Biologie - zo goed als al de te kennen functies (examen 1) Flashcards
orgaanstelsel
verschillende organen die samenwerken aan een grote taak
celwand 3
structuur, steun en bescherming voor de cel
plasmamembraan (p+d) 3
- begrenzing
- uitwisseling
- transport
Vormt een grens tussen de omgeving (extracellulair) en de celinhoud (intracellulair) waardoor het de in- en uitvoer van stoffen in de cel kan regelen
glycocalix 4
- bescherming celmembraan
- immuniteit
- celadhesie
- bescherming tegen kanker
cytoskelet 4
- structuur, vorm en stevigheid van de cel
- voortbeweging van de cel en in de cel
centrosoom: centriolen
essentiële rol bij celdeling
kern/nucleus
- controlecentrum van de cel
- bevat de erfelijke informatie
ribosomen
eiwitsynthese
endoplasmatisch reticulum 3
- synthese van proteïnen voor excretie of plasmamembraan
- transportroute voor proteïnen
- bewerken van proteïnen
golgi-apparaat 3
- nabewerking/modificatie van proteïnen en lipiden afkomstig van ER -> glycoproteïnen en glycolipiden
- sorteren van moleculen
- productie secretieblaasjes: exocytose, verpakking van afbraakenzymen voor lyosomen
lyosomen
bevatten verteringsenzymen voor afbraakreacties (afbraak door heterofagie of autofagie)
peroxisomen
afbraak vetzuren (ontstaan H2O2)
vacuolen 3
- planten: stevigheid vd cel
- planten: celstrekking (turgor)
- beschermende functie: inwendige milieu constant houden
-> opslag reservestoffen of afvalstoffen (en afbraak)
-> opslag van gifstoffen bv tanines
mitochondriën
energiecentrales met eigen DNA, ribosomen en eiwitten
plastiden 3
verschillend naargelang soort:
- chloroplasten (helpt bij fotosynthese)
- chromoplasten (kleurstoffen/opslagplaats pigmenten)
- leukoplasten (opslagplaats zetmeel)
chloroplast
chlorofyl: absorptie van lichtenergie voor de fotosynthese
chromoplast
opslagplaats pigmenten/kleurstoffen
leukoplast
opslagplaats zetmeel
water
ROTWBOT (of: WatersTROoMBooT -> WTROMBT)
- belangrijk Reagens bij chemische reacties in de cel
-> bv condensatiereacties en hydrolysereacties - Oplosmiddel voor vele stoffen in of buiten de cel
- Transportmiddel
- Warmteregulering
- Bescherming organen
- Onmisbaar milieu waarin chemische reactie gebeuren
- Turgor in plantencellen
sachariden/koolhydraten 3
- energiebron
- reservestof voor planten (zetmeel) en dieren (glycogeen)
- bouwsteen celwand bij planten (cellulose) en genetische materiaal (DNA en RNA)
Hexosen (monosachariden)
Belangrijkste energiebron voor levende organismen
sacharose (disachariden)
invertsuiker: hydrolyse van sacharose met vorming van glucose en fructose
maltose (disachariden)
- afbraakproduct van zetmeel en glycogeen
- kiemen van mout, aardappelen en boekweit
zetmeel (polysachariden)
reservekoolhydraat van planten
glycogeen (polysachariden)
reservekoolhydraat dieren:
- spieren: fysieke inspanning
- lever: bloedsuikerspiegel
Lipiden
WEBBIRO
- Waterafstotende eigenschap verlenen (wassen)
- Energiebron
- Bestanddeel van het celmembraan (fosfolipiden)
- Beschermen organen en gewrichten
- Isolatie
- Reservestof voor dieren en planten
- Oplosmiddel (vitamines)
cortisol
- immuunsysteem
- vochthuishouding
- urineproductie
proteïnen + vb
COMET B
- Communicatie tussen cellen onderling: bv zenuwstelsel; neurotransmitters
- Opbouwende functie -> structurele eiwitten -> stevigheid en vorm van de cellen: bv huid: keratine, collageen
- celMetabolisme: enzymwering
- Energiebron
- Transport van stoffen: bv hemoglobine
- Beschermende functie: bv antilichamen of antistoffen
voorbeelden van proteïnen of eiwitten
MOCHMFAK (mochafam)
- Myoglobine: spieren, zuurstof opslaan
- Ovalbumine: eiwit in een ei
- Caseïne: melkeiwit
- Hemoglobine: rode bloedcellen, zuurstoftransport
- Myosine: werking spieren
- Fibrinogeen: bloedstolling
- Albumine: graan
- Keratine: haar, nagels
anorganische verbindingen: gassen
Energie voor levensactiviteiten: afbraak stoffen (aërobe of anaërobe)
exocytose
afvalstoffen na vertering of excretieproducten buiten de cel brengen bv hormonen
steroïdhormonen/geslachtshormonen 3
- geslachtsontwikkeling
- productie zaad- of eicellen
- ontwikkeling van secundaire geslachtskenmerken
corticosteroïden
bij gewervelde dieren:
- immuunsysteem
- de vochthuishouding
- urineproductie
- produceren cortisol (stresshormoon door de bijnieren)
anabole steroïden
- bevorderen spiergroei
- doping
katabole steroïden
- in verschillende medische toepassingen
kanaalproteïnen (poortkanalen/gated channels)
membranen die voorzien zijn van specifieke transportsystemen
- open
- laten transport toe volgens de concentratiegradiënt
- sommigen specifiek signaal nodig zoals een impuls
eenvoudige diffusie
wanneer kleine, voornamelijk apolaire moleculen, gassen en vetoplosbare moleculen geen hinder ondervinden om zich via diffusie door het membraan te bewegen
carriers
membranen die voorzien zijn van specifieke transportsystemen
- meestal gesloten
- transporteren deeltjes zowel met de concentratiegradiënt mee als tegen de concentratiegradiënt in
gefaciliteerde diffusie
diffusie waarbij gebruik gemaakt wordt van proteïnen
uniporters
eenrichtingsverkeer bij diffusie -> geen 2 deeltjes in tegengestelde richting tegelijk doorheen de transportproteïnen/uniporters
de ionenkanalen
speciale kanaalproteïnen voor ionen
osmatische druk
de druk die op de watermoleculen doorheen een membraan wordt uitgeoefent
plasmylose
proces waarbij vacuolen krimpen door het verlies van water waarbij de celmembranen als gevolg zouden loskomen van de celwanden
deplasmylose
proces waarbij planten die in een hypo-osmotische omgeving leven de plantencel water kan blijven opnemen tot het celmembraan helemaal tegen de celwand aandrukt
iso-osmotische omgeving (ontstaan)
ontstaan wanneer het celmembraan tegen de celwand aangedrukt zit
-> gevolg = ook geen turgor op dat moment
lyosomen
blaasjes met verteringsenzymen afkomstig van het golgi-apparaat, kunnen samensmelten met de fagosomen, om zo de proteïnen in het fagosoom af te breken
exocytose
transportmechanisme om stoffen vanuit het intracellulair milieu naar het extracellulair milieu te verplaatsen