AD Woordenlijst 4 Flashcards
Vertaal:
kuil, gat, put
fosse (v)
Vertaal:
vernietigend
foudroyant
Vertaal:
verpletterend, dodelijk
foudroyante
Vertaal:
opgraving, doorzoeken
fouille (v)
Vertaal:
menigte, massa
foule (v)
Vertaal:
vertrappen
fouler
Vertaal:
vork
fourchette (v)
Vertaal:
leveren, verschaffen
fournir
Vertaal:
oversteken, overgaan, over-, overspringen
franchir
Vertaal:
de beslissende stap doen
franchir le pas
Vertaal:
overstappen
franchissant
Vertaal:
schrik, angst
frayeur (m)
Vertaal:
rem
frein (m)
Vertaal:
trillen, beven
frémir
Vertaal:
fris
frisquet
Vertaal:
rilling
frisson (m)
Vertaal:
rillen, huiveren
frissonner
Vertaal:
gekreukt
froissé
Vertaal:
geritsel
froissement (m)
Vertaal:
angst
frousse v
Vertaal:
vluchten
fuir
Vertaal:
gaslek
fuite de gaz (v)
Vertaal:
snuffelen, rondneuzen
fureter
Vertaal:
woedend
furibond
Vertaal:
steels, heimelijk
furtif
Vertaal:
geweer
fusil (m)
Vertaal:
stam, boomstam
fut (m)
Vertaal:
gok
gageure (v)
Vertaal:
rondhuppelen
gambader
Vertaal:
eetdoosje,mlunchbox
gamelle (v)
Vertaal:
kereltje
gamin (m)
Vertaal:
handschoen
gant (m)
Vertaal:
in de houding
garde-à-vous
Vertaal:
vullen
garnir
Vertaal:
reus
géant (m)
Vertaal:
kreunen, (ver)zuchten,
gémir
Vertaal:
tandvlees
gencives
Vertaal:
beheren, omgaan met
gérer
Vertaal:
vest
gilet m
Vertaal:
rijp
givre
Vertaal:
(uit)glijden
glisser
Vertaal:
keel
gorge (v)
Vertaal:
kind
gosse m/v
Vertaal:
smaak
goûts (m)
Vertaal:
druppel
goutte (v)
Vertaal:
druppeltje
gouttelette (v)
Vertaal:
ruzie, rotzooi
grabuge
Vertaal:
mollig
grassouillet
Vertaal:
voldoening geven
gratifiant
Vertaal:
puin
gravats
Vertaal:
beklimmen
gravir
Vertaal:
goedvinden, smaak
gré
Vertaal:
rookgranaat
grenade fumigène
Vertaal:
knisteren, knetteren
grésiller
Vertaal:
beklimmen
grimper
Vertaal:
roes, opwinding
griserie (v)
Vertaal:
gemopper, gegrom
grognement (m)
Vertaal:
mopperen
grommeler
Vertaal:
gegrom
grondement (m)
Vertaal:
grommen, mopperen
gronder
Vertaal:
close up
gros plan
Vertaal:
kop (in de krant)
gros titre (m)
Vertaal:
dik, groot, zwaar
gros
Vertaal:
genezing
guérison (v)
Vertaal:
bedreigen, bespieden, beloeren
guettent guetter
Vertaal:
bek
gueule (v)
Vertaal:
oude auto
guimbarde (v)
Vertaal:
haag
haie
Vertaal:
adem
haleine (m)
Vertaal:
achtervolgen
hanter
Vertaal:
tergen
harcelait
Vertaal:
schouders ophalen
hauser les épaules
Vertaal:
misselijkheid, walging
haut-le-cœur
Vertaal:
schroef
hélice (v)
Vertaal:
rechtopstaand, borstelig
hérissés
Vertaal:
afzichtelijk
hideux
Vertaal:
het hoofd schudden
hocher
Vertaal:
schande, beschaamd
honteux
Vertaal:
hoes
housse (v)
Vertaal:
patrijspoort
hublot