HC.8.2 - Myelodysplastisch syndroom (MDS) Flashcards

1
Q

waardoor wordt MDS gekenmerkt?

A

het is een klonale afwijking van de hematopoëtische stam/progenitorcellen die gekenmerkt worden door
1. ineffectieve hematopoiese (cytopenie)
2. neiging tot leukemische evolutie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

wat is de symptomatische presentatie van MDS?

A
  • vermoeidheid en/of kortademigheid (anemie)
  • terugkerende infecties (neutropenie)
  • verhoogde bloedingsneiging (trombocytopenie)

dit zijn niet specifieke symptomen want ze kunnen ook voorkomen bij andere aandoeningen dit geldt ook voor dysplasie (wel aanwezig maar niet bewijzend voor MDS)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

wat is de etiologie van MDS?

A
  • mutaties in stamcellen (90%)
  • afwijkingen in cytogenetica (60%)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

welke 2 vormen van epigenetische regulatie van genexpressie zijn er?

A
  1. DNA methylering
  2. Histon-modificatie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

wat is de rol van hypermethylatie in het ontstaan van kanker?

A

hierdoor kan de transcriptiefactor niet binden met het CpG-eiland hierdoor is het tumorsuppressorgen inactief wat leidt tot tumorvorming

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

wat is de levensverwachting bij MDS?

A

maanden tot vele jaren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe is curatie mogelijk van MDS?

A

enkel met allogene stamceltransplantatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe wordt het risico ingeschat?

A
  • percentage blasten in beenmerg
  • aard cytogenetische afwijkingen
  • diepte en aantal cytopenieën
  • aard mutaties
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is de behandelstrategie van zeer laag risico?

A

afwachtend, supportive care, groeifactoren en immunomodulerende middelen (lenalidomide)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

wat is de behandelstrategie van hoog risico?

A

epigenetische therapie (azacitidine) of intensieve chemo, soms gevolgd door een stamceltransplantatie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

wat doet 5-azacytidine?

A

dit zorgt ervoor dat de 5eC niet gemethyleerd kan worden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bij wie komt MDS voor?

A

ouderen (mediane leeftijd is 74)

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly