H10.6: Prognostische, predictieve factoren en (neo)adjuvante systemische therapie Flashcards

1
Q

doel van behandeling van primaire mammacarcinoom is

A

kans op genezing vergroten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

systemische therapie het liefst voor of na operatie?

A

voor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

subtypen borstkanker op basis van …

A
  • ER/PR receptor = hormoonreceptoren (HR)
  • Her2 receptor
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

4 subtypen borstkanker

A
  1. HR +, Her2 -
  2. HR+, Her2+
  3. HR-. Her2+
  4. triple negatief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarom is die subtypering van belang?

A

bepaald of je in aanmerking komt voor systemische therapie en zo ja, welke

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

hoe kan je de prognose verbeteren?

A
  • vroege detectie: screening
    => lagere TNM stadium => betere prognose
  • verbetering behandelingsmogelijkheden
    => elimineren van micrometa’s zowel lokaal als op afstand
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

hoe verbetering behandelingsmogelijkheden?

A
  1. optimaliseren van lokale therapie door voorkomen van lokaal recidief
    =chirurgie
    =radiotherapie
    =systemische therapie
  2. met name optimaliseren van behandeling tegen micrometa: voorkomen van afstandsmetastasen
    =optimaliseren systemische therapie!
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

hoe bepaal je wie je wel of niet (neo)adjuvant behandelt?

A

adhv prognostische en predictieve factoren

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

prognostische factor definitie

A

voorspelt kans op het ontwikkelen van metastasen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

predictieve factoren definitief

A

voorspelt het effect van de therapie

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

voorbeelden prognostische factoren

A
  • histologische graad
  • grootte
  • aantal aangedane lymfeklieren
  • ER status
  • leeftijd
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

predicitve factoren voorbeelden

A
  • ER status
  • Her2 receptor status
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

predictieve factor alleen als het bepaalt of je de behandeling geeft of niet

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

hoeveel procent moet baat hebben bij een behandeling (en de rest wordt overbehandeld zonder er baat bij te hebben)?

A

3%

daar onder worden de bijwerkingen dus ongunstige effecten groter dan gunstige effecten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

hoe verminder je overbehandeling?

A
  • zoeken naar nieuwe predictieve factoren => belangrijkste maar ook grootste uitdfaging ondanks veel onderzoek nu alleen nog maar ER/Her2 receptoren
  • optimaliseren prognostische factoren
    => extra groep vrouwen selecteren met heel goede prognose
    => zo, dat de winst van Ctx heel/te beperkt is
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

wat is gen expressie?

A

mRNA (boodschappers)

17
Q

transcriptomics

A

de techniek om alle genen uit te lezen

18
Q

uniek gen-expressie profiel per tumor = vingerafdruk

A

geeft info over tumoreigenschappen

19
Q

mammaprint

A

de hoeveelheden van 70 borstkanker genen in een tumor werden geclassificeerd en deze types werden ingedeeld qua prognose

20
Q

RASTER studie

A

observationele studie om te controleren van die 70 genen of dat klopte. dus of de genen de prognose konden voorspellen

21
Q

MINDACT

A

RCT om klinisch nut van die mammaprint (MP)

  1. obv klinische factoren prognose bepalen (laag of hoog risico)
  2. genexpressie gedaan met MP, waardoor die twee groepen ook worden opgedeeld in laag of hoog risico
  3. waar het klinische en MP risico overeen kwam is uit de studie gelaten
  4. juist in de intermediaire groep waar het klinische en MP risico niet overeen kwam is gerandomizeerd of ze wel of geen chemo kregen
22
Q

resultaat MINDACT

A

chemo heeft in beide discordante groepen weinig effect, dus MP is goed

23
Q

MAAR

A

jonge vrouwen hebben wèl baat bij chemo.

24
Q

oude vrouwen met klinisch hoog risico maar MP laag risico

A

een hele goede prognose

25
Q

als iemand vanaf het begin al 88% borstkanker specifieke survival 10 jaar heeft

A

hebben ze maar 3% winst van behandeling. hierbij gaat dan genexpressie profiel kijken of het het wel of niet waard is om extra therapie aan te bieden

26
Q

genexpressieprofiel is een extra risicofactor die je naast alles doet, maar het heeft niet zo veel zin als je op basis van je klassieke risicofactoren al weet dat iemand ZO’n ongunstige prognose heeft dat het kleine beetje sturen met een MP niet uitmaakt, omdat je sowieso wel chemo adviseert

A
27
Q

MP prognostische of predictieve maat? (! dit moet je snappen niet alleen kennen)

A

prognostisch, niet predictief

28
Q

voordat genexpressieprofielen klinisch toepasbaar zijn moeten 4 stappen met succes doorlopen zijn

A
  1. profiel maken obv trainingsset
  2. valideren in testset
  3. testen in retrospectieve studies
  4. testen in prospectieve studies
29
Q
A