Verlies van chromosoom 11p15 wordt gezien bij hepatoblastomen en rhabdomyosarcomen. Mutaties in het tumor suppressor gen p53 worden in kindertumoren nauwelijks gezien. Het is wel een belangrijk tumorsuppressorgen bij tumoren op de volwassen leeftijd.
Welke klinische kenmerken zijn gunstig voor het neuroblastoom?
Huidmetastasen, leeftijd < 1 jaar bij diagnose. De meest belangrijke klinische en biologische prognostische factoren zijn:
- leeftijd van de patiënt bij diagnose (jonger dan 1 jaar gunstiger)
- uitbreiding van de tumor (stadium)
- aan-/afwezigheid N-myc amplificatie (aanwezigheid betekent slechtere prognose)
Geef aan of de volgende stelling juist of onjuist is: Kindertumoren groeien snel en zijn daarom in het algemeen goed gevoelig voor chemotherapie.
Juist
Geef aan of de volgende stelling juist of onjuist is: Een verlaagde afweer bij intensieve chemotherapie zien we alleen als de tumorcellen van lymfoïde origine zijn, zoals bij leukemie en lymfomen.
Onjuist. Chemotherapie heeft ook een negatief effect op de normale beenmerg aanmaak, omdat ook dit snel delende cellen bevat.
Geef aan of de volgende stelling juist of onjuist is: Jim’s tweelingbroer heeft een sterk verhoogd risico op het ontwikkelen van neuroblastoom. Je zult bij een dergelijke casus al in de diagnostische fase het tweelingbroertje screenend onderzoeken.
Onjuist. Kindertumoren zijn in het algemeen niet familiair voorkomend. Enkele uitzonderingen buiten beschouwing gelaten, zoals het retinoblastoom en enkele syndromen welke geassocieerd zijn met maligniteiten op de kinderleeftijd, zoals het Beckwith-Wiedemann syndroom en Li-Fraumeni syndroom (familiaire p53 mutatie).
Welke tumoren horen tot de small round (blue) cell tumoren?
- Neuroblastoom
- Ewing sarcoom
- Maligne lymfoom (non-Hodgkin lymfoom)
- Medulloblastoom
- Rhabdomyosarcoom