Aardrijkskunde - De Kosmos (D3) Flashcards

1
Q

Hoe verklaren we de oorsprong van het heelal?

A

door de Big Bang of de oerknaltheorie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is de oerknaltheorie?

A

Dat het heelal ong 13,8 miljard jaar geleden ontstond vanuit een minuscuul puntje, dat bekend staat als singulariteit.
-> had een extreem hoge straling, temp en druk, en bevatte alle materie die er bestaat

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is het mogelijke toekomstscenario over het heelal bij gesloten heelal + synoniem?

A

/Big Crunch/krimpend

= genoeg materie = Fz uiteindelijk de overhand = uitdijing heelal stopt = heelal krimpen en botsen sterren, planeten en sterrenstelsels
-> alle materie terug in 1 punt geconcentreerd = opnieuw oerknal

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is het mogelijke toekomstscenario over het heelal bij vlakke heelal + synoniem?

A

/statisch

= heelal steeds langzamer uitdijen tot het stopt = heelal groeit niet meer en krimpt ook niet = volume constant

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is het mogelijke toekomstscenario over het heelal bij open heelal + synoniem?

A

= niet genoeg materi aanwezig om Fz te overwinnen en de uitdijing te stoppen = uitdijende heelal:

2 mogelijkheden:
- Big Chill/lineair uitdijend = expansie gebeurt lineair = uitdijing blijft aan zelfde tempo verder gaan
- Big Rip/versneld uitdijend = theorie waarbij uidijing van heelal versnelt en uiteindelijk uiteenvalt

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Welke van de 4 geziene mogelijke toekomstscenario’s is het meest waarschijnlijk

A

1 vd 2 open helallen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Hoe is de Fz tov de F expansie bij elk toekomstscenario?

A
  • gesloten heelal: Fz> F expansie
  • vlak heelal: Fz = Fexpansie
  • open heelal: Fz< Fepansie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Wat is roodverschuiving?

A

wanneer de lichtbron steeds verder weg gaat van de waarnemer.

De gemeten golflengte van het licht wordt langer en de frequentie lager.
De fraunhoferlijnen verschuiven in de richting van het rood.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Wat is de blauwverschuiving?

A

Wanneer de lichtbron steeds dichter bij de waarnemer komt.

De gemet golflengte van het licht wordt korter en de frequentie hoger.
De fraunhoferlijnen verschuiven in de richtingen van het blauw

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly