Aardrijkskunde - De Kosmos (D2) Flashcards

1
Q

Wat is de astronomische eenheid?

A

de gemiddelde afstand tussen de zon en de aarde

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoeveel bedraagt de gemiddelde afstand tussen de zon en de aarde?

A

150 000 000 km

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Hoeveel bedraagt de afstand tussen de zon en Mars ongeveer in astronomische eenheid?

A

1,5 AE = 225 000 000

afstand zon aarde (150 000 000) * 1,5AE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Is de AE een te grote of een te kleine eenheid om afstanden tussen sterren uit te drukken?

A

te klein
-> voornamelijk gebruikt voor afstanden in ons zonnestelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat gebruiken we om afstanden tussen sterren uit te drukken?

A

lichtjaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Wat is een lichtjaar?

A

de afstand die het licht in 1 jaar aflegt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoeveel bedraagt de snelheid van het licht?

A

ongeveer 300 000km/s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoeveel kilometer legt het licht af in 1jaar?

A

9,5*10^12km

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

hoeveel lichtminuten bedraagt de afstand van de aarde tot de zon?

A

slechts 8,3 minuten -> 8min20s -> 500s

-> 150 000 000km / 300 000km/s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe bereken je de snelheid?

A

afstand/tijd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe bereken je de tijd?

A

afstand/snelheid

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

hoe is ons zonnestelsel ontstaan in 8 stappen?

A
  • zon ontstaan in een stof- en gasnevel in het heelal, de zonnenevel
  • door de zwaartekracht begon de stof-en gasnevel samen te treken (materie niet gelijk verdeeld -> gebeurde onregelmatig
  • door onrgelmatige samentrekkingen = geheel begon rond te draaien
  • centrale bol trok verder samen: ontstaan nieuwe ster zodra temp en dichtheid hoog genoeg waren: ontstaan zon
  • samenklonteren v materiedeeltjes id platte schijf tot honderden beginnende planeten = planetesimalen
  • straling zon blies alle lichtere elemnten weg, waardoor de vaste klonters materie met elkaar botsten en de terrestrische planeten of rotsplaneten vormden
  • grote hoeveelheid gas in buitenste zone vormde de grote gasplaneten, de gasreuzen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

synoniem rotsplaneten

A

terrestrische planeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn planetesimalen?

A

beginnende planeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat zijn gasreuzen?

A

grote gasvormige planeten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Wat is het zonnestelsel?

A

Het geheel van planeten, asteroïden en kometen dat rond de zon draait

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
17
Q

Hoe blijven hemellichamen in hun banen?

A

door de intense zwaartekracht die de ster uitoefent vanwege zijn massa, die veel groter is dan die van welke planeet dan ook in het zonnestelsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
18
Q

Hoeveel procent van alle massa in het zonnestelsel bevat onze zon?

A

99.7%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
19
Q

Tot hoe hoog loopt de temperatuur in de zon op?

A

tot 15 miljoen °C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
20
Q

Wat is kernfusie?

A

waterstofkernen die fuseren tot heliumkernen, daarbij komt er een grote hoeveelheid stralingsenergie vrij, die na ongeveer 1 milj jaar het opp verlaat in elektromagnetische straling

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
21
Q

Hoe heet het zonneoppervlak?

A

de fotosfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
22
Q

Wat is de temperatuur van de fotosfeer?

A

6000°C

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
23
Q

Wat geeft de zon haar wit-gele kleur

A

de fotosfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
24
Q

Wat zijn de donkere vlekken op de zon?

A

zonnevlekken waar de temperatuur maar 4000°C bedraagt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
25
Q

Wat is de chromosfeer?

A

de onderste laag van de atmosfeer van de zon en sluit aan bij de fotosfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
26
Q

Wat zijn protuberansen?

A

zonnematerie dat vanuit de chromosfeer de ruimte in wordt geslingerd door de hoge druk en temp

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
27
Q

Hoe zien protuberansen er uit? Waarom?

A

lusvormig doordat de zwaartekracht van de zon de zonnematerie terug naar de zon toetrekt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
28
Q

Hoe noemen we de in en uitgangen van de zonnevlammen/protuberansen?

A

de zonnevlekken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
29
Q

Wat is de zonnewind?

A

De stroom van geladen deeltjes of zonnematerie die ontsnapt van het opp van de zon.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
30
Q

Wat zorgt ervoor dat de geladen deeltjes van de zonnewind niet tot op de aarde geraken?

