AE3-04 Flashcards
1
Q
overvol zijn
A
déborder
2
Q
vinden, localiseren (in een tekst)
A
repérer
3
Q
vogelgriep
A
grippe aviaire v
4
Q
behalve dat
A
à part ça
5
Q
omslag (boek)
A
couverture v
6
Q
schrokken
A
dévorer
7
Q
noteren, opmerken
A
relever
8
Q
besmetting
A
contagion v
9
Q
het opgegeven
A
démission v
10
Q
beginnen
A
amorcer
11
Q
inzet, hetgeen op het spel staat
A
enjeu m
12
Q
stelen, ontfutselen
A
dérober
13
Q
dromerig
A
rêveteux
14
Q
weiland
A
pâturage m
15
Q
voorplein
A
parvis m