Perspectives 11 Flashcards
lief, zoet
mignon(ne)
wat
quoi
weggaan
s’en aller
de buurt
le voisinage
het geroosterd vlees
la grillade
het schaap
le mouton
iets binnendringen
envahir
oneindig (bijwoord)
infiniment
dankbaar
reconnaissant(e)
huurder mv
locataire mv
het gebruik
l’usage m
zo vriendelijke zijn om
avoir l’obligeance de
het speelgoed
le jouet
ontoelaatbaar
inadmissible
de binnenplaats
le cour
bovendien (2)
de plus, en outre
ophouden, stoppen
cesser
de poging
l’effort m
op iets letten
faire l’attention à
blaffen
aboyer
de rook
la fumée
er bestaan, er zijn (2)
il existe, il y a
verzoeken iets te doen
prier de faire
de kinderwagen
la poussette
de hal
le hall
voorzien (ww)
prévoir
bij voorbaat
d’avance
de ontevredenheid
le mécontentement
het verzoek
la demande