AE 3 - 4-3 F-NL 07 Flashcards
instaurer
stichten
figer
stollen
bégayer
stotteren
se démener
tekeergaan
décevant
teleurstellend
apprivoiser
temmen
pourtant
toch, echter, evenwel
prime v
toeslag
lenteur v
traagheid
cloison v
tussenschot
décalé
uit de toon vallend
désaxer
uit evenwicht brengen
concocter
uitbroeden
challenge m
uitdaging
proférer
uiten, uitspreken
exotisme m
uitheemsheid
dilater
uitzetten
en vigueur
van kracht, in werking
dévoyer
van weg afbrengen
désarçonner
van zijn stuk brengen
appauvrir
verarmen
atterrer
verbijsteren
égaré
verdwaald
fédérer
verenigen
franciser
verfransen
délaisser
verlaten, in de steek laten
tentation v
verleiding
mâtiné
vermengd met
éprouvant
vermoeiend
désuète
verouderd
corroborer
versterken, bevestigen
effacé
vervaagd
suppléer
vervangen
engendrer
verwekken
recueillir
verzamelen
mutuelle v
verzekering
puce v
vlooi
prévenant
voorkomend, attent