WL Histoire de la guerre froide 01 Flashcards

1
Q

à brève / courte échéance

A

binnenkort, op korte termijn

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

à demeure

A

voorgoed, vast

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

à l’arrière

A

achter het front

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

à l’encontre de

A

tegen, in tegenspraak met

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

à l’encontre

A

tegen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

à la débandade

A

in wanorde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

à la mesure de

A

opgewassen tegen, evenredig aan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

à mesure que

A

naarmate

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

à portée de la main

A

in handbereik

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

à rebours de

A

tegen … in, in strijd met

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

à rebours

A

tegen de draad / haren in | achteruit, andersom

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

abjection f

A

schande

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

aboutir [à]

A

uitmonden op [uitlopen op, leiden tot]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

abréger

A

verkorten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

abroger

A

intrekken, herroepen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

accabler

A

overladen met, uitputten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

accoler

A

tegen elkaar zetten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

accrochage m

A

schermutseling | het ophangen | aanhaken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

acharné

A

hardnekkig, fel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

achopper

A

struikelen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

acquis [m]

A

verkregen [ervaring]

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

acrimonie f

A

bitterheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

action concertée

A

gezamenlijke actie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

actionnaire m

A

aandeelhouder

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
aéropage m
hoog gezag college
26
affecter
voorwenden | toewijzen | bestemmen
27
affréter
charteren
28
agrémenter
versieren, opluisteren
29
aguerri
gehard in de strijd
30
aigu
scherp, puntig | acuut
31
aiguiller
in bepaalde richting sturen
32
aimant m
magneet
33
aise f
gemak
34
ajourner
uitstellen, verdagen
35
aléatoire
wisselvallig, onzeker
36
algarade f
woordenwisseling
37
alléchant
verleidelijk, smakelijk
38
aller à l’encontre
ertegen in gaan
39
allouer
toekennen
40
alourdir
verzachten
41
altier
trots, hoogmoedig
42
amorcer
beginnen
43
anathème m
scherpe veroordeling
44
anodine
onschuldig
45
aparté m
onderonsje, een terzijde
46
aplanir
effenen, uit de weg ruimen
47
apogée m
hoogtepunt, top
48
apport m
aanvoer, inbreng, bijdrage
49
âpre
ruw, scherp, wrang
50
âpreté au gain
winstbejag
51
âpreté f
ruwheid, bitterheid
52
ardeur f
hitte, gloed | vlijt, ijver
53
arraisonner
paaien, inspecteren
54
assagir
wijzer maken
55
assainir
gezond maken
56
asservir
onderwerpen, tot slaaf maken
57
asservissement m
onderwerping
58
assidu
nauwgezet, ijverig, onafgebroken
59
assortir [à]
schikken [afstemmen op]
60
assujetti
onderworpen
61
astucieusement
geslepen
62
atermoyer
dralen, uitstellen
63
athée [m/v]
goddeloos [atheïst]
64
atteint
aangetast, getroffen
65
attentisme m
afwachtende / passieve houding
66
attentiste
afwachtend
67
atténuant
verzachtend
68
attiser
aanwakkeren
69
au dépourvu
onverwachts
70
au préalable
eerst, van te voren
71
aubaine f
buitenkansje
72
audace f
durf, lef
73
aune m
els (boom)
74
aune : au bout de l'aune faut le drap
aan alles komt een eind
75
auparavant
eerst, tevoren, daarvoor
76
auprès de
bij, naast | in vergelijking / vergeleken met
77
autant : d’autant mieux
des te beter/meer
78
autant : d’autant plus (que)
te meer (daar)
79
autant : d’autant que
aangezien, vooral omdat
80
autant : pour autant
evenzeer
81
autant
even(veel), zoveel, evenzeer
82
autoriser
rechtvaardigen
83
aval m
benedenloop
84
aval: donner son aval
zijn goedkeuring geven
85
aval: en aval
stroomafwaarts
86
avaliser
steunen, goedkeuren
87
avanie v
vernedering, belediging
88
avènement m
de komst, aanvang
89
avéré
erkend, bewaarheid, gebleken
90
avoir tendance
de neiging hebben
91
avoir trait à
betrekking hebben op
92
bafouer
vernederen
93
bagne m
strafkamp
94
barder
bepantseren
95
ça va barder
het wordt hommeles
96
barguigner
dralen, talmen
97
battre sa couple
berouw tonen, schuld bekennen
98
béant
gapend
99
bénit
gewijd
100
bercer
wiegen, schommelen | verzachten
101
binoclard
brildragend
102
borne f
grens
103
bouderie v
gemok, gepruil
104
bougon [m]
knorrig [brombeer]
105
bouillant
koken, heet | opvliegend
106
bousillage m
knoeiwerk
107
boutade f
grap
108
bribe f
brokstuk, flard
109
brimade f
treiterij, pesterij
110
broncher
struikelen | tegensputteren
111
