WL Histoire de la guerre froide 01 Flashcards
à brève / courte échéance
binnenkort, op korte termijn
à demeure
voorgoed, vast
à l’arrière
achter het front
à l’encontre de
tegen, in tegenspraak met
à l’encontre
tegen
à la débandade
in wanorde
à la mesure de
opgewassen tegen, evenredig aan
à mesure que
naarmate
à portée de la main
in handbereik
à rebours de
tegen … in, in strijd met
à rebours
tegen de draad / haren in | achteruit, andersom
abjection f
schande
aboutir [à]
uitmonden op [uitlopen op, leiden tot]
abréger
verkorten
abroger
intrekken, herroepen
accabler
overladen met, uitputten
accoler
tegen elkaar zetten
accrochage m
schermutseling | het ophangen | aanhaken
acharné
hardnekkig, fel
achopper
struikelen
acquis [m]
verkregen [ervaring]
acrimonie f
bitterheid
action concertée
gezamenlijke actie
actionnaire m
aandeelhouder
aéropage m
hoog gezag college
affecter
voorwenden | toewijzen | bestemmen
affréter
charteren
agrémenter
versieren, opluisteren
aguerri
gehard in de strijd
aigu
scherp, puntig | acuut
aiguiller
in bepaalde richting sturen
aimant m
magneet
aise f
gemak
ajourner
uitstellen, verdagen
aléatoire
wisselvallig, onzeker
algarade f
woordenwisseling
alléchant
verleidelijk, smakelijk
aller à l’encontre
ertegen in gaan
allouer
toekennen
alourdir
verzachten
altier
trots, hoogmoedig
amorcer
beginnen
anathème m
scherpe veroordeling
anodine
onschuldig
aparté m
onderonsje, een terzijde
aplanir
effenen, uit de weg ruimen
apogée m
hoogtepunt, top
apport m
aanvoer, inbreng, bijdrage
âpre
ruw, scherp, wrang
âpreté au gain
winstbejag
âpreté f
ruwheid, bitterheid
ardeur f
hitte, gloed | vlijt, ijver
arraisonner
paaien, inspecteren
assagir
wijzer maken
assainir
gezond maken
asservir
onderwerpen, tot slaaf maken
asservissement m
onderwerping
assidu
nauwgezet, ijverig, onafgebroken
assortir [à]
schikken [afstemmen op]
assujetti
onderworpen
astucieusement
geslepen
atermoyer
dralen, uitstellen
athée [m/v]
goddeloos [atheïst]
atteint
aangetast, getroffen
attentisme m
afwachtende / passieve houding
attentiste
afwachtend
atténuant
verzachtend
attiser
aanwakkeren
au dépourvu
onverwachts
au préalable
eerst, van te voren
aubaine f
buitenkansje
audace f
durf, lef
aune m
els (boom)
aune : au bout de l’aune faut le drap
aan alles komt een eind
auparavant
eerst, tevoren, daarvoor
auprès de
bij, naast | in vergelijking / vergeleken met
autant : d’autant mieux
des te beter/meer
autant : d’autant plus (que)
te meer (daar)
autant : d’autant que
aangezien, vooral omdat
autant : pour autant
evenzeer
autant
even(veel), zoveel, evenzeer
autoriser
rechtvaardigen
aval m
benedenloop
aval: donner son aval
zijn goedkeuring geven
aval: en aval
stroomafwaarts
avaliser
steunen, goedkeuren
avanie v
vernedering, belediging
avènement m
de komst, aanvang
avéré
erkend, bewaarheid, gebleken
avoir tendance
de neiging hebben
avoir trait à
betrekking hebben op
bafouer
vernederen
bagne m
strafkamp
barder
bepantseren
ça va barder
het wordt hommeles
barguigner
dralen, talmen
battre sa couple
berouw tonen, schuld bekennen
béant
gapend
bénit
gewijd
bercer
wiegen, schommelen | verzachten
binoclard
brildragend
borne f
grens