Wiskunde - 1 Kenmerken van functies (deel 1) Flashcards

1
Q

definitie functie

A

Een functie is een verband tussen 2 variabelen waarbij voor elke waarde van de onafhankelijke variabele hoogstens 1 waarde voor de afhankelijke variabele bestaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Op welke 4 manieren kan je een functie voorstellen?

A
  • een verwoording
  • een voorschrift
  • een tabel
  • een grafiek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is de verticale lijntest?

A

Met de verticale lijntest kunnen we grafisch nagaan of een verband een functie is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat noemen we b als f(a)=b?
En wat noemen we a?

A

b = Het beeld of de functiewaarde van de invoerwaarde a.

a = De invoerwaarde a

a is een origineel van b

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het domein van een functie?

A

Dat is de verzameling van alle invoerwaarden waarvoor een functiewaarde bestaat. (horizontale lijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is het bereik van een functie?

A

Dat is de verzameling van alle functiewaarden van f. (verticale lijn)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat zijn nulwaarden?

A

Dat zijn de x-waarden waarvoor de functiewaarde 0 is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat zijn de nulpunten?

A

Dat zijn de gemeenschappelijke punten van de grafiek van f met de x-as.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is het verschil tussen relatief maximum en absoluut maximum?

A

Relatief maximum zijn alle hoogtepunten van de grafiek.
Absoluut maximum is h et hoogste hoogtepunt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat is het verschil tussen relatief minimum en absoluut minimum?

A

Relatief minimum zijn alle lage punten van de grafiek.
Absoluut minimum is het laagste punt van de grafiek.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Wat is een extrema?

A

is een minimum of een maximum van die functie f.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe zie je het verschil tussen een verloopschema en tekentabel?

A

Een verloopschema is met pijlen en een tekentabel met tekens + en -.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Een functie f is een even functie als en slechts als?

A

A x E dom f: f(-x) = f(x)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Een functie is een oneven functie als en slechts als?

A

A x E dom f: f(-x) = -f(x)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Hoe ziet de grafiek van f(x) = 1/x eruit?

A

2 bogen die elkaar niet raken (gespitste +)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe ziet de grafiek van f(x) = x³ eruit?

A

dansend mannetje (3e graadsfunctie)

17
Q

Hoe ziet de grafiek van f(x) = x² eruit?

A

u die op x-as staat en symmetrisch over y-as.

18
Q

Hoe ziet de grafiek van f(x) = (1 / x+3) - 2 eruit?

A

gespitste + in de hoek van 3e kwadrant

19
Q

Welke 3 punten moet je geven bij gedrag op oneindig?

A

1) x -> … DAN f(x) -> …
2) lim f(x) = …
x -> 0

3) limiet van f(x) voor x naderend tot … is gelijk aan … .

20
Q

Welk probleem kan je hebben bij gedrag op oneindig en hoe los je het op?

A

PROBLEEM: dezelfde limiet met een verschillende uitkomst (bv. x->0 en x->0)

OPLOSSING: linker- en rechterlimiet (die pijlen aanpassen naar < en >.)
-> > = rechter lim, < = linker lim

21
Q

Hoe vind je de horizontale asymptoot?

A
  • heel dichte benadering
    -> de benadering is de horizontale asymptoot: HA: y=bv.-2
22
Q

Hoe vind je de verticale asymptoot?

A
  • door het domein van de functie
  • dom f = R DAN geen VA!