WL Histoire de la guerre froide 05 Flashcards
s’assoupir
indommelen [sussen, kalmeren | doen insluimeren]
s’assouplir
soepel worden [~maken]
s’atteler
zich inspannen [inspannen, koppelen]
s’ébranler
in beweging komen [schudden, doen bewegen]
s’effriter
afbrokkelen, verweren
s’égailler
zich verspreiden
s’emparer
overmeesteren, zich meester maken van
s’empêcher
zich ervan weerhouden, nalaten [verhinderen]
s’enferrer
verstrikt raken [tegenstander doorboren]
s’engluer
vastlopen [lijmen]
s’enhardir
lef hebben [aanmoedigen]
s’entendre
gehoord worden | het met elkaar kunnen vinden [horen, opvatten, begrijpen]
s’entredéchirer
elkaar verscheuren
s’envenimer
verslechteren [infecteren, verergeren]
s’ériger
zich opwerpen tot, zich voordoen als [oprichten]
s’esquisser
zich aftekenen [ schetsen | in hoofdlijnen aangeven | even doen/maken
s’étirer
zich uitrekken [uitrekken]
s’évertuer
zich uitsloven
s’illustrer
zich onderscheiden [illustreren | toelichten]
s’infléchir
(door)buigen, van richting veranderen, afwijken [buigen]
saborder
in de grond boren, opheffen (figuurlijk)
saisissant
verassend, boeiend, aangrijpend
sans ambages
zonder omwegen
saper
ondergraven, ~mijnen