Showcase Translationele geneeskunde: PRP bij artrose Flashcards

1
Q

Q: Wat is PRP

A

PRP (plaatjesrijk plasma) bevat een verhoogde concentratie bloedplaatjes die groeifactoren uitscheiden voor weefselregeneratie.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Hoe productie prp?

A

Productie: Bloed wordt in een container geïnjecteerd en gecentrifugeerd om bloedplaatjes te scheiden, waarna ze met een speciale buis worden geaspireerd voor een verhoogde concentratie in een injectiespuit.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Q: Wat zijn de belangrijkste behandeldoelen van PRP bij osteoartritis?

A
  • Pijnvermindering
  • Verminderen van synoviale ontsteking
  • Voorkomen van kraakbeenschade.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Q: Welke twee effecten van PRP zijn waargenomen in preklinisch onderzoek bij artrosemodellen?

A
  1. Verminderde pijn bij PRP-injecties (hoewel klinische relevantie soms wordt betwijfeld).
  2. Verbeterde kraakbeenintegriteit en verminderde synoviale ontsteking.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Q: Welke drie groeifactoren worden door PRP uitgescheiden?

A
  • KGF (Keratinocyte Growth Factor)
  • TGF-beta (Transforming Growth Factor-beta)
  • VEGF (Vascular Endothelial Growth Factor).

Andere groeifactoren kunnen zijn EGF, FGF en PDGF.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Q: Welke modellen worden gebruikt in preklinisch onderzoek naar PRP bij osteoartritis?

A
  1. Traumatisch model: Schade aan de knie (bijvoorbeeld bij muizen) om gonartrose na te bootsen.
  2. Chemisch model: Collagenase-injectie in de knie om artrose te induceren.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Q: Wat zijn de klinische effecten van PRP-injecties bij gonartrose?

A

Klinisch onderzoek toont positieve effecten zoals pijnvermindering, maar de bewijskracht is over het algemeen zwak.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Classificaties?

A

P-PRP: geen leukos, low density
P-PRF: geen leukos, high density fibrine
L-PRP: leukos, low density fibirne
L-PRF: leukos en high density fibrine

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

wat is OA?

A
  • chronic inflammation
  • loss of cartilage integrity
  • changes in subchondral bone
  • osteophyte formation
  • synovial membrane thickening
  • pain
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly