zekere tentamenvragen Flashcards

1
Q

is dysplasie bewijzend voor MDS?

A

NEE

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

universele donor plasma

A

AB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

universele ontvanger plasma

A

O

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

is hypotensie een reden om plasma te geven?

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

universele ontvanger ery

A

AB

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

universele donor ery

A

O

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

selectieve darm decontaminatie indicatie

A

langdurige neutropene fase is IN COMBINATIE MET mucositis

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

diagnostiek NHL of HG

A
  • bij voorkeur: excisiebiopt (klier wordt verwijderd)
  • alternatief: DIKKE NAALD BIOPT (!)
  • cytologische punctie (FNA) NIET DOEN!
  • stadiering met CT/PETCT gebeurt pas na het stellen van diagnose ; HET IS GEEN DIAGNOSTISCH ONDERZOEK MAAR EEN STADIËREND ONDERZOEK
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

is naaldbiopt bij hodgkin toereikend?

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

stadium lymfoom onafhankelijk van de hoeveelheid lymfeklieren of stations is ziekte die tot 1 kant beperkt is

A

II

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

stadium lymfoom onafhankelijk van hoeveelheid lymfeklier stations aan WEERSzijden van het diafragma, is

A

III

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

stadium I-E lymfoom

A

bij hodgkin. stadium 1 maar zit toevallig heel dicht tegen de long aan waardoor beetje infiltratie extranodaal orgaan

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

palliatieve slokdarmresectie?

A

nee

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

contra-indicaties slokdarmresectie

A
  • T4b
  • afstandsmeta
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

prognostische factoren prostaatkanker

A

GPT (denk aan chatGPT):
- Graad : gleason score
(maar ook cribforme en intraductale slecht nieuws)
- PSA
- T-stadium (adhv DRE en/of MRI)
- hoeveelheid tumor in de biopten

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

T-stadia prostaatcarcinoom

A

T2= wel voelbaar maar groeit niet uit prostaat
T3= groeit uit kapsel
T4= groeit in omgeving (endeldarm, kringspier …)

17
Q

targeted therapie kan alleen (bij melanoom) als

A

ER EEN BRAF V600 MUTATIE IN DE MELANOOMCELLEN ZIT

18
Q

eisen voor veiligheod en effectviteit van OV’s veiligheid

A
  • veilig voor pt : niet ziekteverwekkend
  • veilig voor omgeving pt : MENS EN DIER
19
Q

eisen voor veiligheod en effectviteit van OV’s effectiviteit

A
  • veroorzaakt oncolyse van tumorcellen
  • induceert of verhoogt anti-tumor immuun response van de host
20
Q

is het niet inbouwen in genoom een eis?

A

nee, een eigenschap

21
Q

voordelen NDV

A
  • animaal virus: veroorzaakt geen ziekte in mensen, dus veilig voor pt
  • eenvoudig genetisch modificeerbaar
  • effectiviteit bewezen in verschillende klinische trials
22
Q

nadelen NDV

A
  • tot nu toe een te lage effectiviteit, deze moet verhogod worden
  • virus is optentieel niet veilig voor omgeving (pluimvee)
23
Q
A