ZO's week 11 Flashcards
Beschrijf de verschillen in symptomen bij patiënten met:
Een coecum carcinoom
Een sigmoid carcinoom
Een rectum carcinoom
Chronische buikpijn en bloedarmoede.
Veranderd defaecatie patroon en potlood dunne ontlasting met soms diarrhee.
Helder bloedverlies en loze aandrang
Noem minstens zes gegevens die moeten worden verkregen bij een rectaal toucher.
- Afstand tussen anus en onderrand rectumcarcinoom
- Aan welke zijde(n) zit het carcinoom (circulair, ventraal, lateraal etc.)
- Grootte van de tumor
- Passeerbaarheid
- Mobiliteit/fixatie
- Waar/aan welke zijde gefixeerd
- Aan welk buurorgaan gefixeerd
- Fistels
Wat is chirurgisch gezien een:
R0-resectie?
R1-resectie?
R2-resectie?
Ruim radicale resectie met ongetwijfeld een marge >2mm tussen tumor en resectievlak.
Krap radicaal maar mogelijk locaal een marge van <2mm.
Macroscopisch irradicaal; er blijft zeker zichtbare tumor achter in de patiënt.
welke tumoren gaan uit vd cellen vd epidermis?
- keratinocyten:
=basaalcelcarcinoom
=plaveiselcelcarcinoom - melanocyten: melanoom
- langerhanscellen: histiocytose
uit welke twee lagen bestaan de huid?
- cutis
- subcutis
bekijk in docu ZO11.3
waaruit bestaat de cutis?
dermis + epidermis
waardoor worden de dermis en epidermis van elkaar gescheiden?
basaalmembraan
waaruit bestaat de epidermis?
- Keratinocyten
- Melanocyten
- Langerhanscellen
tegen welke factoren van buiten en binnenaf beschermt de huid?
Factoren komende van buitenaf:
infecties
mechanische trauma’s
chemische prikkels
UV-licht
Factoren komende van binnenuit:
voorkomen verlies van elektrolyten en water (lichaamssappen)
temperatuurregeling (bijv. zweten)
Noem twee intrinsieke en twee extrinsieke oorzaken voor het ontstaan van basaalcelcarcinomen.
Intrinsieke oorzaken:
- Genetische aanleg
- Immuunsuppressie
Extrinsieke oorzaken:
- Zonlicht
- Röntgenstraling
- Chemische factoren
- Chronische huidbeschadiging