Tentamen moeilijk algemeen Flashcards
symptomen MDS klnisch
- vermoeidheid/kortademigheid t.g.v. anemie
- terugkerende infecties t.g.v. neutropenie
- bloedingsneigingen t.g.v. trombocytopenie/-pathie
beenmerg morfologie MDS
- hypercellulair
- dysplasie (bv multikernige megakaryocyten of micromegakaryocyten)
prognose MDS adhv
IPSS-R
wat is de rol van hypermethylatie in het ontstaan van kanker?
silencing van tumorsuppressorgenen
IPSS-R
- cytogenetica
- aantal blasten
- aantal trombo’s
- aantal neutro’s
- Hb
0=goed, 4= slecht
beenmerg-flowcytometrie
- forward scatter (FSC) = zegt iets over de grootte van de cel
- site scanner = zegt iets over de hoeveelheid granulae
SDD indicaties
we doen het alleen als er een langdurige neutropene fase is (dus weken dat het immuunsysteem gecompromiteerd is) IN COMBINATIE MET mucositis.
anemie tgv beenmergdepressie behandeling
- EPO, Fe, Vit
- bloedtransfusie
leukopenie tgv beenmergdepressie behandeling
- geen blootstelling aan bacteriën oid
- SDD
- anti-schimmelprofylaxe
- G-CSF
bloedtransfusie hoeveel?
Hb stijgt per zakje 0,5 - 0,7
trombopenie tgv beenmergdepressie behandeling
- TPO-R agonist
- trombotransfusie
trombotransfusie hoeveel?
30-50 x10^9/L per zakje
universele donor
O
universele ontvanger
AB
universele plasma donor
AB
universele plasma ontvanger
O
CDcellen tussen 1 en 10
T-cel markers
CDcellen > 10
B-cel markers
burkitt lymfoom genotype
MYC bij enhancer IgH
stadium lymfoom onafhankelijk van de hoeveelheid lymfeklieren of stations is ziekte die tot 1 kant beperkt is
II
stadium lymfoom onafhankelijk van hoeveelheid lymfeklier stations aan WEERSzijden van het diafragma, is
III
stadium I-E lymfoom
bij hodgkin. stadium 1 maar zit toevallig heel dicht tegen de long aan waardoor beetje infiltratie extranodaal orgaan
rituximab
anti CD2; brengt eigen afweercellen in contact met tumorcellen
- celgemedieerde cytotoxiciteit
- cytolyse
- apoptose
- fagocytose
prognostische indexen lymfoom
- stadium
- IPI
IPI
- leeftijd
- LDH
- performance status
- stadium III of IV
- > 1 extranodale laesie
behandeling lymfoom stadium DLBCL stadium I
3 x R-CHOP + RT
indien geen RT => 4x R-CHOP + 2R
behandeling lymfoom stadium DLBCL stadium II
6 x R-CHOP
behandeling lymfoom stadium DLBCL stadium III/IV
6x R-CHOP + 2R
indien niet fit => mini-CHOP
R-CHOP complicaties
- allergische reactie
- haaruitval
- cardiale toxiciteit
- polyneuropathie
tweedelijnsbehandeling DLBCL
re-inductietherapie gevolgd door autologe SCT
die re-inductie therapie is retuximab met een andere chemo.
dit doe je 2 keer.
indien 50% afname of PETscan negatief, geef je 3de kuur gevolgd door stamverzameling
daarna myeloablatieve chemo
daarna stamcelinfusie
stageringssysteem MM
ISS
ISS
- b2 microglobuline
- albumine
stadium MM afhankelijk van
- hoeveelheid M-proteine in bloed
- hoeveelheid plasmacellen in beenmerg
- MDE
MDE
- aangedane/onaangedane lichte ketens > 100%
- > 60% plasmacellen in beenmerg
- > 1 botlaesie van > 5mm
adenocarcinomen waar
perifeer
v. cava superior syndroom patho
- compressie en invasie
v. cava superior syndroom gevolgden
- zwelling
- verhoogde CVD
- varices
v, cava superior syndroom oorzaken
- lymfoom
- longcarcinoom
- mediastinale tumoren
sulcus superior syndroom patho
ingroei plexus brachialis
sulcus superior syndroom gevolgen
pijn/uitval arm/schouder
horner syndroom patho
sympatische zenuwstreng aangetast
horner syndroom gevolgen
- miosis
- afhangend ooglid
- niet kunnen zweten
- ingezakt oog
pancoast syndroom
combi horner + sulcus superior
behandeling longcarcinoom stadium I
chirurgie
behandeling longcarcinoom stadium II
chirurgie evt met (neo)adjuvante chemo-immuno
behandeling longcarcinoom stadium III
chemo-radio +immuno tegelijkertijd
behandeling longcarcinoom stadium IV
chemo/immuno
hoe bepaal je bij longkanker operabiliteit?