broncher: sans broncher
onbewogen, doodkalm
112
ça n’a pas / point cesse
het gaat maar door
113
cadrer avec
goed passen bij | over-eenkomen / kloppen met
114
calomnie f
lastering
115
calquer
natrekken, slaafs navolgen, imiteren
116
calumet m
vredespijp
117
camisole f
dwangbuis
118
canevas m
stramien, schets, schema
119
carence f
gebrek, tekort
120
cassure f
breuk | vouw, plooi
121
caution m
morele steun | borg(tocht)
122
cautionner
borg staan voor | onder-steunen, goedkeuren
123
cela équivaut à
dat staat gelijk met
124
cela me dépasse
daar kan ik niet bij
125
chafouin
sluw
126
char m
wagen | tank
127
charte f
handvest, oorkonde
128
binnenkort, op korte termijn
à brève / courte échéance
129
voorgoed, vast
à demeure
130
achter het front
à l’arrière
131
tegen, in tegenspraak met
à l’encontre de
132
tegen
à l’encontre
133
in wanorde
à la débandade
134
opgewassen tegen, evenredig aan
à la mesure de
135
naarmate
à mesure que
136
in handbereik
à portée de la main
137
tegen … in, in strijd met
à rebours de
138
tegen de draad / haren in | achteruit, andersom
à rebours
139
schande
abjection f
140
uitmonden op [uitlopen op, leiden tot]
aboutir [à]
141
verkorten
abréger
142
intrekken, herroepen
abroger
143
overladen met, uitputten
accabler
144
tegen elkaar zetten
accoler
145
schermutseling | het ophangen | aanhaken
accrochage m
146
hardnekkig, fel
acharné
147
struikelen
achopper
148
verkregen [ervaring]
acquis [m]
149
bitterheid
acrimonie f
150
gezamenlijke actie
action concertée
151
aandeelhouder
actionnaire m
152
hoog gezag college
aéropage m
153
voorwenden | toewijzen | bestemmen
affecter
154
charteren
affréter
155
bevoegd ( ?)
agrégé
156
versieren, opluisteren
agrémenter
157
gehard in de strijd
aguerri
158
scherp, puntig | acuut
aigu
159
in bepaalde richting sturen
aiguiller
160
magneet
aimant m
161
gemak
aise f
162
uitstellen, verdagen
ajourner
163
wisselvallig, onzeker
aléatoire
164
woordenwisseling
algarade f
165
verleidelijk, smakelijk
alléchant
166
ertegen in gaan
aller à l’encontre
167
toekennen
allouer
168
verzachten
alourdir
169
trots, hoogmoedig
altier
170
beginnen
amorcer
171
scherpe veroordeling
anathème m
172
onschuldig
anodine
173
onderonsje, een terzijde
aparté m
174
effenen, uit de weg ruimen
aplanir
175
hoogtepunt, top
apogée m
176
aanvoer, inbreng, bijdrage
apport m
177
ruw, scherp, wrang
âpre
178
winstbejag
âpreté au gain
179
ruwheid, bitterheid
âpreté f
180
hitte, gloed | vlijt, ijver
ardeur f
181
paaien, inspecteren
arraisonner
182
wijzer maken
assagir
183
gezond maken
assainir
184
onderwerpen, tot slaaf maken
asservir
185
onderwerping
asservissement m
186
nauwgezet, ijverig, onafgebroken
assidu
187
schikken [afstemmen op]
assortir [à]
188
onderworpen
assujetti
189
geslepen
astucieusement
190
dralen, uitstellen
atermoyer
191
goddeloos [atheïst]
athée [m/v]
192
aangetast, getroffen
atteint
193
afwachtende / passieve houding
attentisme m
194
afwachtend
attentiste
195
verzachtend
atténuant
196
aanwakkeren
attiser
197
onverwachts
au dépourvu
198
eerst, van te voren
au préalable
199
buitenkansje
aubaine f
200
durf, lef
audace f
201
els (boom)
aune m
202
aan alles komt een eind
aune : au bout de l'aune faut le drap
203
eerst, tevoren, daarvoor
auparavant
204
bij, naast | in vergelijking / vergeleken met
auprès de
205
des te beter/meer
autant : d’autant mieux
206
te meer (daar)
autant : d’autant plus (que)
207
aangezien, vooral omdat
autant : d’autant que
208
evenzeer
autant : pour autant
209
even(veel), zoveel, evenzeer
autant
210
rechtvaardigen
autoriser
211
benedenloop
aval m
212
zijn goedkeuring geven
aval: donner son aval
213
stroomafwaarts
aval: en aval
214
steunen, goedkeuren
avaliser
215
vernedering, belediging
avanie v
216
de komst, aanvang
avènement m
217
erkend, bewaarheid, gebleken
avéré
218
de neiging hebben
avoir tendance
219
betrekking hebben op
avoir trait à
220
vernederen
bafouer
221
strafkamp
bagne m
222
bepantseren
barder
223
het wordt hommeles
ça va barder
224
dralen, talmen
barguigner
225
berouw tonen, schuld bekennen
battre sa couple
226
gapend
béant
227
gewijd
bénit
228
wiegen, schommelen | verzachten
bercer
229
brildragend
binoclard
230
grens
borne f
231
gemok, gepruil
bouderie v
232
knorrig [brombeer]
bougon [m]
233
koken, heet | opvliegend
bouillant
234
knoeiwerk
bousillage m
235
grap
boutade f
236
brokstuk, flard
bribe f
237
treiterij, pesterij
brimade f
238
struikelen | tegensputteren
broncher
239
onbewogen, doodkalm
broncher: sans broncher
240
het gaat maar door
ça n’a pas / point cesse
241
goed passen bij | over-eenkomen / kloppen met
cadrer avec
242
lastering
calomnie f
243
natrekken, slaafs navolgen, imiteren
calquer
244
vredespijp
calumet m
245
dwangbuis
camisole f
246
stramien, schets, schema
canevas m
247
gebrek, tekort
carence f
248
breuk | vouw, plooi
cassure f
249
morele steun | borg(tocht)
caution m
250
borg staan voor | onder-steunen, goedkeuren
cautionner
251
dat staat gelijk met
cela équivaut à
252
daar kan ik niet bij
cela me dépasse
253
sluw
chafouin
254
wagen | tank
char m
255
handvest, oorkonde
charte f