ZO's week 13 Flashcards

1
Q

Welke frequente ziektebeelden hangen samen met HPV infectie?

A

Wratten, cysten (genitaal en huid) en baarmoederhalskanker

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Welk anatomisch gebied van de cervix is het gevoeligst voor infectie?

A

De overgang van ecto- en endocervix.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Op welke wijze vindt vroege diagnostiek plaats van (voorstadia van) baarmoederhalskanker?

A

uitstrijkje

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Wat zijn in grote lijnen de criteria waarop de cellen in de uitstrijk worden beoordeeld?

A

Het vòòrkomen van abnormale cellen op grond van
(a) celgrootte (groot=normaal)
(b) kerngrootte (klein=normaal)
(c) verhouding kern:cytoplasma (gelijk is abnormaal).

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Hieronder staan een aantal gebeurtenissen die optreden tijdens een normale lytische infectie met HPV. Zet ze in de juiste tijdsvolgorde.

a. Replicatie van virus DNA

b. Assemblage van viruspartikels

c. Transcriptie van L1 en L2 genen

d. Aanmaak van E6 en E7 eiwitten

e. Binding van E2-eiwit aan virus DNA

f. Remming van E6 en E7 transcriptie

g. Binding van viruspartikels aan de buitenzijde van het celmembraan

A

g – d – e - f+e – a – c – b

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Geef aan welke drie viruseiwitten betrokken zijn bij dysplasie

A

E6, E7 en E5

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly