H10.5: Radiotherapie Flashcards

1
Q

radiotherapie indicaties

A
  • postoperatief na lumpectomie en schildwachtklierprocedure (MST) vaak status na NAC (neo-adjuvante chemotherapie)
  • bij lymfogene axillaire metastasering; vaak status na NAC
  • postoperatief na ablatio en SWP; vaak status na NAC
  • palliatief
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

waarom bestraling na MST?

A

microscopische ziekte

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

bestraling na MST tov geen bestraling na MST

A

verlaagt OOK het risico op metastasering, buiten dat het recidieven kan voorkomen en de algehele overleving verbetert

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

bestraling eerste stap

A

plannings CT

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

dosisplanning

A
  • fotonen bestraling
  • hypofractionering:
    = 5 fracties
    = als het niet anders kan of hele jonge mensen => 15 fracties
  • IMRT-techniek
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

kritieke organen RT

A
  • contralaterale mamma
  • longen
  • hart
  • plexus brachialis
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

boosterbestraling

A
  • extra bestraling tijdens of na de grote velden
  • afhankelijk van risicofactoren; bv veel vaker bij jonge vrouwen
  • ter plekkevan lumpholte (clips)
  • hypofractionering 5 x 2.67 Gy
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

wanneer is een boosterbestraling zinvol?

A
  • vrouwen < 40 jaar
  • vrouwen die irradicaal geopereerd zijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

GTV = gross tumor volume

A

lumpholte
waar ook boost wordt gegeven

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

CTV (clinical target volume)

A

klierweefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

PTV ( planning target volume )

A

CTV + 0.5 cm

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

partiele borstbestraling

A

kan bij vnml vrouwen > 50 en dan bestraal je alleen het lumpectomie gebied

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

indicaties partiele borstbestraling

A
  • > 50jaar
  • diameter <30mm
  • pN0
  • gunstige histo kenmerken
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

dosis partiele borstbestraling

A

5 x 5.2 Gy

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

radiotherapie van klierstations, welke?

A
  • axillair
  • supraclaviculair
  • infraclaviculair
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

radiotherapie van klierstations indicaties

A
  • bij een okselsparende behandeling (alleen sentinel node en aangedane okselklieren weggehaald en deze waren nog positief)
  • na een irradicaal okselkliertoilet
17
Q

bij ablatio moet je thoraxwand ook nog bestralen

A

ook in 15 fracties

18
Q

acute bijwerkingen RT

A

tot 3 maanden na bestraling
- huid
=erythreem
=hyperpigmentatie
=droge desquamatie
=(natte desquamatie)
=pijn
- subcutane weefsels
=oedeem

19
Q

ondersteunende therapie

A
  • pijnstilling
  • verband
  • zalven
20
Q

late bijwerkingen

A

ontstaan >6 maanden na RT
- huid
=atrofie
=hyperpigmentatie
=teleangiectasieen
- subcutane weefsels
=fibrosering
- lymfoedeem arm na okselkliertoilet en bestraling klierstations
- functieverlies melkproductie
- ribfractuur

21
Q

hele zeldzame late bijwerkingen

A
  • secundaire tumoren
  • hypothyreoidie
  • long
    =fibrose
    =radiatiepneumonitis
  • cardiotoxiciteit
22
Q

late bijwerkingen behandeling

A
  • individueel bepaald
  • geleidelijk kunnen de klachten verminderen
  • ernstige toxiciteit: hyperbare zuurstoftherapie: zuurstoftanks waardoor een soort neovascularisatie
23
Q

protonen wanneer?

A

moet je een hele goede reden voor hebben;
- heel jong
- anders hartschade kans
- zelfs met breath hold te veel in het hart

24
Q

protonen werking

A
  • dosisplan
  • bijna volledige dosis in de borst en nagenoeg niks in long of hart
25
Q

palliatieve bestraling

A

lokale therapie voor lokale klacht:
- pijn tgv (bot)meta
- (dreigende) dwarslaesie bij wervelmetastasen
- hersenmetastasen
- lokaal recidief thoraxwand

26
Q

stralingsdosis botmeta

A

1-2 x 8 Gy

27
Q

stralingsdosis hersenmeta

A

5 x 4 Gy

28
Q

stralingsdosis dwarslaesie

A

1 x 8 Gy

29
Q

stralingsdosis bij thoraxwandrecifief

A

10-15 x 3 Gy

30
Q
A