Aardrijkskunde - 1 Vlaanderen is verstedelijkt Flashcards

1
Q

Wat is open ruimte?

A

Dat is de ruimte waar openheid primeert en waar de niet bebouwde ruimte overweegt. Natuur en landbouw vormen de structuurbepalende functies in deze open ruimte.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Wat is ruimtebeslag?

A

Dat is de ruimte die ingenomen wordt voor menselijke activiteiten. Het gaat dus om de ruimte die we gebruiken voor huisvestiging, industrie, handel, transportinfrastructuur, recreatie (zoals sportvelden) en ook parken en tuinen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Wat is verharding?

A

Dat is wanneer het bodemoppervlak door de mens gewijzigd wordt met ondoorlaatbare materialen.

bv: gebouwen, wegen, terrassen, opritten, parkings, …

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat is versnippering?

A

Dat betekent dat ruimtelijke gehelen zoals natuurgebieden, landbouwzones, woonzones, … in de loop van de tijd verbrokkeld geraken. Voor verspreide wonnzones gebruikt men soms ook de term “urban sprawl”.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is een ander woord voor versnippering dat gebruikt wordt voor verspreide woonzones?

A

urban sprawl

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Wat is lintbebouwing?

A

Dat is wanner de huizen niet gegroepeerd in een kern liggen maar op een lint.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Hoeveel procent van Vlaanderen is open ruimte?

A

ongeveer 70%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Hoeveel procent van Vlaanderen is verharding?

A

ongeveer 15%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Hoeveel procent van Vlaanderen is ruimtebeslag?

A

ongeveer 30%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Wat komt er eerst: verharding of ruimtebeslag?

A

ruimtebeslag

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Hoeveel procent van Vlaanderen was versteend in 1985?

A

11,6%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Hoeveel procent van Vlaanderen was versteend in 2013?

A

18,7%

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Geef 3 negatieve gevolgen van het volbouwen van Vlaanderen.

A
  • amper ruimte voor landbouw, natuur of projecten
  • we zijn zo voor voeding afhankelijk van andere landen
  • we kunnen overstromingen zo niet meer beheersen
  • het is moeilijker om openbaar vervoer te plannen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat zijn de oorzaken van ‘moderne’ lintbebouwing? (5)

A
  • opkomst auto
  • geen verbod op bouwen
  • economische groei (bv 2e auto betaalbaar)
  • in rust wonen
  • betaalbaarheid (veel plaats = goedkoper)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Wanneer startte ‘moderne’ lintbebouwing?

A

Na WOII

16
Q

Hoe verklaar je het verschil in moderne lintbebouwing met Nederland?

A

Daar zijn ze veel meer georganiseerd, gepland en gestructureerd + de gronden zijn vaak eigendom van de overheid

17
Q

Geef 5 nadelen van lintbebouwing

A
  • binnengronden zijn nog moeilijk te ontsluiten
  • versnippering van de landbouwgronden
  • gevaarlijk: drukke wege moeten gedwarst
  • grote kosten voor de gemeente: lange afstanden water, elektriciteit, gas, ophalen vuil, post, …
  • grote afstanden tussen woning en school, winkel, kerk, …
  • de weggebruiker ziet enkel huizen
  • verkeerslawaai blijft tussen de huizen hangen
18
Q

Welke 3 vormen van bebouwing heb je?

A
  • kernbebouwing
  • gespreide bebouwing
  • lintbebouwing
18
Q

Waarom beseffen we vaak niet dat verspreid bouwen ons veel extra geld kost?

A

Omdat de kosten gedragen worden door de overheid en niet door de burger zelf.

19
Q

Waarom ligt de maatschappelijke kost voor de infrastructuur veel hoger buiten de stedelijke gebieden?

A

OMdat een gebouw buiten de stadskern aanzienlijk meer infrastructuur nodig heeft (x10) zoals rioleringen, wegen, fietspaden, verlichting, … Meer infrasctructuur betekent ook een hogere kost.

20
Q

Waarom ligt de maatschappelijke kost voor mobiliteit veel hoger buiten de stedelijke gebieden? Geef minstens 2 oorzaken.

A
  • gezinnen dei buiten stad wonen, hebben meestal meer dan 1 auto en de auto wordt ook meer uren gebruikt
    -> meer verkeer -> meer files -> meer ongevallen
  • het openbaar vervoer is veel moeilijker te regelen bij verspreide bebouwing en dus kostelijker.
21
Q

Waarom ligt de maatschappelijke kost van verharding veel hoger buiten de stedelijke gebieden?

A

Buiten de stad is er per gebouw aanzienlijk meer verharding van open ruimte. In de stad is dat per persoon veel minder omdat men daar veel compacter woont. Hierdoor gaat er ruimte verloren.

22
Q

Door welke 3 dingen is suburbanisatie mogelijk?

A
  • anti-stedelijk beleid: gepromoot door goedkope leningen en premies en genoemd de wet De Taeye
  • toenemende koopkracht vd mensen: eigen wagen was geen luxe meer
    -> men kon dus werken in de stad maar toch buiten de stad wonen
  • toenemend openbaar vervoer: men kon verder van de stad gaan wonen.
23
Q

Wat is de wet De Taeye?

A

Het anti-stedelijk beleid

24
Q

Wat is suburbanisatie?

A

uitwijken naar de stadsrand

25
Q

Wat is desuburbanisatie?

A

uitwijken naar de banlieu

26
Q

Welk nadeel wordt snel duidelijk bij suburbanisatie?

A

files

27
Q

Wanneer was er een pril begin van reglementering bij suburbanisatie?

A

1962

28
Q

Vanaf wanneer spreekt men van een echt ‘ruimtelijk’ beleid?

A

vanaf de jaren 80

29
Q

Hoe verklaar je het grote verschil in ruimtelijke ordening tussen Nederland en België?

A

In België is grondbezit snel geprivatiseerd.
In Nederland zijn de gronden vooral in het bezit van de gemeentes en overheid.

30
Q

Wie heeft er baat gehad bij het ruimtelijk beleid? Het individu of de gemeenschap?

A

voordeel individu: grote tuin, grote percelen, …
nadeel gemeenschap: kostprijs stijgt voor riolering, postbedeling, …

31
Q

Naast suburbanisatie en desuburbanisatie van de bevolking zien we dezelfde tendens bij de economische activiteiten. Zowel industrie, handel en diensten gaan gedeeltelijk nieuwe gronden in gebruik nemen in de stadsrand en banlieu. Welke voordelen bieden deze nieuwe gronden? (2)

A
  • goedkopere grond -> meer parking en grotere winkels.
  • goede bereikbaarheid door de vele invalswegen
32
Q

Wat is re-urbanisatie?

A

de omkeer van de stadsvlucht waarbij de stedelijke bevolking weer lichtjes begint te stijgen

33
Q

Geef 4 redenen waarom mensen in de stad blijven

A
  • flexiber werk (nergens definitief willen vestigen)
  • minder vaste relaties (minder snel definitief vestigen)
  • dichter bij activiteiten
  • vernieuwingsprojecten trekken mensen aan
34
Q

Wat zijn yuppies?

A

de nieuwe middenklasse

35
Q

Wat is gentrification?

A

het innemen van de panden van vernieuwingsprojecten door de nieuwe middenklasse (yuppies)

36
Q
A