Frans - 1 Je suis accro au padel! (voc) Flashcards
een abonnement
un abonnement
een app
une appli(cation)
de atletiek
l’athlétisme (m)
de fuif, het feestje
la boum
de tennisbaan
le court de tennis
de (berg) beklimming
l’escalade (f)
het kampvuur
le feu de camp
de klimmer
le grimpeur
een gelegenheid
une occasion
het publiek
le public
de (wandel)tocht, de (trek)tocht
la randonnée
de rust
le repos
de sociale media
les réseaux sociaux
de rugzak
le sac à dos
de chat
le tchat
leuk, grappig
amusant(e)
verslaan
battre
(zich) verwonden, (zich) kwetsen
(se) blesser
bewegen
bouger
in de tent slapen
dormir sous la tente
(met z’n vieren) zijn
être (quatre)
heel geboeid zijn door, een passie hebben voor
être passionné(e) de
klimmen, klauteren
grimper
joggen
jogger
zijn tent opzetten
monter sa tente
repeteren
répéter
zich abonneren (op)
s’abonner (à)
zwemmen
se baigner
uitgaan (in een discotheek)
sortir (en boîte)
chatten
tchatter
met behulp van
à l’aide de
ter gelegenheid van
à l’occasion de
dicht bij
à proximité de
de hobby’s, de vrijetijdsbesteding
les loisirs (m)
de deelnemer, de deelneemster
le participant
la participante
de hobby, het tijdverdrijf
le passe-temps
toegankelijk
accessible
bereiken
atteindre
toegang hebben tot
avoir accès à
zin hebben in
avoir envie de
aanmoedigen
encourager
verslaafd zijn aan, bezeten zijn van
être accro à
zich vermaken, zich ontspannen
se distraire
trainen, oefenen
s’entraîner
rondhangen
traîner
de vechtsporten
les arts martiaux
de kano
le canoë
de (berg)beklimmer
l’escaladeur (m)
de sportzaal, de turnzaal
le gymnase
de vogelkunde
l’ornithologie (f)
het pretpark, het attractiepark
le parc d’attractions
het benjispringen, de benjisprong
le saut à l’élastique
het parachutespringen
le saut en parachute
koken
cuisiner
zijn tent opzetten
dresser sa tente
(berg)beklimmen
escalader
wandelen
faire de la marche
kanoën
faire du canoë
paardrijden
faire du cheval
fietsen
faire du vélo
vogels spotten
observer les oiseaux
op avontuur gaan
partir à l’aventure
duiken
plonger
het boek
le bouquin
de acteur, de actrice (toneel)
le comédien, la comédienne
het festival
le festival
de literatuur
la littérature
het schilderij, de schilderkunst
la peinture
de fotografie
la photographie
de repetitie
la répétition
de scène, het podium
la scène
het beeldhouwwerk, de beeldhouwkunst
la sculpture
het spektakel
le spectacle
de toeschouwer, de toeschouwster
le spectateur, la spectatrice
het toneelgezelschap
la troupe (de théâtre)
plankenkoorts hebben
avoir le trac
lezen
bouquiner (fam.)
opkomen
entrer en scène
musiceren
faire de la musique
toneelspelen
faire du théâtre
een rol spelen
jouer un rôle
beeldhouwen
sculpter
de (postzegel-) verzameling
la collection (de timbres)
de verzamelaar, de verzamelaarster
le collectionneur, la collectionneuse
het gezelschapsspel
le jeu de société
Het verzamelen van postzegels
la philatélie
de streamingdienst
la plateforme de vidéos à la demande
de spelregels
les règles du jeu (f)
rustgevend
reposant(e)
gaan vissen
aller à la pêche
op café gaan, iets gaan drinken
aller boire un verre
een gezelschapsspel spelen
jouer à un jeu de société
kaarten, een kaartspel spelen
jouer aux cartes
rusten
prendre du repos
op café gaan, iets gaan drinken
prendre un verre
relaxen
se relaxer