Woordenlijst Jusqu au dernier 3 - Sheet1 Flashcards
1
Q
Vertaal:
gâche
A
vermoeid
2
Q
Vertaal:
gâcher
A
verpesten
3
Q
Vertaal:
gambader
A
rondhuppelen
4
Q
Vertaal:
gamin m
A
kereltje
5
Q
Vertaal:
gant m
A
handschoen
6
Q
Vertaal:
garce v
A
kreng, slet
7
Q
Vertaal:
gaz d’echappement
A
uitlaatgas
8
Q
Vertaal:
geindre
A
kermen, zeuren
9
Q
Vertaal:
gémissement m
A
gekerm
10
Q
Vertaal:
gendre m
A
schoonzoon
11
Q
Vertaal:
gérer
A
omgaan met, beheren
12
Q
Vertaal:
gifle v
A
klap in het gezicht
13
Q
Vertaal:
glapisement m
A
gekrijs
14
Q
Vertaal:
glisser
A
glijden
15
Q
Vertaal:
glousser
A
giechelen
16
Q
Vertaal:
gonzesse v
A
meid
17
Q
Vertaal:
gorgee v
A
slokje
18
Q
Vertaal:
goudron m
A
teer, asfalt
19
Q
Vertaal:
gratter
A
krabbelen, krassen
20
Q
Vertaal:
gravier m
A
grind
21
Q
Vertaal:
gravillon m
A
steentje, fijn grind
22
Q
Vertaal:
gravir
A
beklimmen, bestijgen
23
Q
Vertaal:
gribouiller
A
krabbelen
24
Q
Vertaal:
griffoner
A
neerkrabbelen
25
# Vertaal:
grignoler
oppeuzelen
26
# Vertaal:
grogner
grommen
27
# Vertaal:
grossier
grof
28
# Vertaal:
guetter
bespieden, beloeren
29
# Vertaal:
guise v
wijze
30
# Vertaal:
haîr
haten
31
# Vertaal:
hâle
bruine kleur van huid
32
# Vertaal:
hanche v
heup
33
# Vertaal:
hanter
spoken, achtervolgen
34
# Vertaal:
hâte v
spoed
35
# Vertaal:
hausser les epaules
schouders ophalen
36
# Vertaal:
hauteur v
hoogte
37
# Vertaal:
hébété
versufd, verdofd
38
# Vertaal:
heurter
duwen
39
# Vertaal:
hocher
schudden
40
# Vertaal:
housse v
hoes
41
# Vertaal:
îlot m
eiland
42
# Vertaal:
immonde
vuil
43
# Vertaal:
imputer
toeschrijven aan
44
# Vertaal:
inculpation v
aanklacht
45
# Vertaal:
induire en erreur
op dwaalspoor brengen
46
# Vertaal:
induire
afleiden (uit)
47
# Vertaal:
indulgente
vergevingsgezind
48
# Vertaal:
inéluctable
onontkoombaar, onvermijdelijk
49
# Vertaal:
insalubre
onbewoonbaar verklaard
50
# Vertaal:
insouciance v
zorgeloosheid
51
# Vertaal:
insouciant
zorgeloos
52
# Vertaal:
introduire
binnenlaten
53
# Vertaal:
irascible
prikkelbaar, lichtgeraakt
54
# Vertaal:
ivre
dronken
55
# Vertaal:
jauger
diepgang hebben
56
# Vertaal:
jumeau / jumelle
tweeling
57
# Vertaal:
laine v
wol
58
# Vertaal:
lame v
lemmet
59
# Vertaal:
lance-pierre m
katapult, slinger
60
# Vertaal:
lancer
werpen, gooien
61
# Vertaal:
languette v
lipje (van fles, blikje)
62
# Vertaal:
larguer
laten vallen
63
# Vertaal:
lassitude v
vermoeidheid, afkeer
64
# Vertaal:
léger
licht
65
# Vertaal:
léguer
nalaten, doorgeven (figuurlijk)
66
# Vertaal:
lendemain m
volgende dag
67
# Vertaal:
lessive v
wasmiddel
68
# Vertaal:
leste
kwik, actief
69
# Vertaal:
liasse v
bundel
70
# Vertaal:
lien m
band, link
71
# Vertaal:
lin m
linnen
72
# Vertaal:
linteau m
bovendrempel
73
# Vertaal:
lisse
glad
74
# Vertaal:
livre v
(engelse) pond
75
# Vertaal:
livrer
bezorgen
76
# Vertaal:
lorsque
toen
77
# Vertaal:
loupe v
loep
78
# Vertaal:
mâchoire v
kaak
79
# Vertaal:
maigre
dun
80
# Vertaal:
malin m
slimmerd
81
# Vertaal:
maîtriser
overmeesteren
82
# Vertaal:
malfré
ondanks
83
# Vertaal:
malin
slimmerd
84
# Vertaal:
manche m
heft van mes
85
# Vertaal:
mange v
mango
86
# Vertaal:
manigancer
bedisselen
87
# Vertaal:
marche v
trede, pedaal
88
# Vertaal:
marrant
raar, grappig
89
# Vertaal:
marron foncé
kastanjebruin
90
# Vertaal:
mateals m
matras
91
# Vertaal:
maudite
verdoemd
92
# Vertaal:
mec m
kerel
93
# Vertaal:
méchament
boos
94
# Vertaal:
mèche v
haarlok
95
# Vertaal:
méduser
verstijfd van schrik
96
# Vertaal:
méfiant
wantrouwend, achterdochtig
97
# Vertaal:
mégo m
