Fysica - Schakeling van weerstanden (theorie) Flashcards

1
Q

Wat is de elektrische stroom?

A

de hoeveelheid lading die in een tijdsinterval een bepaalde doorsnede van een geleider passeert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

formule elektrische stroom

A

I = Q/delta t

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Waarom kan een isolator geen ladingen verplaatsen?

A

Omdat die geen vrije elektronen bezit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat gebeurt er wanneer je elektroscopen verbindt met een geleider?

A
  • extra e- v elektroscoop 1 stoten elkaar af en duwen elkaar id geleider
  • hierdoor verliest elektroscoop 1 lading
  • e- komen in elektroscoop 2 via de geleider
  • elektroscoop 2 wordt neutraal

=> er loopt een elektrische stroom door de geleider

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Aan welke 2 voorwaarden moet voldaan zijn om een stroom te hebben tussen 2 punten?

A
  • er moet een spanning (=potentiaalverschil) tussen die 2 punten zijn
  • om stroom in stand te houden moet de spanning tussen de punten behouden blijven en kun je bv een bron gebruiken
  • in de ruimte tussen de 2 punten moeten er vrije ladingen zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoe noemen we een elektronpomp en voor wat wordt het gebruikt?

A
  • spannings- of stroombron
  • om een wat zinvol blijvende stroom te verkrijgen, zullen we in onze keten een component moeten opnemen die de e- die naar de andere kant gestroomd zijn terugpompt
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

voorbeelden spannings- of stroombron

A

stopcontact, batterijtjes, de accu(mulatoren) uit onze auto of brommer, dynamo’s

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoe is de verplaatsing van elektronen in een niet verbonden geleider aan een spanningsbron?

A

willekeurig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoe is de verplaatsing van elektronen door een geleider onder invloed van een spanning?

A

van - naar +
tegengestelde zin als die van het elektrische veld

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Hoe verplaatsen de vrije e- zich in een stroomvoerende geleider?

A

van de neg naar de pos pool vd spanningsbron

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoe loopt de conventionele stroomzin?

A

buiten de stroombron van +pool naar -pool en binnen de bron van -pool naar + pool

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoe loopt de conventionele stroom in de A-meter bij een correct aangesloten A-meter?

A

van de plus naar de min aansluiting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Wat is de drifsnelheid?

A

de snelheid waarmee de elektronen zich al botsend doorheen de doorsnede A zich verplaatsen = 0,52 m/h

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

def spanning U12

A

de spanning U12 tussen 2 punten 1 en 2 in een elektrisch veld is het potentiaalverschil tussen die 2 punten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

def spanningspijl

A

de spanningspijl wijst naar het punt met de hoogste pot

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Hoe ziet gelijkspanning eruit op een as van U(y)/t(x)

A

constant

17
Q

Hoe ziet wisselspanning u eruit op een as van U(y)/t(x)

A

omhoog, omlaag, omhoog, omlaag, … over w-as

18
Q

Hoe ziet wisselende spanning eruit op een as van U(y)/t(x)?

A

willeekeurig

19
Q

Wat is elektrische weerstand R?

A

dat is de fysische eigenschap van een systeem die aangeeft of een systeem gemakkelijk of moeilijk stroom doorlaat

20
Q

Welk symbool voor een staafweerstand?

A

rechte met een rechthoek op

21
Q

Welk symbool voor een draadweerstand?

A

rechte met ribbel

22
Q

Welk symbool voor veranderlijke weerstanden (regelbare weerstanden)?

A

die vd staafweerstand of draadweerstand met een pijl naar rechtsboven door

23
Q

Hoeveel bedraagt de spanning tussen de 2 draden die naar een stopcontact gaan?

A

230V

24
Q

Wat is de wet van Ohm?

A

de spanning over een geleider is recht evenredig met de elektrische stroom die door de geleider doorloopt

25
Q

formule wet van Ohm

A

R = U/I

26
Q

Voor wat gebruikt men de geleidbaarheid G + synoniem?

A

/conductantie
- om aan te geven hoe goed de stroom door een geleider loopt

27
Q

formule geleidbaarheid G

A

G = 1/R
G = I/Ur

= altijd pos en in Siemens

28
Q

Wat is de oorzaak van het Joule-effect?

A

elektronen die al botsend doorheen het metaalrooster bewegen

29
Q

Wat is het joule-effect?

A

elektrische energie naar warmte = Qw

30
Q

Wat is Qw? (3)

A
  • hoeveelheid elektrische energie die wordt verbruikt
  • warmte-ontwikkeling id geleider
  • arbeid door de botsende e- verricht
31
Q

formule van Joule

A

Q = R.I².delta t

32
Q

formules vermogen

A

P = W/delta t
P = E/delta t
P = Q/delta t

33
Q

hoeveel bedraagt de netspanning?

A

U = 230V

34
Q

Wat is 1kWh?

A

hoeveelheid energie die verbruikt wordt in 1 uur door een toestel met een vermogen van 1 kW