A

het aardmagnetisch veld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
31
Q

Welk deel van de zon kan je zien bij een totale zoneclips?

A

de corona

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
32
Q

Wat is de corona?

A

Het buitenste deel van de zonneatmosfeer

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
33
Q

Uit wat bestaat de corona?

A

een gloed van hete en ijle gassen die een helderwitte kleur hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
34
Q

Uit hoeveel jaar bestaat de zonnecyclus?

A

11 jaar

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
35
Q

Hoe worden perioden met weinig of veel zonnevlekken genoemd?

A

zonneminima
zonnemaximum

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
36
Q

Wanneer is er meer kans op poollicht en zonnestromen?

A

Tijdens de zonnecyclus neemt het aantal zonnevlekken eerst toe en daarna weer af. Tijdens een periode van grote activiteit zijn er zonnevlekken en bijgevolg veel protuberansen.

Dat betekent dat er meer deeltjes via de zonnewind onze richting uitkomen en er meer kans is op poollicht en zonnestormen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
37
Q

Uit wat bestaat een planetenstelsel?

A

uit een ster (of meerdere) en de planeten die eromheen draaien. Ons eigen planetenstelsel wordt het zonnestelsel genoemd

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
38
Q

Wat zijn de 3 voorwaarden om van een planeet te spreken?

A
  • het object draait in een baan om de zon
  • het heeft voldoende massa om door de eigen zwaartekracht een bolvorm aan te nemen
  • het heeft het puin in zijn baan opgeruimd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
39
Q

Hoe noem je objecten die niet aan de 3 voorwaarden van een planeet voldoen?

A

dwergplaneten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
40
Q

Wat zijn manen?

A

hemellichamen die in een baan rond een planeet draaien.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
41
Q

Hoeveel manen kan een planeet hebben?

A

geen, 1 of meerdere

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
42
Q

Alle planeten vanaf de zon met de gordels erbij:

A

zon
mercurius
venus
aarde
mars
asteroïdengordel
jupiter
saturnus
uranus
neptunus
kuipergordel
oortwolk

(allemaal met een hoofdletter natuurlijk)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
43
Q

Wat zijn planetoïden en waar bevinden die zich?

A

gordel tussen Mat en Jupiter met brokstukken

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
44
Q

Wat zit er in de Kuipergordel?

A

zeer kleine ijsplaneetjes

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
45
Q

Hoeveel van de ijsplaneten van de Kuipergordel worden ingedeeld in dwergplaneten?

A

4

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
46
Q

Waarom zijn dwergplaneten geen planeten?

A
  • hebben niet genoeg massa om hun baan schoon te maken van andere objecten
  • bewegen niet in hetzelfde vlak als de aarde rond de zon
47
Q

Wat is de oortwolk?

A

een verondersteld bolvormige stofgordel die bestaat uit overblijfselen van de nevel waaruit ons zonnestelsel is ontstaan

48
Q

Uit wat is de Oortwolk op gemaakt?

A

enorme bel met dikke wanden gemaakt van ijzige stukjes ruimtepuin ter grootte van bergen en soms nog groter

49
Q

Waarom blijft de Oortwolk een theoretisch concept?

A

Aangezien er nog geen objecten zijn waargenomen in de verre oortwolk zelf

50
Q

Hoe kunnen we kometen en meteoroïden waarnemen?

A

met het blote oog of met een telescoop

51
Q

Hoe zijn terrestrische planeten ontstaan?

A

Een jonge zon blaast gassen in de omgeving van de zon weg, waardoor dichter bij de zon alleen het zwaardere materiaal overblijft.
Daardoor zijn de planeten hier steniger en klein

52
Q

Hoe zijn gasreuzen ontstaan?

A

Verder van de zon trekken de planeten het weggeblazen gas aan. Deze planeten zijn daarom groter en gasvormig

53
Q

Wat zijn meteoroïden?

A

brokstukken afkomstig van kometen of planetoïden die door de ruimte zweven

54
Q

Wat is aurora borealis?

A

het poollicht

55
Q

Uit wat bestaan meteoroïden?

A

vast gesteente of ijzer

56
Q

Wanneer wordt een meteoroïde een meteoor (vallende ster) en wanneer een meteoriet?

A
  • meteoor: als volledig opbrandt in de dampkring als gevolg van wrijving
  • meteoriet: als niet volledig opbrandt in de dampkring
57
Q

Wat kan er ontstaan door de enorme inpact van de inslag door een meteoriet?

A

een inslagkrater bv Chicxulubkrater

58
Q

Hoe heette de meteorenzwerm die je kon zien rond 12 augustus?

A

de Perseïden

59
Q

Hoe wordt een komeet nog genoemd?

A

‘vuile sneeuwbal’

60
Q

Wat zijn de 4 aardse planeten?

A

Mercurius , Venus, Aarde, Mars

61
Q

Wat zijn de 4 gasreuzen?

A

Jupiter, Saturnus, Uranus, Neptunus

62
Q

Van waar komen komen en van waar komen meteoren/meteorieten?

A
  • kuiptergordel/oortwolk = kometen
  • meteoroïden = planetoïden
63
Q

Uit wat bestaan kometen?

A

ijs en stof

64
Q

Hoe ontstaat de coma en wat is het?

A

= een wolk van gas en stof die zich uitstrek tot 1 miljoen km rond de kern van een komeet

-> wanneer deze dicht bij de zon is waardoor het ijs sublimeert

65
Q

Welke 2 staarten hebben kometen?

A
  • witgele staart (doordat stofdeeltjes het zonlicht weerkaatsen)
  • blauwe staat (die bestaat uit geladen deeltjes die door de zonnewind worden weggeblazen)
66
Q

Door wat is de staart van een komeet altijd naar waar gericht?

A

door de zonnewind is de staart altijd weggericht van de zon

67
Q

Wat is een sterrenstelsel + synoniem?

A

sterrenstelsel of galaxie is een groep van sterren die relatief dicht bij elkaar staan en door de zwaartekracht bijeengehouden worden.

68
Q

Hoe noemt ons eigen sterrenstelsel waartoe ook onze zon behoort?

A

het Melkwegstelsel

69
Q

Wat is de band van licht die we de Melkweg noemen en die we zien als we naar de hemel kijken?

A

is eigenlijk de projectie van het Melkwegstelsel op de hemelkoepel

70
Q

In welke 3 hoofdtypes delen astronomen de sterrenstelsels in?

A
  • elliptische stelsels
  • spiraalstelsels
  • onregelmatige stelsels
71
Q

Hoe worden elliptische stelsels aangeduid?

A

met de letter E gevolgd door een cijfer dat de mate van afplatting aangeeft

72
Q

Voor wat staat E0

A

voor een elliptische stelsel dat zo goed als een rond stelsel is.
-> 7wijst dan weer op een sterke afplatting

73
Q

Hoe ontstaan elliptische stelsels?

A

door kleine sterrenstelsels op te slokken

74
Q

In wat worden de spiraalstelsels verdeeld?

A

in de gewone spiralen (spiraalarmen starten uit een ronde kern) en de balkspiralen (starten uit de uiteinden van een centrale balk

75
Q

voor wat staat de a, b en c achter S(B)

A

a = grote kern + sterk opgewonden
c = kleine kern + zeer los

76
Q

Uit wat ontstaan onregelmatige stelsels?

A

uit een vrij chaotische verzameling sterren, waarbij geen duidelijke ellips- of spiraalstructuur zichtbaar is

77
Q

Wat voor een stelsel is ons Melkwegstelsel?

A

balkspiraalvormig

78
Q

Wat is de diameter van het Melkwegstelsel?

A

100 000 lichtjaar

79
Q

Wat is de dikte van ons Melkwegstelsel?

A

20 000 lichtjaar

80
Q

Waar in het Melkwegstelsel bevindt onze zon zich?

A

in 1 van de spiraalarmen van het Melkwegstelsel -> de Orionarm

81
Q

Hoe ver is onze zon verwijderd van het centrum van het Melkwegstelsel?

A

27 400 lichtjaar

82
Q

Wat zijn nevels?

A

Diffuse objecten die zich tussen de sterrenstelsels bevinden en voornamelijk bestaan uit gas, stof en plasma.

83
Q

Hoe heten de nevels die zich binnen ons Melkwegstelsels bevinden?

A

de galactische nevels

84
Q

Uit welke 3 hoofdtypes bestaan de galactische nevels?

A
  • absorptienevels
  • reflectienevels
  • emissienevels
85
Q

Wat zijn absorptienevels?

A

/donkere nevels

= stofwolken die het licht van verder weg gelegen sterren verzwakken of zelfs volledig absorberen

86
Q

Wat zijn reflectienevels?

