HC: Anatomie en pathologie Flashcards
Vraag: Wat is de benige opbouw van het bekken?
Antwoord: Het bekken bestaat uit drie botten: het os ilium, os ischium, en os pubis, die samen de heupkom (acetabulum) vormen. Aan de achterzijde articuleert het bekken met het sacrum en vormt het sacro-iliacale gewricht
Vraag: Wat zijn de bouw en functie van het heupgewricht?
Antwoord: Het heupgewricht is een kogelgewricht (articulatio coxae), dat bestaat uit de femurkop (caput femoris) en de heupkom (acetabulum). Het biedt stabiliteit en bewegingsvrijheid voor flexie, extensie, abductie, adductie, en rotatie.
Vraag: Welke spieren hechten aan het bekken en het bovenbeen?
Antwoord: Spieren die aan het bekken en bovenbeen hechten zijn onder andere:
M. iliopsoas (origo: fossa iliaca, insertie: trochanter minor), functie: flexie van de heup
M. gluteus maximus (origo: os ilium, insertie: tuberositas glutea), functie: extensie en laterale rotatie van de heup
M. rectus femoris (origo: spina iliaca anterior inferior, insertie: patella), functie: heupflexie en kniestrekking
Vraag: Wat zijn de meest voorkomende heupaandoeningen?
Heupartrose: slijtage van het kraakbeen in het heupgewricht, resulterend in pijn en stijfheid
Heupdysplasie: een abnormale ontwikkeling van het heupgewricht, vaak aangeboren
Trochanter major pijnsyndroom: pijn rondom de grote trochanter, vaak veroorzaakt door irritatie van de pezen of slijmbeurs
Welke vorm groeischijf acetabulum kind?
Y-vormige epifysair schijf
Wat gebeurtd er bij trendelenburg?
Zwakkere heup abductors op standsbeen, waardoor je dus gaat compenseren door de ene heup hoger te laten gaan (aan kant vd slechte spieren)
Vraag: Wat zijn de belangrijke neurovasculaire structuren rondom de heup?
Nervus femoralis: innerveert de voorste dijspieren, zoals de quadriceps
Nervus ischiadicus: loopt achter het heupgewricht langs en innerveert de hamstrings en andere spieren van het onderbeen
Arteria femoralis: hoofdslagader die bloed naar het bovenbeen en de heup levert
Vena femoralis: voert bloed vanuit het been terug naar het hart
Vraag: Welke spiergroepen werken op de heup, en wat zijn hun functies?
Flexoren (bv. M. iliopsoas): zorgen voor buiging van de heup
Extensoren (bv. M. gluteus maximus): zorgen voor strekking van de heup
Abductoren (bv. M. gluteus medius): zorgen voor zijwaartse beweging van het been
Adductoren (bv. M. adductor longus): zorgen voor zijwaartse beweging naar het lichaam toe
Rotatoren (bv. M. piriformis): zorgen voor mediale en laterale rotatie
Vraag: Wat is de functie van de nervus obturatorius rond de heup?
Antwoord: De nervus obturatorius innerveert de adductoren van de dij, zoals de M. adductor longus en M. gracilis. Hij verloopt door het foramen obturatum en is verantwoordelijk voor het adduceren van het been.
Vraag: Wat is de route en functie van de nervus gluteus superior?
Antwoord: De nervus gluteus superior verloopt via het foramen suprapiriforme en innerveert de M. gluteus medius, M. gluteus minimus en M. tensor fasciae latae. Deze zenuw zorgt voor abductie en mediale rotatie van de heup.
Wat doet inferior gluteal nerve?
Gluteus maximus
Vraag: Wat is de arteria iliaca externa en wat is zijn rol rond de heup?
Antwoord: De arteria iliaca externa is een grote slagader die zich voortzet als de arteria femoralis nadat deze onder het ligamentum inguinale doorgaat. Deze slagader voorziet het bovenbeen en de heup van zuurstofrijk bloed.
Vraag: Wat is het verschil tussen de arteria iliaca interna en de arteria iliaca externa?
Antwoord:
Arteria iliaca interna: Deze slagader voorziet de bekkenorganen (zoals de blaas, baarmoeder, en rectum), de bekkenwand, en de spieren van de bilstreek van bloed. Zij vertakt zich in meerdere takken zoals de arteria glutea superior, arteria glutea inferior, en arteria obturatoria.
Arteria iliaca externa: Deze slagader loopt door naar het been en verandert in de arteria femoralis zodra zij onder het ligamentum inguinale doorgaat. Zij voorziet het bovenbeen en de onderste ledematen van bloed.
Het belangrijkste verschil is dat de arteria iliaca interna vooral de bekkenorganen en de spieren rond de heup en het bekken van bloed voorziet, terwijl de arteria iliaca externa voornamelijk bloed naar de onderste ledematen voert.