Tentamen vragen (open) Flashcards
Leg uit wat omgekeerde isolatie betekent.
Patient mag niet de kamer verlaten (1p) (behalve met bescherming en voor onderzoeken), medisch personeel en bezoek
moet bij betreden van kamer speciale maatregelen nemen mbt hygiëne (1p)
Welke drie blootstellingen geven het meeste risico op het ontwikkelen van
longkanker?
Tabak, radon, asbest (evt fijnstof?)
Noem twee manieren om pijn te meten.
- NRS: numeric rating scale
- VAS: visueel analoge schaal
- Gezichtjes schaal
- Verbale rating schaal (geen-licht-matig-ernstig)
Noem vier veel voorkomende (>10%) bijwerkingen van bij behandeling van
mammacarcinoom veel gebruikte chemotherapie te weten: anthracyclines en
taxanen.
- Misselijkheid/braken
- Alopecia
- Neutropenie
- Sensore neuropathie
- Smaakveranderingen
Geef drie redenen waarom het bestralingsplan met tangentiële velden zoals in
de afbeelding gepland wordt.
- Ten einde de rechter long te sparen (1p)
- Ten einde het hart te sparen (1p)
- Ten einde de linker mamma te sparen (1p)
Noem vier klinische en/of pathologische factoren die inzage geven in de kans
op het ontwikkelen van afstandsmetastasen bij primair mammacarcinoom.
c/pT stadium
c/pN stadium
TNBC
Slechte respons op NAC
1 Wat is de belangrijkste prognostische factor voor overleving bij een
gemetastaseerd colorectaalcarcinoom? (1p)
2 Wat is de mediane overleving bij een gemetastaseerd
colorectaalcarcinoom zonder chemotherapie en wat is deze met
chemotherapie? (2p)
- De Performance Status
- 6-8 maanden vs 24 maanden
1 Wat komt in het gesprek als eerste aan de orde om te beoordelen of er een
erfelijke aanleg kan zijn? (1p)
2 Wat zijn vervolgens de redenen om de patiënte te verwijzen naar Klinische
Genetica? (2p)
- Navragen of er verder in de familie borst- of eierstokkanker voorkomt (1p)
- Patiënte verwijzen naar Klinische Genetica, omdat:
1. er altijd een kans is op een erfelijke aanleg, ook als er geen andere vrouwen in de familie zijn met borst- of
eierstokkanker (1p)
2. het in de toekomst gevolgen kan hebben voor de behandeling van patiënte (bij recidief ziekte) (1p)
Noem drie veelvoorkomende postoperatieve complicaties (< 30 dagen) van een
radicale cystectomie met urineafleiding en drie veelvoorkomende lange termijn
complicaties van een radicale cystectomie met urineafleiding
Postoperatief: wondinfectie, urineweginfectie, intra-abdominaal abces, trombo-embolisch, ileus
Lange termijn: parastomale hernia, metabole acidose, littekenbreuk, nierinsufficiëntie, ureterstenose
Leg kort uit wat het nut is van het SCID muismodel in onderzoek naar nieuwe
therapieën tegen kanker
Het is een immuundeficient model
Hierin worden humane tumoren getransplanteerd
Hierin wordt de werkzaamheid van nieuwe medicijnen in vivo getest
Wat is het verschil tussen een visueel analoge schaal (VAS) en een numerieke rating schaal (NRS)?
- Bij een VAS zet de patiënt een markering op een lijn van 10cm.
- Bij een NRS geeft een patiënt een numerieke score op een 0-10 schaal.
Bij patiënten waarbij er sprake is van niet-op-afstand gemetastaseerd mammacarcinoom (M0) en de indicatie voor systemische therapie
reeds gesteld is, kunnen er medische redenen zijn waarom neo-adjuvante chemotherapie de voorkeur heeft.
Noem drie medische redenen. (3p)
Mogelijkheid tot monitoren van de respons op systemische therapie (1p)
Mogelijkheid tot tumorverkleining bij tumoren die bij aanvang niet borstsparend te opereren zijn maar aan het einde van de chemotherapie mogelijk wel
zodat een lumpectomie mogelijk is (“lumpectabel” maken) (1p)
Tijd voor verrichten van klinisch genetisch onderzoek waarbij de uitslag mede bepalend is voor het type borstoperatie waar een patiënt voor kiest (1p)
Snel een behandeling bieden voor het ‘ hele lichaam ‘ in plaats van alleen lokaal (1p)
Leg in maximaal 50 woorden uit waarom vaker wordt gekozen voor de reconstructieve lift dan voor de reconstructieve ladder
en benoem hierbij het primaire doel van een aangezichtsreconstructie.
Het doel van een aangezichtsreconstructies is om zowel functioneel als esthetisch het beste resultaat te krijgen.
Als het eindresultaat (functioneel en/of esthetisch) beter wordt met een meer complexe oplossing, wordt voor de lift gekozen i.p.v. de ladder.
Noem drie verschillende manieren van lokale of locoregionale behandeling van levermetastasen van het colorectaal
carcinoom. (3p
resectie, ablatie (RFA/MWA/evt cryo), stereotactische RTX, TACE, SIRT
Bespreek in maximaal 50 woorden voor zowel ‘blindering’ als ‘allocation concealment’, naar welke actoren en naar welk
moment in de studie je moet kijken
Bij Blinderen kijk je naar Patiënt/Behandelend arts en Effectbeoordelaar, bij AC naar de persoon die de randomisatie doet. (2p)
Blinderen gaat over de periode na randomisatie, AC over de periode tot aan randomisatie. (2p
Noem vier patiëntgebonden factoren die een contra-indicatie vormen voor behandeling met cisplatinum bevattende
chemotherapie.
- Slechte nierfunctie (GFR<60 ml/min)
- Gehoorstoornissen
- Polyneuropathie
- Actueel cardiovasculair lijden
- De performance status van de patiënt
Beschrijf in maximaal 20 woorden het werkingsmechanisme van anti-PD1 checkpoint remmers die bij de behandeling van het
melanoom veel worden gebruikt; voorbeelden van deze middelen zijn nivolumab of pembrolizumab.
T-cel activatie via blokkade van PD1, waarop immuunrespons tegen maligniteit optreedt
Benoem 2 voordelen en 2 nadelen van het gebruik van het Newcastle disease virus ten opzichte van het gebruik van
andere oncolytische virussen in de viro-immunotherapie
Voordelen:
1. Het is een animaal virus, geen ziekteverwekker voor de mens, dus veilig voor mens
2. Genetische manipulatie mogelijk
3. Effectiviteit wel al bewezen door middel van klinische trials
Nadelen:
1. Tot nu toe een te lage effectiviteit in klinische trials
2. Veiligheid voor het milieu (pluimvee
Geef in maximaal 20 woorden het verschil aan tussen een uitstrijkje van de baarmoederhals in het kader van het
bevolkingsonderzoek en een uitstrijkje in het kader van de klacht postcoïtaal bloedverlies.
HPV bepaling versus cytologische beoordeling
Waarom kan bij een navelstrengbloedtransplantatie een groter verschil in
HLA-eiwitten worden geaccepteerd vergeleken met een transplantatie met een
volwassen stamceldonor?
Noem twee redenen.
- Minder T-cellen in het transplantaat (1p)
- T-cellen zijn naïef; nog niet eerder in aanraking geweest met een antigeen.(1p)
Welke vier van deze kenmerken passen goed bij het diffuus grootcellig B-cel
Lymfoom?
- curabele ziekte
- agressief beloop
- CD20 expressie
- meest voorkomend lymfoom
Je bent longarts en er wordt een 55-jarige man naar je verwezen met klachten van
kortademigheid met op de röntgenfoto pleuravocht. Je verricht een pleurapunctie.
Welke drie onderzoeken laat je uitvoeren op het pleuravocht?
Klinisch chemisch onderzoek, kweek en cytologie.
Bij het mammacarcinoom komen frequent micrometastasen voor.
1 Wat wordt bedoeld met micrometastasen? (1p)
2 Hoe zijn deze micrometastasen te detecteren? (1p)
3 Wat is het wezenlijke verschil tussen micro- en macrometastasen? (2p)
- Dit zijn metastasen van het mammacarcinoom die niet zichtbaar zijn op reguliere beeldvorming.
- Met nieuwe geavanceerde technieken (liquid biopsies en dus CTC, ctDNA).
- Macrometastase is wel zichtbaar op reguliere beeldvorming. Als buiten locoregionale gebied meestal niet meer curatief
te beantwoorden
Bij een borstreconstructie kan gebruik worden gemaakt van lichaamseigen
(autoloog) weefsel.
Noem twee donorsites voor een autologe reconstructie.
De rug (latissimus dorsi spier), de buik (TRAM-lap of DIEP- lap), billen (S-GAP of I-GAP) en bovenbenen.
Je bent chirurg. Op je poli komt een 64-jarige man met een blanco medische
voorgeschiedenis. Hij heeft passageklachten, maar is niet afgevallen. Al het
aanvullend onderzoek is reeds gedaan in het verwijzend ziekenhuis. Er is sprake
van een adenocarcinoom in de distale oesophagus met een locoregionale
lymfkliermetastase (paratracheaal rechts).
Wat is de aangewezen behandeling voor deze patiënt?
Neoadjuvante chemoradiotherapie (2p) gevolgd door (transthoracale) slokdarmresectie.(2p)
Er is een aantal factoren dat de kans op een irradicale excisie of een recidief van
een basaalcelcarcinoom vergroot.
Noem vier factoren.
