VO's week 8 Flashcards
leukocytose
verhoogd aantal leukocyten in het bloed
oorzaken leukocytose indeling
- auto-immuunziekten
- infecties
- maligniteiten
- intoxicaties
- cardiovasculaire aandoeningen
normaalwaarde bloed Hb
bij mannen: 8,5-10,5 mmol/L
bij vrouwen: 7,5-9,5 mmol/L
normaalwaarde leukocyten bloed
4 - 10 x 10^9 / L
normaalwaarde trombocyten bloed
140 - 350 x 10^9 /L
rode kleur van opgezette klier =>
infectie
pijnlijke klier
infectie
gumprechtse schollen
- zichtbaar in bloeduitstreikje
- alleen bij CLL
- afbraakresten van lymfocyten
- maakt onderscheid dus tussen myeloide en lymfatische leukemie
leukocyten samenstelling normaalwaarde granulocyten
40-75%
leukocyten samenstelling normaalwaarde basofiele granulocyten
0-1%
leukocyten samenstelling normaalwaarde eosinofiele granulocyten
0-5%
leukocyten samenstelling normaalwaarde neutrofiele granulocyten
40-75%
leukocyten samenstelling normaalwaarde lymfocyten
20-50%
leukocyten samenstelling normaalwaarde monocyten
2-9%
typische markers die bij CLL positief zijn
- CD23
- CD5
markers >CD10
B-cellen
markers < CD10
T-cellen
waaruit zijn antistoffen opgebouwd?
- lichte keten (bestaand uit òf kappa òf lambda type)
- zware keten
infectie vs maligniteit
infectie = polyklonale immuunreactie
maligniteit = monoklonale immuunreactie
hoe onderscheid je een mono- van een polyklonale reactie van elkaar?
kappa-lambda kleuring
kappa-lambda kleuring
hierbij wordt gebruik gemaakt van kunstmatige fluoriscerende antistoffen die specifiek op de kappa of lambda keten reageren
bij het grootste deel van CLL pt zijn de leukemiecellen ontstaan uit
B-lymfocyten
plasmacellen
ontstaan uit B-lymfo
B-cel marker
cD20
behandeling CLL
rituximab (anti CD20)=> sterke lysis van B-cel maligniteiten
twee aparte oorzaken van anemie
- hemolytisch (antistoffen tegen ery’s)
- verdringing erytrocytaire reeks
hoe maak je onderscheid tussen de 2 anemie oorzaken?
bilirubine en LDH bepalen
LDH verhoogd = hemolytische anemie
wat is de meest voorkomende indicatie voor allogene SCT?
AML
extra-medullaire bij AML
- huid
- tandvlees
- milt
- lever
- hersenvocht
behandeling AML basis
basis is altijd hetzelfde (niet hoeven wachten op klinische geneticus) => 2 chemokuren.
afweging bij vervolg behandeling
ziekterisico vs complicatie sterfterisico
effectiviteit bij allo veel beter onafhankelijk van welke leukemie, maar
risico’s:
- infectie
- gezonde weefsels aanvallen
TOXISCH
bij gunstige leukemien wordt primair gekozen voor
chemo+auto ipv allo
MRD
= minimaal residuale ziekte
na 2 inductiekuren kijken of blastaire cellen en die auerse staven weg: <5%
- wordt meegenomen bij vervolgkeuze
- wel onbetrouwbaar => flowcytometrie of moleculair zijn veel specifieker. specifieke antibodies voor moleculair nodig dus bij onbekende mutaties kan niet
per broer en zus … kans op HLA overeenkomt
25%
alternatief broer/zus
- haplo-identiek (50% gelijk): ouders of kinderen
- donorbank
- navelstrengbloed
navelstrengbloed transplantatie
- rijk aan stamcellen (lever=>beenmerg)
- direct beschikbaar
- naieve T-cellen (minder afstoot)
- kleine hoeveelheid
- tragere repopulatie
- eenmalg beschikbaar
je geeft er 2, maar 1 wint en de andere verlies je maar het ondersteunt elkaar
hoe kan alsnog graft-host bij match HLA?
andere eiwitten die verschillen waarop T-cellen reageren