VO week 12 Flashcards

1
Q

welk onderzoek wordt gedaan als iemand een zwakke urine straal heeft?

A
  • urine kweek voor UWI
  • rectaaltouche
  • creatinine in bloed voor nierfunctie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is het eerste symptoom van prostaatkanker?

A

is er niet vaak komen ze pas als ze botmetastasen hebben

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

welke onderzoeken verricht een uroloog als het PSA (prostaat specifieke antigenen) verhoogd is (>4)?

A
  • echo vd prostaat
  • echogeleide prostaat biopsies
  • flow meting
  • echo residu (schatting hoeveelheid urine in blaas na plassen)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

wat is het werkingsmechanisme van hormonale therapie?

A

remmen van de groei van prostaatkankercellen. je remt de androgeenreceptor door minder testosteron er aan te laten binden. de tumor is vaak afhankelijk van een androgeen receptor cascade

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de androgeenreceptor?

A

een eiwit dat via DNA binding transcriptie reguleert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

welke cellulaire processen worden gereguleerd door geactiveerde androgeen receptor in de normale prostaat epitheelcellen?

A
  • tegengaan van apoptose
  • spermatogenese
  • ??
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

wat is de gezonde waarde van PSA in het bloed?

A

0 want het prostaat is een exocriene klier die PSA naar buiten brengt om ejaculaat vloeibaarder te maken.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

waarom geven we de LHRH agonisten icm met antiandrogeen?

A

door de feedback loop: LHRH maakt LH hierdoor wordt veel testosteron gemaakt waardoor er een piek hierin instaat. hierdoor krijg je negatieve terugkoppeling.

dit combineer je met een antiandrogeen. deze blokkeren dus de androgeenreceptor cellen waardoor testosteron niet kan binden en dus de tumorcellen niet kunnen groeien

BELANGRIJK

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

is DNA, RNA of eiwit handig om te kijken naar de genexpressie?

A

we kijken naar RNA want daar in kan je genexpressie halen DNA kan dus niet. eiwit zou ook want de hoeveelheid eiwit zegt iets over hoe actief het gen is maar dit is minder handig

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is een dye-swap?

A

onafhankelijke cellen worden rood gekleurd ipv groen en afhankelijke idem

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

hoe werkt een cDNA microarray experiment?

A

er zijn cellen die onafhankelijk en afhankelijk zijn van de androgene pathway. dan kleur je deze cellen aan onafhankelijk = groen, afhankelijk = rood. dan heb je een array waarom alle genen zijn die tot genexpressie kunnen leiden. door spotting gaat de cellen die de genen bevatten binden aan de array. hierdoor kleurt het dus aan en weet je welke genen in de (on)afhankelijke cellen tot expressie komen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

wat betekent het als een spot groen, rood of geel is?

A

groen = gen staat harder aan in de onafhankelijke cellen dan in de afhankelijke cellen
rood = gen staat harder aan in de afhankelijke cellen dan in de onafhankelijke cellen
geel = gen staat even hard aan in de afhankelijke als onafhankelijke cellen
zwart = gen staat zo laag uit dat het limiet het niet kan meten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

welke cellen worden gebruikt voor microarray technologie?

A
  • afhankelijke cellen: gaan dood door hormoontherapie
  • onafhankelijke cellen: niet afhankelijk androgenen voor groei tumor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

welke microarray heeft meer spotjes de man of de vrouw?

A

man heeft een Y chromosoom hier liggen genen (testis determaning factor) nergens anders op de chromosomen hierdoor heeft de man het er meer. vrouw 2x X op elke X liggen de zelfde genen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

wat doet de huisarts als iemand binnen komt met bloed in haar urine zonder pijn?

A
  • urine sediment en kwee voor UWI
  • patiënt bang voor kanker?
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wanneer verwijs je deze patiënt door?

A

pijnloze hematurie is een alarmsymptoom om iemand door de verwijzen naar een uroloog

17
Q

welk onderzoek doet de uroloog bij verdenking op blaaskanker?

A
  • urine cytologie (abnormale urotheelcellen)
  • cytoscopie
  • onderzoek naar de hogere urinewegen
18
Q

is DNA, RNA of eiwit handig voor een mutatie?

A

het is een mutatie deze bevindt zich dus in DNA, RNA en eiwit. MAAR RNA en eiwit is moeilijk hiervoor te isoleren dus DNA

19
Q

hoe werkt een Kaplan-Meier curve?

A

hoe hoger en platter de lijn aan de bovenkant zit hoe gunstiger het is.

20
Q

wat betekent het als een Kaplan-Meier curve op y-as = (dit is normaal) en horizontaal op 1 blijft?

A

dat in geen enkel persoon uit die groep progressie van blaaskanker wordt geconstateerd

21
Q

wat is de Emperical rule?

A
  • 68% van de waarden ligt binnen 1 SD
  • 95% van de waarden ligt binnen 2 SD
  • 99,7% van de waarden ligt binnen 3 SD
22
Q

wat is een nominaal meetniveau?

A

persoenen of objecten worden ingedeeld in verschillende categorieën die een code krijgen (NL = 0, FR = 1)

23
Q

wat is een ordinaal meetniveau?

A

is een ordening in de toegekende getallen (opleidingsniveau)

24
Q

wat is een continu variabele?

A

de variabele heeft een waarde die de uitkomst is van de echte meting dit is dus een getal (lichaamslengte)

25
Q

waarmee kan een T-test alleen worden uitgevoerd?

A

alleen met numerieke getallen dus als het niet kan doe je een chi-square test