- Recidief/ residu basaalcelcarcinoom
- H-zone gelaat
- Agressief histologisch subtype: sprieterig groeiend
- micronodulair
- Perineurale of intraneurale groei
- Vasoinvasie/ angio invasie
- Moeilijk afgrensbaar
- Groter dan 2 cm
In studies die gaan over pijnscores staan onder andere de volgende gegevens:
1 Studie 1: Gemiddelde pijndaling in groep A was 3.4.
2 Studie 2: Gemiddelde pijndaling in groep A was 3.4 (± 1.8).
3 Studie 3: Gemiddelde pijndaling in groep A was 3.4 (95% CI 2.9 – 3.9).
4 Studie 4: Gemiddelde pijndaling in groep A was 3.4 (range 1-10).
Schrijf de nummers op van de studies waar je dit kwaliteitsaspect met een ‘Ja’
zou moeten beantwoorden.
2 en 3
Als een patiënt zich bij de huisarts meldt voor een jaarlijkse check-up, kan
overwogen worden om daarbij het PSA te meten. Als huisarts dien je dan een
gesprek te kunnen voeren waarbij de voor- en nadelen van prostaatkankerscreening
aan bod komen.
Als wordt gekozen de prostaat te controleren op prostaatkanker, kan de huisarts op
basis van drie overwegingen een juiste risico-inschatting maken.
Welke drie overwegingen zijn dit?
Serum PSA bepaling 1p Rectaal toucher 1p Risico-calculatie middels een digitale rekenmodule 1p
Noem twee ontwikkelingen die kenmerkend waren voor en/of bijdroegen aan
de sterke opkomst van de statistisch-epidemiologische denkstijl in de
geneeskunde in de tweede helft van de 20e eeuw.
Twee van onderstaande ontwikkelingen:
- de opkomst van de randomized controlled trial (RCT) als de gouden standaard voor het testen van de werkzaamheid
van nieuwe geneesmiddelen;
- epidemiologische (populatie) studies van chronische ziekten en het bijbehorende ‘paradigma’ van risicofactoren (bijv.
Framingham-studie en onderzoek naar verband roken en longkanker);
- de opkomst van klinische epidemiologie en evidence-based medicine.
De performance status (PS) van een patiënt is essentieel om te bepalen of deze al
dan niet voor studiedeelname in aanmerking kan komen.
Noem twee argumenten die het belang van de inschatting van de PS verklaren
ethische afweging, meer kans op bijwerkingen bij slechte conditie, minder kans op voordeel bij slechte conditie, kans dat
geneesmiddel op onterechte gronden als onwerkzaam wordt beoordeeld bij slechte conditie.
Er worden wereldwijd in (pre-) klinische trials al verschillende virussen als
oncolytisch virus gebruikt. Binnen het Erasmus MC wordt aan het Newcastle
Disease virus als oncolytisch virus gewerkt.
Noem twee voordelen en twee nadelen van het gebruik van het Newcastle
Disease virus als oncolytisch virus.
- Het is een animaal virus, geen ziekteverwekker voor de mens, dus veilig voor mens
- Genetische manipulatie mogelijk
- Effectiviteit wel al bewezen dmv in eerdere klinische trials
Nadelen: - Tot nu toe een te lage effectiviteit in klinische trials
- Veiligheid voor het milieu (pluimvee):
hoe bereken je het aantal pack years?
aantal pakjes sigaretten per dag x hoelang ze roken
Waar staat de afkorting NRS voor?
Numerieke rating schaal
Noem drie voordelen van een tissue expander/prothese-reconstructie ten
opzichte van een autologe reconstructie.
- Geen extra littekens (behoudens het mastectomielitteken)
- Technisch eenvoudiger
- Kortere operatieduur
- Minder grote complicaties
- Volume zelf te bepalen (met tissue expanders)
Welk essentieel voordeel van borstkanker screening wordt in dit review
besproken en moet volgens het panel afgewogen worden tegen welk belangrijk
nadeel van borstkanker screening?
Voordeel: mortaliteitsreductie (of sterftereductie) (2p)
Nadeel: overdiagnostiek (2p)
Noem vier klinische kenmerken zichtbaar op de foto in de bijlage die passen
bij de diagnose plaveiselcelcarcinoom?
- tumor
- ulceratie
- keratose
- actinische keratose/ zonbeschadiging omliggende huid
Noem twee indicaties voor een lokale lap.
- als primaire sluiting overmatige spanning op de wondranden zou geven
- als primaire sluiting niet mogelijk is
- als primaire sluiting zou resulteren in verstoring van anatomische structuren (bv. philtrum, onderooglid)
Noem vier factoren die tegen het aanleggen van een neoblaas pleiten.
- Slechte nierfunctie (GFR<45 ml/min)
- Eerdere radiotherapie op het kleine bekken
- Tumor gelokaliseerd op de blaashals / urethra prostatica
- Leeftijd > 75 jaar
- Onvermogen zelfkatheterisatie toe te passen