PD week 8 Flashcards
welk kenmerk past er bij chronische lymfatische leukemie?
t(9;22): BCR-ABL
wat is de behandeling van ALL?
Inductiekuren (4 weken opgenomen) → aantal consolidatiekuren → Nabehandeling 2 jaar
(onderhoudsbehandeling, kan thuis) of stamceltransplantatie.
wat is het verschil tussen inductie en consolidatie kuren?
- Inductie is aanleiding tot remissie (eerste klap) hierbij wil je snel de ziekte onderdrukken
- consolidatie is handhaven van remissie (zorgen dat het niet terug komt) en overgebleven kankercellen te doden
wat is een Hickman?
centrale lijn waar alle medicijnen doorheen gaan
wat zijn de afwegingen voor allogene stamceltransplantatie?
- recidief risico i.v.m. chemotherapie (ziekte-gerelateerde factoren)
- mortaliteitsrisico (patiënt-gerelateerde factoren)
- recidief en sterfte samen geven indicatie van de te verwachten ziektevrije overleving
wat zijn de complicaties bij allogene stamceltransplantatie?
- toxiciteit
- afstoting (HVGR)
- omgekeerde afstoting (GVHD)
- infecties
wat is het multipel myeloom?
letterlijk meerdere tumoren in het beenmerg. Het is een kwaadaardige woekering
van plasmacellen in het beenmerg.
wat zijn lichte ketens?
kappa en lambda
wat zijn zware ketens?
IgM, IgG, IgA
Wat is een plasmacel?
Plasmacellen: bijdrage in de bestrijding van infectieziekten. Hiervoor maken zij verschillende
type afweerstoffen aan. Deze afweerstoffen zijn eiwitten die in bloed circuleren en heten ook wel: antistoffen of
immunoglobulines. ze bestaan uit combinaties van zware en lichte ketens bv: IgG-kappa
wat is het immunoglobuline M-proteïne?
monoklonaal plasmacel met productie van hetzelfde immunoglobuline
wat zijn de diagnostische criteria voor MM?
Klonale beenmerg plasmacelpopulatie ≥ 10% (bij voorkeur het beenmergbiopt gebruiken
voor bepaling plasmacelpercentage) of PA bewezen bot- of extramedullair plasmacytoom,
en één of meer myeloma defining event (MDE): CRAB-criteria. Schade door multiple
myeloom
waar staat de afkorting CRAB voor?
- (C) Hypercalciëmie: >2.75
- (R) Nierfunctiestoornissen: kreatinine klaring < 40 mL per min of serum creatinine > 177 μmol/L
- (A) anemie: Hb < 6,2
- (B) botlesies
wat is een ANDERE manier om MM vast te stellen?
aanwezigheid van één of meer van de volgende biomarkers:
- >60% plasmacellen in het beenmerg
- vrije lichte keten ratio>100
- een ossale laesie op MRI-scan (> 5mm)
wat doet de plasmacel bij botlaesies?
zet de osteoclast aan en zet de osteoblast uit