AE3-08 Flashcards
1
Q
namaak
A
contrefaçon m
2
Q
onderdrukken
A
réprimer
3
Q
onverzettelijk
A
intraitable
4
Q
aanslag
A
atteinte v
5
Q
gebrek
A
manque v
6
Q
in beslag nemen
A
saisir
7
Q
pleidooi
A
plaidoirie v
8
Q
toegeven, toelaten
A
admettre
9
Q
verzwaren
A
aggraver
10
Q
vergoeding
A
indemnité v
11
Q
propvol
A
bondé
12
Q
verzorgen
A
soigner
13
Q
plankenkoorts
A
trac m
14
Q
durven
A
oser
15
Q
eisen
A
exiger
16
Q
al naargelang
A
au fur et à mesure
17
Q
bevatten
A
comporter
18
Q
schavot
A
échafaud m
19
Q
ontknoping
A
dénouement m
20
Q
toppunt
A
comble m
21
Q
overvol
A
comble
22
Q
uitdrukken, vermelden
A
énoncer
23
Q
bevel, aanmaning
A
injonction v
24
Q
brief
A
courrier m
25
echter
cependant
26
bekeuring
contravention v
27
afstempelen
composter
28
onkosten
frais m
29
voorwaardelijk
avec sursis
30
kabaal
tapage m
31
uit respect voor
par égard pour
32
voorleggen aan
soumettre à
33
snijden
taillader
34
opstapelen
s'entasser
35
vol van
bourré
36
overal
partout
37
ouderwets
vieillot
38
respect
égard m
39
aangeven
dénoncer
40
volmacht, opdracht
mandat m
41
overtreder
contrevenant m
42
kooi
cage v
43
overval met geweld
braquage
44
omcirkelen
entourer
45
vullen
remplir
46
zaag
scie v
47
spade
bêche v
48
druppel
goutte v
49
collega vrouwelijk
consœur v
50
de anderen. een aander
autrui
51
merkteken
repère m
52
vrijspraak
acquittement m
53
slaan op
taper
54
buil
bosse v
55
moord
meurtre m
56
voorzien
munir
57
meenemen
se munir
58
uitrusten
munir
59
verschaffen
munir
60
spade
pelle v
