Tentamen vragen (meerkeuze) Flashcards
Bij een patiënt wordt een operatie gepland voor zijn longcarcinoom. De longfunctie
laat echter een FEV1 zien van 44% en een diffusie capaciteit van 50% van de
voorspelde waarde.
Wat is het meest aangewezen aanvullende onderzoek?
een inspannings ergometrie
Met welke markers kan een klassiek adenocarcinoom van de long
immuunhistochemisch worden geïdentificeerd?
TTF-1 = pneumocytaire markers
kan immuuntherapie na chemo?
ja
Een patiënte die bezig is met radiotherapie van de mamma in het kader van een
mammasparende behandeling klaagt over een pijnlijke, rode huid ter plaatse.
Wat moet je deze patiënte uitleggen?
Dit wordt veroorzaakt door de bestraling en verdwijnt 2-3 weken na het einde
van de bestraling.
Welke waarde wordt of welke worden toegedicht aan OncotypeDx?
de prognose van het mammacarcinoom en de kans dat chemotherapie effectief is tegen het mammacarcinoom
Welk onderzoek van de mamma is het meest betrouwbaar voor het stellen van
de diagnose mammacarcinoom?
Histologisch biopt
wat weet je over ovariumcarcinomen?
zijn de meest frequent voorkomende gynaecologische tumoren, maar hebben wel de slechtste prognose een belangrijke prognostische factor is het FIGO stadium
wat is waar over de Gleasonscore?
- De Gleason-score heeft een voorspellende waarde voor tumor agressiviteit.
- De Gleason-score wordt gebaseerd op de groeiwijze van prostaat
adenocarcinoom.
waar staat PICO voor?
Populatie
Interventie
Controle
Outcome
wat betekent noexp achter Mesh?
do not explode dus eig niet includeren
Welke van bovenstaande ga je bij een RCT beoordelen?
1 Blindering
2 Selectiebias
3 Duur van follow-up
4 Type referentietest
alleen blindering
Een aantal functionele factoren is van belang voor het onderscheid tussen de zg.
‘hoog-risico’ subtypen van HPV en de ‘laag-risico’ subtypen.
Drie factoren zijn:
1 Bindingsaffiniteit van E6 en E7 eiwitten voor gastheer eiwitten.
2 Kans op integratie in het gastheer genoom.
3 Voorkeur voor infectie van cervixslijmvlies.
Welke van de onderstaande antwoorden geeft de juiste volgorde aan van
meest doorslaggevend naar minst doorslaggevend voor dit onderscheid?
1 = 2 > 3
Welk bloedproductsoort behoort niet tot het standaard assortiment?
granulocytenconcentraat
Welk bloedproductsoort behoort niet tot het standaard assortiment?
eiwitspectrum en bepaling Mproteine
beeldvorming (Xskelet, CTskelet of MRI)
beenmergonderzoek
welke mutatie geeft een slecht risico bij AML?
RUNX1
wat is nodig om de diagnose MDS te stellen?
- cytogenetisch onderzoek (essentieel)
- flow-cytometrie
- morfologie
- moleculaire diagnostiek (specifieke mutaties)
wat is het voordeel van een navelstreng transplantatie t.o.v. volwassen verwante donor?
- geen risico voor de donor
- minder grote kans op GVHD
- stamcellen direct beschikbaar
- HLA match minder belangrijk
wat zijn de nadelen van navelstrengbloed?
- weinig stamcellen waardoor grotere kans op transplantaat falen
- tragere repopulatie
- transplantaat is maar eenmalig beschikbaar
in welke organen bevinden zich de lymfatische stamcellen?
- thymus
- beenmerg
waarom doe je een leukocytendifferentiatie?
dan weet je op welke differentiatie lijn het gaat en of het chronisch of acuut is
wat is niet van belang bij het beoordelen van een long nodule?
mate van alcoholgebruik
welke vormen van longcarcinoom zijn met roken geassocieerd?
- plaveiselcelcarcinoom
- kleincellig carcinoom
- grootcellig carcinoom
- adenocarcinoom (minder mate dan de rest)
- Bij patiënten met kanker worden klachten vrijwel altijd verklaard door een fysieke oorzaak.
- Bij patiënten met kanker wordt de ernst van de klachten mede bepaald door angst en eerdere ervaringen.
Welke bewering is of welke zijn juist?
beide
- De gemiddelde leeftijd waarop vrouwen mammacarcinoom krijgen in Nederland is rond het 54ste levensjaar.
- Mammacarcinoom kan ook al bij primaire presentatie reeds op afstand uitgezaaid zijn (M1), echter zal dit nooit zo zijn bij heel kleine pT1N0
HR+ mammacarcinomen. - Mammacarcinoom bij mannen is vaker triple negatief (ER neg, Her2 neg) dan mammacarcinoom bij vrouwen.
Welke bewering is of welke zijn juist?
geen
1. 60 jaar
2, kleine pT1N0 kan ook uitzaaien
3. mammacarcinoom bij mannen is vaker hormoongevoelig
bij wie beveel je een mammaprint aan?
bij patiënten met hormoongevoelig mammacarcinoom. als hieruit <88% kans op genezing komt dan doe je adjuvante chemo.
model is gebaseerd op: ER-receptor, leeftijd, comorbiditeit, gradering, grootte en lymfeklierstatus
Noem twee fibro-epitheliale laesies van de mamma en beschrijf voor beide laesies de leeftijdscategorie waarin deze het
meest voorkomen. (4p)
fibroadenoom met name jonge vrouwen (20-30 jaar), phyllodes met name wat oudere vrouwen (6e decade).
Je bent plastisch chirurg. Een 30-jarige man staat gepland op je poliklinische operatieprogramma voor excisie en sluiting van een bolvormige,
glanzende huidafwijking op de wang van 2mm.
Wat is de meest aangewezen manier om de laesie te excideren en het defect te sluiten?
Excideren van de laesie met een minimale marge en primair sluiten
Wat is de belangrijkste predictieve factor bij de behandeling van patiënten met een gemetastaseerd colorectaal carcinoom?
A De leeftijd van patiënt.
B De performance status van de patiënt.
C De tijd die is verlopen tussen het stellen van de diagnose en start behandeling.
D De locatie van de primaire tumor.
de performance status de rest is prognostisch
wat is de vaakst voorkomende lymfoom?
Bcel diffuus … lymfoom
Welk type maligne lymfoom komt het meest frequent voor?
diffuus grootcellig B-cel lymfoom (agressief beloop)
Welke van de onderstaande markers geeft bij expressie de zekerheid dat er
sprake is van een onrijp lymfoom?
TdT
wat is de behandeling van een NSLC longcarcinoom stadium IIIa?
chemoradiotherapie en evt immunotherapie
hoe wordt een Xthorax gemaakt bij verdenking op longcarcinoom?
altijd in 2 richtingen
Welke bewering over het gebruik van de PET scan bij longcarcinoom is juist?
a Een PET scan toont in ongeveer 10% van de patiënten een onverwachte
metastase.
b Een PET scan dient verricht te worden bij iedere patiënt met een niet-kleincellig
longcarcinoom.
c De PET scan is gevalideerd voor gebruik bij zowel het kleincellige- als het nietkleincellige longcarcinoom.
A
1 de grootte van de tumor en aantal aangedane lymfklieren
2 BR-gradering
3 ER/PR positiviteit
4 HER2 receptor positiviteit
5 proliferatie index
Welke tumorkenmerken zijn prognostisch ongunstig?
1, 2 en 4
Wat is de meest voorkomende indicatie om een patiënte met
mammacarcinoom en Baker 1 kapselcontractuur te opereren?
om de pijnklachten te verminderen
Wat lezen genexpressie arrays uit?
Ze lezen per gen uit hoeveel RNA moleculen er in een preparaat aanwezig zijn
Welke bewering over het ductaal carcinoma in situ (DCIS) is juist?
het kan niet metastaseren
Fibrocysteuze veranderingen zijn benigne veranderingen die vaak voorkomen in de
mamma.
Welke van de volgende histologische beelden past hier niet bij?
lobulair carcinoma in situ
Wat zijn vier juiste risicofactoren voor het ontstaan van blaaskanker?
schistosomiasis, roken, cyclofosfamide en chronische urineweginfecties
Welke prostaatkankerbehandeling heeft de intentie te cureren?
- active surveillance
- externe radiotherapie van de prostaat gecombineerd met 6 maanden ADT
- 3-maandelijkse LHRH injecties met externe radiotherapie van de prostaat
- cyberknife bestraling van de gehele prostaat
- HDR brachytherapie met loop-implantatie in de gehele prostaat
- radicale prostatectomie met pelviene klierdissectie
Je bent hematoloog. Een 56-jarige man met een acute myeloïde leukemie krijgt een
allogene perifeer bloed stamceltransplantatie van zijn HLA identieke broer.
