AE3-09 Flashcards
1
Q
losmaken (van spieren)
A
dégourdir
2
Q
bolvlakgedeelte (tijdzone)
A
fuseau m
3
Q
gemiauw
A
miaulement m
4
Q
warm aanbevelen
A
préconiser
5
Q
(het) kopen van alledaags artikel
A
emplette v
6
Q
luchtspiegeling
A
mirage m
7
Q
onderzoeken, navorsen
A
scruter
8
Q
vastlopen, blijven steken
A
s’enliser
9
Q
vinden, lokaliseren
A
repérer
10
Q
nadruk
A
emphase v
11
Q
neutraal
A
neutre
12
Q
waterput
A
puits m
13
Q
onvoorzien
A
imprévu
14
Q
weergaloos
A
inégalable
15
Q
privatief, privaat
A
privatif
16
Q
betoverend
A
envoûtant
17
Q
ontdekkingsreis
A
périple m
18
Q
inval
A
irruption v
19
Q
plotseling verschijnen
A
surgir
20
Q
interstellair
A
intersidéral
21
Q
loskomen van
A
décoller
22
Q
ontwarren
A
débrouiller
23
Q
plannen
A
planifier
24
Q
landingsplaats
A
escale v
25
stippellijn
pointillé m
26
(zak)boekje
carnet m
27
om het middel vatten
ceinturer
28
passagiersschip
paquebot m
29
haver
avoine v
30
varen
voguer
31
in de verkeerde richting
contresens
32
van richting veranderen
virer
33
verschuiving
décalage m
34
bergketen
cordillère v
35
koraal
corail m
36
cummulatie
cumul m
37
kreek
crique m
38
zee-egel
oursin m
39
klif
falaise v
40
Andes
andin
41
verblinden
éblouir
