AE3-05 Flashcards
1
Q
eis
A
revendication v
2
Q
echter / evenwel
A
toutefois
3
Q
beraadslagen
A
délibérer
4
Q
karakter
A
caractère m
5
Q
gemeenschaps-
A
communautaire
6
Q
mobiliseren
A
mobiliser
7
Q
geloof
A
croyance v
8
Q
nevenschikking
A
juxtaposition v
9
Q
verderop, aan de andere kant
A
au-delà
10
Q
beogen
A
viser
11
Q
boeien, van belang zijn voor
A
intéresser
12
Q
voortvloeien
A
découler
13
Q
betrekking hebben op
A
avoir rapport à
14
Q
in verband met
A
en rapport avec
15
Q
in verhouding tot
A
par rapport à