Voorafgaande aan de transplantatie krijgt patiënt een niet-myeloablatieve (‘reduced
intensity’) conditionering.
Wat beïnvloedt in deze casus het risico op graft-versus-host ziekte?
a Perifeer bloed als stamcelbron geeft een hoger risico op graft-versus-host ziekte
dan beenmerg.
b Het feit dat de donor HLA identiek is aan patiënt zorgt ervoor dat er géén risico
op graft-versus-host ziekte is.
c Een HLA identieke broer geeft in dit geval een hoger risico op graft-versus-host
ziekte dan wanneer een HLA identieke zus als donor was gebruikt.
A
Waarvoor is typeren van longkanker door middel van weefselonderzoek
belangrijk?
voor de therapiekeuze en de stadiëren
Vanaf welke beginleeftijd krijgt de 25-jarige vrouw welke controle-adviezen,
indien zij ook draagster van de CHEK2-mutatie blijkt te zijn?
vanaf 35-jarige leeftijd jaarlijks mammografie
1 nCRT(neoadjuvante chemoRT) leidt tot tumorregressie waardoor grotere kans op radicale resectie.
2 nCRT leidt tot het verbeteren van de overleving.
3 nCRT leidt tot het verminderen van het lokale recidief.
Welke reden is of welke redenen zijn juist?
1 en 3
Welke operatie wordt verricht bij een cT4 rectumcarcinoom met ingroei in de
uterus?
achterste exenteratie (2e en 3e deel weggehaald)
1 Clinici wezen de numerieke methode af, omdat artsen altijd te maken hebben
met individuele patiënten en dus weinig zouden opschieten met kennis van
gemiddelden.
2 Fysiologen wezen de numerieke methode af, omdat objectieve kennis alleen zou
voortkomen uit laboratoriumproeven en een mechanische benadering van
ziektes.
3 Epidemiologen wezen de numerieke methode af, omdat ‘echte’ effectiviteit niet
gemeten zou kunnen worden onder gecontroleerde ziekenhuisomstandigheden,
maar moet worden waargenomen op populatieniveau.
Welke van de genoemde verklaringen is of zijn juist?
1 en 2
wat weet je over de V600 mutatie?
- 50% heeft het met een melanoom
- GEEN prognostische factor voor hersenmetastase
wat weet je over een verhoogd LDH?
- Een al dan niet verhoogd LDH is, onafhankelijk van de BRAFV600e
mutatiestatus, mede bepalend voor het initiële systemische beleid. - Een verhoogd LDH is GEEN prediktieve maat om het effect van palliatieve
radiotherapie in te schatten.
wat staat er in de PIF?
- bijwerkingen
- alle procedures van de studie deelname
- doel van de studie
- geeft inzicht in alle rechten en plichten van de patiënt als proefpersoon
- info over de studie kan zo gedeeld worden met familie/vrienden
wat zijn de bevinden van ALL?
patiënt: 10 en bleek
AM: blauwe plekken
LO: vergrote milt en lever of gegeneraliseeerde lymfadenopathie
AO: BCR-ABL positief
wat zijn de bevindingen van Hodgkin stadium II?
P: 18 en zwelling in hals
AM: jeuk
LO: -
AO: verbreed mediastinum
wat zijn de bevindingen van AML?
P: 40 en bloedend tandvlees
AM: afgelopen menstruatie heftig bloedverlies of blauwe plekken
LO: bleek
AO: pancytopenie of hoog LDH
wat zijn de bevindingen van non-hodgkin lymfoom?
P: 60 en nachtzweten
AM: 10 kilo afvallen
LO: vergrote lever en milt of gegeneraliseeerde lymfadenopathie
AO: hoog LDH
wat zijn de bevindingen van MM?
P: 70 en botpijnen
AM: niet meer geplast
LO: -
AO: M-component
welk lymfoom heeft een Myc-translocatie?
Burkitt lymfoom
wat is de baker classificatie?
I: geen contractuur, zachte borst
II: minimale contractuur, palpabel en niet zichtbaar
III: matige contractuur, pal[abel en zichtbaar
IV: ernstige contractuur hard en pijnlijk
Welk type maligne lymfoom kent een zeer agressief beloop en moet snel behandeld worden?
Burkitt lymfoom en de behandeling is intensieve chemo zonder dit overlijdt de P in een week