Perspectives 02 Flashcards
1
Q
meenemen
A
emporter
2
Q
de blouse
A
le chemisier
3
Q
de bh
A
le soutien-gorge
4
Q
de slip
A
le slip
5
Q
de panty
A
le collant
6
Q
de wol
A
la laine
7
Q
het katoen
A
le cotton
8
Q
het leer
A
le cuir
9
Q
de synthetische stof
A
le synthétique
10
Q
de zijde
A
la soie
11
Q
onlangs
A
dernièrement, récemment
12
Q
de reservekleding
A
les affaires de rechange
13
Q
naar uw mening
A
à votre avis
14
Q
stelen
A
voler
15
Q
gaar zijn
A
être sonné
16
Q
des te beter
A
tant mieux
17
Q
doornat
A
trempé
18
Q
vies
A
sale
19
Q
de stomerij
A
le pressing
20
Q
een gesprek
A
un entretien
21
Q
een baan
A
une embauche
22
Q
de paniek
A
la panique
23
Q
het protest, het verzet
A
la protestation
24
Q
helemaal nieuw
A
tout neuf, toute neuve
25
ongeveer (2)
à peu près, environ
26
passend bij iets
assorti(e) à
27
de wasmachine
la machine à laver
28
strijken
repasser
29
hinderen
gêner
30
ordenen, sorteren
classer
31
eventueel
eventuellement
32
het opruimen
le rangement
33
de etalage
la vitrine
34
redelijk
raisonnable
35
alvorens
avant de
36
nadenken
réfléchir
37
de paskamer
la cabine
38
nauw, strak
serré
39
dik maken
grossir
40
deftig
sévère
41
weghalen
enlever
42
zelfstandig
indépendant(e)
43
een fabriek
une usine
44
de uitverkoop
les soldes
45
een aankoop
un achat
46
slanker maken
amincir
47
de modeshow
le défilé de mode
48
gooien
jeter
49
strip(boek)
la bande dessinée
50
getikt zijn
travailler du chapeau
51
voortdurend van mening veranderen
changer d'avis comme de chemise
52
bedelen
faire la manche
53
iemand op zijn kop geven
remonter les bretelles à quelqu'un
54
met fluwelen handschoenen aanpakken
prendre des gants
55
een tegenvaller hebben, afgaan
prendre une veste
56
de ware vinden
trouver chaussure à son pied
57
van mening veranderen
retourner sa veste
58
een etiket
une étiquette
59
het is ijskoud
il gèle sec
60
breien
tricoter
61
ruim, breed
large
62
schoon
propre
63
bescheiden
modeste
64
de toekomst
l'avenir m
65
kostbaar, waardevol
précieux, précieuse
66
goedkoop
bon marché
67
noemen
nommer
68
erboven
au dessus
69
eronder
en dessous
70
erover heen
par-dessus
71
boven
au dessus de