peuk
98
# Vertaal:
mêler
mixen, mengen
99
# Vertaal:
menacer
bedreigen
100
# Vertaal:
mener
leiden, wegbrengen
101
# Vertaal:
mensonge m
leugen
102
# Vertaal:
menton m
kin
103
# Vertaal:
mépriser
verachten
104
# Vertaal:
merle m
merel
105
# Vertaal:
mettre en branche
in beweging zetten
106
# Vertaal:
meurtrier m
moordenaar
107
# Vertaal:
mi-clos
halfdicht
108
# Vertaal:
miette v
kruimel
109
# Vertaal:
mignon m
lieveling, schat
110
# Vertaal:
mince
dun, smal
111
# Vertaal:
mine v
gezicht
112
# Vertaal:
miroiter
glinsteren, spiegelen
113
# Vertaal:
mobile m
motief
114
# Vertaal:
moche
lelijk , beroerd
115
# Vertaal:
moite
klam
116
# Vertaal:
mollet m
kuit
117
# Vertaal:
monceau m
hoop, stapel
118
# Vertaal:
moquette v
vaste vloerbedekking
119
# Vertaal:
mots croisés
kruiswoordpuzzel
120
# Vertaal:
moucheté
gespikkeld
121
# Vertaal:
mouille
vochtig
122
# Vertaal:
mouse v
pruillip
123
# Vertaal:
munir
voorzien van
124
# Vertaal:
muret m
muurtje
125
# Vertaal:
naguère
onlangs, kort geleden
126
# Vertaal:
nain m
dwerg
127
# Vertaal:
narquois
spottend
128
# Vertaal:
navrer
diep bedroefd zijn
129
# Vertaal:
ne pas piper
geen kik geven
130
# Vertaal:
néanmoins
evenwel, niettemin
131
# Vertaal:
nettoyer
schoonmaken
132
# Vertaal:
nier
ontkennen
133
# Vertaal:
noyé m
drenkeling
134
# Vertaal:
noyer
verdrinken
135
# Vertaal:
nuage m
wolk
136
# Vertaal:
oiseau m
vogel
137
# Vertaal:
ongle m
nagel
138
# Vertaal:
oreiller m
hoofdkussen
139
# Vertaal:
orteil m
teen
140
# Vertaal:
os m
bot
141
# Vertaal:
ôter
wegnemen
142
# Vertaal:
pagaille v
rotzooi
143
# Vertaal:
paisible
vredig
144
# Vertaal:
pâle
bleek dof
145
# Vertaal:
palper
betasten
146
# Vertaal:
panneau m
paneel
147
# Vertaal:
papoter
kletsen
148
# Vertaal:
paquet m
pakket
149
# Vertaal:
parages
streek,omgeving
150
# Vertaal:
par-dessus
overheen
151
# Vertaal:
parfois
soms
152
# Vertaal:
parmi
ten midden van, onder
153
# Vertaal:
paroi v
wand
154
# Vertaal:
parole v
woord
155
# Vertaal:
parquet m
vloer
156
# Vertaal:
particule v
deeltje, stof
157
# Vertaal:
parvenir
aankomen
158
# Vertaal:
passer au crible
zorgvuldig onderzoeken
159
# Vertaal:
pâteux,
dik (vloeistof), melig (fruit), stroef
160
# Vertaal:
paume v
handpalm
161
# Vertaal:
paupière v
ooglid
162
# Vertaal:
peindre
verven
163
# Vertaal:
peiner
zwoegen
164
# Vertaal:
pelouse v
grasveld
165
# Vertaal:
penaud
verlegen
166
# Vertaal:
penaud
verlegen
167
# Vertaal:
penderie v
hangkast
168
# Vertaal:
penombre v
schemerdonker
169
# Vertaal:
percuter
slaan (vliegen) tegen
170
# Vertaal:
perte v
verlies
171
# Vertaal:
pertuber
schokken, verstoren
172
# Vertaal:
pétiller
fonkelen
173
# Vertaal:
picotement m
prikkeling
174
# Vertaal:
picoter
prikkelen
175
# Vertaal:
piège m
val, valstrik, klem
176
# Vertaal:
piètre
armzalig, zwak
177
# Vertaal:
piger
snappen
178
# Vertaal:
pignon m
tandwiel
179
# Vertaal:
pile v
stapel
180
# Vertaal:
piller
plunderen
181
# Vertaal:
pilule v
pil
182
# Vertaal:
pinceau m
kwast
183
# Vertaal:
piste v
spoor
184
# Vertaal:
pivoine v
pioenroos
185
# Vertaal:
placard m
muurkast
186
# Vertaal:
plâtreux
wit als krijt, bepleisterd
187
# Vertaal:
pneu crevé
lekke band
188
# Vertaal:
poêle v
koekepan
189
# Vertaal:
poigne v
handvol
190
# Vertaal:
poignet m
polsi
191
# Vertaal:
poing m
vuist
192
# Vertaal:
pointer
verschijnen
193
# Vertaal:
pointure v
maat
194
# Vertaal:
poisse v
pech
195
# Vertaal:
poisson m
vis
196
# Vertaal:
poix v
pek
197
# Vertaal:
portillon m
hekje
198
# Vertaal:
potager m
moestuin
