Perspectives 09 Flashcards
1
Q
slank
A
mince
2
Q
hals
A
le cou
3
Q
een schouder
A
une epaule
4
Q
haar (hoofdhaar)
A
le cheveu
5
Q
blond
A
blond
6
Q
kastanjebruin
A
chataîn
7
Q
roodharig
A
roux, rousse
8
Q
wild
A
sauvage
9
Q
vasten
A
jeûner
10
Q
de vitaliteit
A
la vitalité
11
Q
warm, hartelijk
A
chaleureux
12
Q
vriendelijk
A
souriant
13
Q
de ontspanning
A
la détente
14
Q
de energie
A
le tonus
15
Q
het welzijn
A
le bien-être
16
Q
de weldaad
A
le bienfait
17
Q
(in)werken
A
agir
18
Q
verzachten
A
adoucir
19
Q
de kuur
A
le cure
20
Q
tot rust brengen
A
apaiser
21
Q
ontspannen (van spieren)
A
décontracter
22
Q
voeden
A
nourrir
23
Q
bestaan uit
A
consister en
24
Q
pijn hebben in
A
avoir mal à
25
er goed of slecht uitzien
avoir bonne ou mauvaise mine
26
ergens
quelque part
27
behandelen, verzorgen
soigner
28
het tablet
le comprimé
29
slikken
avaler
30
de kruidenthee
la tisane
31
de druppel
la goutte
32
het symptoon
le symptôme
33
een zonnesteek
une insolation
34
de kater (van alcohol)
la guele de bois
35
iets toestaan om
permettre à
36
instorten
craquer
37
in jouw plaats
à ta place
38
iets breken
cassé
39
verkouden
enrhumé
40
dierenarts mv
vétérinaire mv
41
de buik
le ventre
42
de knie
le genou
43
een rij
un alignement
44
ademen
respirer
45
inademen
inspirer
46
uitademen
expirer
47
buigen
plier
48
de enkel
la cheville
49
het bovenbeen
la cuisse
50
de pols (2)
le pouls, le poignet
51
de elleboog
le coude
52
een voorarm
un avant-bras
53
een maag
un estomac
54
de zwaarte
le lourdeur
55
na afloop van
à l'issue
56
verminderen
réduire
57
de kosten
les frais
58
als (in capaciteit van)
en tant que
59
de zachtheid
la douceur
60
de zwaarte
la lourdeur
61
ik voel me goed
je me sens bien
62
je ziet er niet zo goed uit
tu n'as pas bonne mine
63
ben je ziek, heb je ergens pijn?
tu as mal quelque part?
64
ik ben verkouden
je suis enrhumé
65
het gemeentehuis
la mairie
66
een alg
une algue