H13.6: Het gebruik van viro-immunotherapie voor behandeling van pancreas tumoren Flashcards

1
Q

wat hebben tumorcellen nodig om ongecontroleerd te kunnen prolifereren?

A

het opgeven van antivirale immuniteit

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

principe oncolytisch virus

A

normale cellen hebben een antivirale afweer die voorkomt dat het virus vermeerdert, tumorcellen niet.
dus als er een virus in kanker komt, sterven de kankercellen en klappen ze uit elkaar waardoor tumor antigenen vrijkomen waardoor het immuunsysteem wordt geactiveerd bij die tumor

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

oncolytische virussen

A
  • natuurlijk voorkomend of genetisch gemodificeerd virus
  • specifieke targeting van kankercellen gebaseerd op aangeboren afweer, of bv receptoren
  • anti-tumor effect:
    =directe oncolyse
    =niet-specifieke immuun stimulatie
    =aantrekken cytotoxische T-cellen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

een OV veroorzaakt een … infectie

A

acute: lichaam ruimt het zelf weer op. geen vaccin of anti-virale therapie nodig.
NIET:
- een virus dat zich inbouwt in het genoom
- een virus dat muteert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

waarom geen ebola, HIV, hepatitis? (!)

A
  • incorporatie in genoom (!)
  • te pathogeen voor mens
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

eisen voor veiligheod en effectviteit van OV’s (!)

A

veilig:
- veilig voor pt : niet ziekteverwekkend
- veilig voor omgeving pt : MENS EN DIER
effectief:
- veroorzaakt oncolyse van tumorcellen
- induceert of verhoogt anti-tumor immuun response van de host

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

het niet inbouwen in genoom is geen eis! dat is een eigenschap! (!)

A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

verbetering van veiligheid en effectiviteit

A
  • attenuatie = minder bijwerkingen [veiligheid]
    = vaccin gebruiken
    = virussen met andere host range (animale virussen)
  • versterking van virulentie [effectiviteit]
    = hoge virulentie: meer tumor regressie
  • arming [veiligheid EN effectiviteit]
    = inbouwen immuun modulatoire genen
    = inbouwen cancer markers
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

newcastle disease virus (NDV)

A
  • veroorzaakt pseudovogelpest
  • infectie van mensen veroorzaakt milde symptomen (ooginfectie)
  • vaccinatie van alle gehouden koppen in NL
  • specificiteit voor kankercellen is gebaseerd op AANGEBOREN AFWEER
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

voordeel van NDV (!)

A
  • animaal virus: veroorzaakt geen ziekte in mensen, dus veilig voor pt
  • eenvoudig genetisch modificeerbaar
  • effectiviteit bewezen in verschillende klinische trials
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

nadeel van NDV (!)

A
  • tot nu toe een te lage effectiviteit, deze moet verhogod woren
  • virus is optentieel niet veilig voor omgeving (pluimvee)
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

bij voordelen en nadelen van NDV tentamenvraag (!)

A

NIET de algemene karakteristieken van een oncolytisch virus zoals ‘doodt alleen tumorcellen’ of ‘bouwt zich niet in in het genoom’ of als nadeel ‘het muteert, het is duur’

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

hoe krijg je hogere virulentie?

A
  • door knip-site in fusie eiwit te veranderen
  • stimuleren anti-tumor immuun response of blokkeren antivirale immuniteit
    => inbouwen van immuun modulerende genen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

het is mogelijk om oncolytische effectiviteit te verhogen door virulentie te verhogen

A

invloed van immune modulerende genen nog niet duidelijk, alleen te bepalen in immuun competente modellen

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

take home message (!)

A

belangrijk voor tt: docu
2 bestanden

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

op tt niks zeggen over hoe duur een therapie is (!)

A
17
Q
A