WL Histoire de la guerre froide 04 Flashcards
miser sur les deux tableaux
op twee paarden tegelijk wedden
modalité f
beding, wijze, vorm
modicité f
geringheid, laagheid
moine m
monnik
moitié moitié
ieder de helft
monceau m
hoop, stapel
mou [m]
zacht, week [slappeling]
mouillage m
ankergrond | het nat maken | het verdunnen
mouture f
zoveelste versie
moyennant
voor, d.m.v., tegen, in ruil voor
munir
voorzien
n’avoir cure de qqch
zich niet om iets bekommeren
n’avoir point de cesse que
niet rusten voordat
navrant
dieptreurig
ne pas farder la vérité
er geen doekjes om winden
noise f
ruzie
nouer
zich zetten | knopen
objurgation f
vermaning, schrobbering
octroi m
toekenning
ombrage m
schaduw, lommer
onéreux
kostbaar, duur
outrance f
overdrijving
outrecuidant
verwaten, aanmatigend
par contumace f
bij verstek