- longfunctie onderzoek:
=spirometrie, diffusiecapaciteit
=inspanningstest - cardiologisch onderzoek
- voedingstoestand
- performance status
plaveiselcelcarcinoom long waar
centraal
histo plaveiselcelcarcinoom long
- desmo
- verhoorning
adenocarcinoom long waar
perifeer
adenocarcinoom long histo
- buizen
- slijm
- TTF-1
kleincellig histo long
hele hoge kern cytoplasma ratio
wat kan allemaal worden gevonden met een liquid biopt bij mammacarcinoom?
- hele tumorcellen
- partikels van tumorcellen (exosomen)
- cfDNA (DNA van tumor)
is echografie vd borst geschikt voor screening?
nee
wanneer altijd MRI bij mamma?
bij neoadjuvante systemische behandeling
indicaties echo mamma
- gericht onderzoek naar gevonden afwijking
- stagering oksel
MRI indicaties mamma
- discrepantie mammografie-echo
- lobulair
- neoadjuvante systemische behandeling
- screening high risk pt
hoe vindt disseminatie onderzoek plaats mamma
PET-CT
indicaties disseminatie onderzoek mamma
- T4
- N+
- recidief
- klinische verdenking
welke 2 cellagen borst duct>
- luminaal
- myoepitheel (verdwijnt bij maligne)
wanneer is MST niet mogelijk?
- als grote tumor in kleine borst
- als pt in verleden is bestraald
- als in meerdere kwadranten in de borst tumor/DCIS aanwezig is
prognostische factoren mammacarcinoom
- Grootte van de tumor
- Aan- of afwezigheid van tumorcellen in de okselklieren
- Differentiatiegraad (Broom Richardson (BR) gradering)
- Aan- of afwezigheid van metastasen op afstand
- Leeftijd jonger of ouder dan 35 jaar
bursa omentalis begrenzingen
boven: lever
onder: colon transversum
links: milt
rechts: foramen van winslow
achter: pancreas
voor: maag
truncus coeliacua
a. hepatica communis
a. gastrica sinistra
a. lienalis
waar tissue expander?
subpectoraal
prognostische factoren mammacarcinoom
- histologische graad
- grootte
- aantal aangedane lymfeklieren
- ER status
- leeftijd
predictieve factoren mammacarcinoom
- ER status
- Her2 receptor status
wat is de eerste stap bij verdenking slokdarmcarcinoom?
gastroscopie + biopt
plaveiselcelcarcinoom slokdarm plek
hoog (proximaal)
risicofactoren plaveiselcelcarcinoom slokdarm
- roken
- alcohol
- RT
- achalasie
adenocarcinoom slokdarm plek
laag (distaal)
adenocarcinoom slokdarm patho
metaplasie: plaveiselcel => slijmbekercel
adenocarcinoom slokdarm risicofactoren
- barret
- obesitas
- roken
- RT
wanneer gebruik je bij slokdarmresectie colon ipv maag?
- grote tumor
- eerdere maagchirurgie
- slechte bloedvoorziening
wanneer kijk je bij darmkanker naar CEA?
follow-up, niet bij diagnostiek
wanneer adjuvante chemo bij CRC?
vanaf stadium III of ongunstige II
kleine rectumtumor behandeling
- geen voorbehandeling
- TEM: transanale endo microchirurgie
- GEEN lymfeklierresectie
indien TEM niet mogelijk behandeling CRC
TME: totale mesorectale excisie
klieren mesorectum, maar > 1mm tov mesorectale fascie bhenadeling CRC
korte voorbehandeling
complete respons voorbehandeling CRC vervolg
watch and wait
T4 CRC behandeling
- neoadjuvante chemoRT
- TME excenteratie
tumor proximaal rectum behandeling
LAR
tumor distale rectum behandeling
- APR
- incl deel anus en peritoneum
totale excenteraie man
- rectum
- prostaat
- blaas