Fysica - Potentiële energie in het zwaarteveld Flashcards

(37 cards)

1
Q

Wat voor energie bezit een voorwerp in het zwaartekrachtveld van de aarde?

A

potentiële energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat gebeurt er met de potentiële energie van heet voorwerp wanneer het valt?

A

Dan wordt deze energie vrijgegeven, en dus omgezet naar andere vormen van energie: kinetische, mechanische, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

formule zwaartekracht

A

Fg = m.g

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

formule potentiële energie

A

Epot,g = m.g.h

m = massa
g = zwaarteveldsterkte
h = afstand van het voorwerp tot het aardoppervlak

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

formule arbeid

A

W = |Fz|. |delta h|

met W>0

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Aan wat is de arbeid verricht door de zwaartekracht gelijk?

A

Aan de tegengestelde lading van de verandering van potentiële energie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Wat betekent het wanneer een veld homogeen is?

A

Dat de elektrische veldlijnen evenwijdig zijn en da de elektrische veldsterkte overal hetzelfde is.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

formule Coulombkracht (2)

A

Fc = k. |Q1||Q2|/r²

Fc = E . Qt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat voor energie bezit de testlading?

A

elektrische potentiële energie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Definitie evenredigheid van de elektrische potentiële energie van de testlading

A

Deze energie is evenredig met de grootte van Qt, de elektrische veldsterkte E en de afstand x tot de negatieve plaat.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Van wat is de waarde van Epot/Q enkel afhankelijk van? (definitie)

A

de grootte van het elektrisch veld en de positie in dat veld. Dit noemen we de potentiaal V in een bepaald punt in een elektrisch veld.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Is de elektrische veldsterkte (E) afhankelijk van de testlading?

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Is de potentiaal (V) afhankelijk van de testlading?

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Is de elektrische veldsterkte (E) afhankelijk van de bronlading?

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Is de potentiaal (V) afhankelijk van de bronlading?

A

ja

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe is de grootheid van de elektrische veldsterkte? (vectorieel/scalair)

17
Q

Hoe is de grootheid van de potentiaal? (vectorieel/scalair)

18
Q

eenheid elektrische veldsterkte

19
Q

eenheid potentiaal

20
Q

Wat betekent de potentiaal?

A

de potentiële energie per lading

21
Q

Wat betekent de elektrische veldsterkte?

A

De kracht per Coulomb/lading.

22
Q

Hoe beweegt de potentiaal zich in het homogeen elektrisch veld (condensator)?

A

evenredig toenemend met de afstand tot de negatief geladen plaat.

23
Q

Wanneer hebben E en F een tegengestelde zin in een homogeen veld?

23
Q

Wanneer hebben E en F dezelfde zin in een homogeen veld?

24
Wat heerst er tussen de 2 tegengestelde palen van een homogeen veld (condensator)?
een potentiaalverschil (delta V)
25
Hoe verspreiden de positieve ladingen spontaan in een geleider?
van een hoge naar een laag potentiaal
26
Hoe verspreiden de negatieve ladingen spontaan in een geleider?
van een lage naar een hoge potentiaal
27
Hoe noem je de spontane verspreiding van ladingen in een geleider?
elektrische stroom
28
definitie elektrische stroom
Is de hoeveelheid die per tijdseenheid een bepaalde doorsnede van de geleider passeert. formule: I = Q/deltat
29
Waar ontstaat een elektrische spanning?
tussen 2 punten in een elektrisch veld met een verschillend potentiaal
30
aan wat is potentiaalverschil gelijk?
elektrische spanning
31
formule potentiële energie (2)
Epot = E.Qt.x Epot = V.Qt in Joule
32
formule elektrisch potentieel (3)
V = Epot/Qt V = E.x V = k.Qb/x in Volt
33
formule spanning (3)
U = delta V = V1-V2 U = -Epot/Qt in Volt
34
formule elektrische stroom (3)
I = Qtot/delta t I = n.|Q2| / delta t I = Q / delta t in Ampère
35
formule elektrische veldsterkte (2)
E = F / Qt E = k. Qb/x² in N/C
36
formule snelheid
v = vierkantswortel van alles -> 2Ekin/m komt van: deltaEkin = Ekin2 - Ekin1(=0) = Ekin2 = mv²/r = dat hierboven omgevormd