AE 3 - 4-3 F-NL 05 Flashcards
1
Q
rogne v
A
boze bui
2
Q
essouffler
A
buiten adem raken
3
Q
capuche v
A
capuchon
4
Q
critère m
A
criterium
5
Q
navrant
A
dieptreurig
6
Q
raffoler
A
dol zijn op
7
Q
posologie v
A
dosering
8
Q
pouce m
A
duim
9
Q
cependant
A
echter, toch, niettemin
10
Q
serment m
A
eed
11
Q
tonus m
A
energie, fut
12
Q
redoutable
A
geducht
13
Q
remède m
A
geneesmiddel
14
Q
engendrer
A
genereren
15
Q
guérir
A
genezen
16
Q
déjanté
A
getikt
17
Q
bataille v
A
gevecht
18
Q
ressentir
A
gevoelens koesteren
19
Q
accoutumance v
A
gewenning
20
Q
des yeux de braise
A
gloeiende ogen
21
Q
approbation v
A
goedkeuring
22
Q
parenthèse v
A
haakje
23
Q
balloter
A
heen en weer slingeren
24
Q
subreptice
A
heimelijk
25
cerveau m
hersenen
26
hanche v
heup
27
éperdu
hevig
28
piton m
hoge bergtop
29
relancer
hoger bieden, terugwerpen
30
luette v
huig
31
foyer m
huishouden, tehuis
32
mimétisme m
imitatie
33
impasse v
impasse
34
déclencher
in gang zetten
35
renseigner
inlichtingen geven
36
verlan m
inversie van lettergrepen
37
argot m
jargon
38
calmant
kalmerend
39
angine v
keelontsteking
40
apprêter
klaarmaken
41
avènement m
komst
42
tisane v
kruidenthee
43
couche v
laag
44
concocter
lang voorbereiden
45
encadrer
leiding geven aan
46
saveur v
lekkere smaak
47
foie m
lever
48
palmarès m
lijst (prijs)winnaars
49
louable
lofwaardig
50
poumon m
long
51
élogieux
lovend
52
estomac m
maag
53
guise v
manier, wijze
54
éclectique
met brede belangstelling
55
rate v
milt
56
marmonner
mompelen
57
transversal
multidisciplinair
58
relever
naar voren brengen
59
ongle
nagel
60
assidu
nauwgezet
61
nombril m
navel
62
rein m
nier
63
inverser
omkeren , verwisselen
64
inconcevable
onbegrijpelijk
65
se planter
onbeweeglijk blijven staan
66
subir
ondergaan, lijden
67
éprouver
ondervinden
68
épiler
ontharen
69
déclencher
ontketenen
70
émouvant
ontroerend
71
éluder
ontwijken
72
comprimé m
pastille, tablet
73
taux m
percentage, graad
74
se planter
planten
75
dispensaire m
polikliniek
76
pouls m
pols(slag)
77
démancher
positie wisselen
78
prégnance v
pregnantie
79
prestation v
prestatie, levering (juridisch)
80
goûter
proeven
81
sauvetage m
redding
82
ambulant
reizend, rondtrekkend
83
recrue v
rekruut, nieuweling(e)
84
remède m
remedie
85
givre m
rijp
86
puce
roodbruine kleur
87
incomber
rusten op, neerkomen op
88
honteux
schandelijk
89
aigu
scherp
90
convenance v
smaak
91
logiciel m
software
92
candidature v
sollicitatie, kandidatuur
93
trier
sorteren
94
en vrille
spiraalvormig
95
lumbago m
spit
96
pedigree m
stamboom