A

betrekkende koele gas- en stofwolken die het licht van naburige sterren weerkaatsen en verstrooien

87
Q

Wat zijn emissienevels?

A

nevels die zelf zichtbare straling uitzenden

88
Q

Hoe heten de nevels buiten ons Melkwegstelsel?

A

extragalactische nevels

89
Q

Welk vorm heeft een planetaire nevel?

A

kunnen uiteenlopende vormen hebben

90
Q

Wat zijn planetaire nevels?

A

gassen die vrijgekomen zijn tijdens de krimping van een ster tot een witte dwerg (in het midden)

-> bekendste is de Ringnevel

91
Q

Wat is een supernova?

A

een krachtige explosie van een grote ster

92
Q

Hoe heten de nevels die uit een supernova verderkwamen?

A

supernovarestanten

93
Q

Wat zijn de eigenschappen van blauwe reuzen?

A

heel helder, heet

94
Q

Wat zijn de eigenschappen van rode dwergen?

A

koeler, lichtzwak

95
Q

Waar in het Hertzsprung-Russeldiagram bevindt onze zon zich?

A

ergens in het midden

96
Q

Wat zijn de eigenschappen van witte dwergen?

A

heet, maar lichtzwak

97
Q

Wat zijn de eigenschappen van rode reuzen?

A

relatief koel

98
Q

Wat zijn exoplaneten?

A

planeten die om een andere ster dan de zon draaien
-> bestaan van deze planeten is vnmlk afgeleid van indirecte waarnemingen

99
Q

Hoe ontstaat een ster?

A
  • in de ruimte komen enorm grote gaswolken/nevels van waterstof voor (=kraamkliniek voor sterren)
  • evenwicht wordt soms verstoord: ontstaan verdichtingen door Fz: hierdoor stijgt de temp => protoster
  • temp stijgt verder waardoor kernreactie ontstaat => ster
100
Q

Door wat is de ster in evenwicht?

A

doordat 2 krachten elkaar opheffen:
- Fz: kracht naar binnen gericht
- kernreactie: kracht naar buiten gericht

101
Q

Hoe noem je de x en y-as van het Hertzsprung-Russel diagram?

A

x= temp (pijl naar y-as gericht)
y = intrinsieke helderheid (pijl weg van x-as gericht)

102
Q

Hoe zijn de kleuren van warmte verdeeld over de x-as?

A

in punt van y-as:
blauw - wit - geel - oranje - rood

103
Q

Waar in het Hertzsprung-Russel-diagram bevinden de witte dwergen zich? + wat is hun intrinsieke helderheid?

A

in het puntje van de y- en x-as

-> kleine IH

104
Q

Wat is de intrinsieke helderheid?

A

De helderheid van de ster zelf, onafhankelijk van de afstand

105
Q

Wat is de schijnbare helderheid?

A

Helderheid hoe wij ze waarnemen, is afhankelijk van de afstand en de intrinsieke helderheid

106
Q

Wat is de dalende rechte in het diagram?

A

de hoofdreeks = een stabiele situatie

107
Q

Waar in het Hertzsprung-Russel-diagram bevinden de rode reuzen zich?

A

in het uiterste puntjes rechtsboven

108
Q

Hoe is de intrinsieke helderheid van rode reuzen

A

hoog

109
Q

Wanneer evolueren sterren naar hoofdreekssterren? Wat betekent dit?

A

Nadat kernfusiereacties zijn opgestart
-> = stabiele toestand

110
Q

Tot wanneer blijven sterren op de hoofdreeks?

A

Tot waterstof is opgebruikt -> daarna beschrijven ze een evolutiespoor

111
Q

Van wat is de tijdsduur dat sterren op de hoofdreeks blijven afhankelijk?

A

van de massa:

  • grote zware sterren = evolueren snel + ontploffing als einde
  • kleine licht sterren = evolueren traag + doven langzaam uit (bv de zon)
112
Q

Wat is de volgorde van elementen bij zware sterren?

A

water
helium
koolstof
neon
zuurstof
silicium
ijzer

-> energieproductie erg hoog = ster zet enorm uit = ontstaan supperreus

113
Q

Hoe verloopt de uiteindelijke verdere evolutie van een supernova?

A

-> afhankelijk van de massa:

  • zwart gat: meer dan 30x zonsmassa. Fz is zo groot dat zelfs het licht niet meer kan ontsnappen
  • neutronenster: tussen de 10 en 30x. E- en p+ smelten samen tot neutronen