AD Woordenlijst 3 Flashcards
Vertaal:
voortaan, in vervolg
désormer
Vertaal:
in bezit hebben
détenir
Vertaal:
2 keer achter elkaar
deux fois de suite
Vertaal:
tweederde deel
deux tiers
Vertaal:
ontgrendelen
déverrouiller
Vertaal:
uitkleden
dévêtir
Vertaal:
brutaal aankijken
dévisager
Vertaal:
onthullen, ontsluieren
dévoiler
Vertaal:
vlugheid, handigheid
dextérité (v)
Vertaal:
gezegde, spreuk
dicton (m)
Vertaal:
gek, getikt
dingue
Vertaal:
leider
dirigeant
Vertaal:
overlijden, verdwijning
disparition (v)
Vertaal:
inrichting
dispositif (m)
Vertaal:
gegevens achterhoud
dissimulation (v)
Vertaal:
verspreiden, -klappen
divulguer
Vertaal:
volgzaam, gedwee
docilement
Vertaal:
vinger
doigt (m)
Vertaal:
dus
donc
Vertaal:
gegevens
données
Vertaal:
remmen
donner de coup des freins
Vertaal:
waarvan
dont
Vertaal:
vertroetelen
dorloter
Vertaal:
slaapzaal
dortoirs
Vertaal:
voorzien van
doter
Vertaal:
twijfelen
douter
Vertaal:
te wijten aan, veroorzaakt door
dû
Vertaal:
hard
dur
Vertaal:
verbaasd, verbluft
ébahir
Vertaal:
stomverbaasd
éberlué
Vertaal:
verblind
éblouis
Vertaal:
verbluffend, ongelooflijk
ébouriffant
Vertaal:
scharlakenrood
écarlate
Vertaal:
opensperren
écarquiller
Vertaal:
opzij schuiven
écarter
Vertaal:
stellage, steiger
échafaudage (m)
Vertaal:
staaltje, monster
échantillon (m)
Vertaal:
ontsnappen
échapper
Vertaal:
nederlaag
échec (m)
Vertaal:
ladder, schaal
échelle (v)
Vertaal:
ordeloos
échevelé
Vertaal:
mislukken, stranden
échouer
Vertaal:
duidelijk maken
éclairer
Vertaal:
schittering
éclat (m)
Vertaal:
barsten
éclater
Vertaal:
villen
écorcher
Vertaal:
schram
écorchure (v)
Vertaal:
voorbijgaan (tijd)
écouler
Vertaal:
verpletterd
écrasé
Vertaal:
juwelenkistje
écrins
Vertaal:
stichtelijk, bijzonder leerzaam
édifiant
Vertaal:
uitvegen, uitwissen
effacer
Vertaal:
verschrikt, ontsteld
effaré
Vertaal:
verschrikken
effarer
Vertaal:
uitwaseming
effluves (m)
Vertaal:
angstaanjagend
effrayant
Vertaal:
tome/mateloos, dol
effréné
Vertaal:
verschrikkelijk
effroyable
Vertaal:
ook, eveneens
également
Vertaal:
op dwaalspoor brengen
égarer
Vertaal:
een voor een laten horen
égrener
Vertaal:
verruimen, verbreden
élargir
Vertaal:
verkiezen, uitkiezen
élire
Vertaal:
uitverkoren
élu
Vertaal:
versieren, emailleren
émailler
Vertaal:
verkeersopstopping
embouteillage
Vertaal:
overschakelen
embrayer
Vertaal:
mistig, nevelig
embrumée
Vertaal:
opgetogen
émerveillé
Vertaal:
overmeesteren, bemachtigen
emparer
Vertaal:
verhinderen, beletten
empêcher
Vertaal:
stinken naar
empester
Vertaal:
afdruk, stempel
empreinte (v)
Vertaal:
ontlenen, lenen van
emprunter
Vertaal:
ontroerd
émue
Vertaal:
stilletjes
en cachette
Vertaal:
eiken
en chêne
Vertaal:
ondanks
en dépit des
Vertaal:
vilt
en feutre
Vertaal:
bovendien
en outre