Practicum: beeldvorming peesblessures – echografie en MRI Flashcards

1
Q

Q: Wat zijn de klinische diagnostische criteria voor tendinopathie?

A

A: Lokale pijn en een duidelijke relatie tussen de pijn en belasting​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Q: Welke rol speelt echografie in de diagnose van patella tendinopathie?

A

A: Echografie helpt bij het identificeren van structurele veranderingen, maar de associatie met klachten en prognose is niet altijd duidelijk. Het kan ook gebruikt worden voor monitoring​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Q: Wat is het doel van ‘no pain, no gain’ in excentrische oefentherapie?

A

A: Het doel is om collageensynthese te stimuleren, wat helpt bij het herstel van de peesstructuur​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Q: Wat zijn de belangrijkste onderdelen van een behandelplan voor tendinopathie?

A
  • Patiënteducatie
  • belastingmanagement,
  • oefentherapie
  • psychosociale factoren
  • verwachtingsmanagement
  • uitleg over de blessure​
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Q: Wat zijn isometrische oefeningen en wat is hun doel bij tendinopathie?

A

A: Isometrische oefeningen houden in dat de spier aanspant zonder dat er beweging plaatsvindt in het gewricht. Bij tendinopathie helpen ze pijn te verminderen en corticale inhibitie tegen te gaan door stabiliteit te bieden zonder veel belasting

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Q: Wat zijn isotonische oefeningen en hoe worden ze toegepast bij tendinopathie?

A

A: Isotonische oefeningen omvatten beweging waarbij de spier verkort of verlengt terwijl er een constante spanning wordt behouden. Ze worden gebruikt om kracht op te bouwen in de pees en spier, en helpen de belasting langzaam te verhogen​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Q: Wat zijn plyometrische oefeningen en waarom zijn ze belangrijk voor herstel van tendinopathie?

A

A: Plyometrische oefeningen bestaan uit explosieve bewegingen zoals springen of sprinten, die kracht en reactievermogen verbeteren. Ze worden in de latere fasen van revalidatie gebruikt om de pees voor te bereiden op hoge impact belastingen​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Q: Wat is het effect van isometrische oefeningen bij patella tendinopathie?

A

A: Isometrische oefeningen kunnen initieel helpen om pijn te verminderen en corticale inhibitie tegen te gaan​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Q: Welke soorten oefeningen zijn effectief bij patella tendinopathie?

A

A: Isometrische, isotonische en plyometrische oefeningen, waarbij de intensiteit progressief wordt opgevoerd​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Q: Wat betekent ‘Return to Sports’ percentages van 43% bij PTLE en 27% bij EET?

A

A: Dit verwijst naar de succespercentages van terugkeer naar sport na respectievelijk progressieve belastingsoefeningen (PTLE) en excentrische oefeningen (EET) bij patella tendinopathie​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Q: Wat is de belangrijkste boodschap bij patiënteducatie voor tendinopathie?

A

A: Begrip over het blessuremechanisme en de noodzaak van een persoonlijk, progressief oefenprogramma om het herstel te bevorderen​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

OEfentherapie bij tendinopathie?

A

isotonisch, pijn >5? ismetrisch. Pijn <5? gewicht toevoegen, pijn nogsteeds <5? plyometrisch nog steeds pijn <5? return to sport

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Q: Wat toont een T1-gewogen MRI-beeld voornamelijk?

A

A: T1-gewogen beelden tonen vetrijke structuren helder (wit) en vochtige structuren donker, waardoor het nuttig is voor het onderscheiden van anatomische structuren en vetrijke weefsels.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Q: Wat toont een T2-gewogen MRI-beeld voornamelijk?

A

A: T2-gewogen beelden tonen vochtige structuren helder (wit) en vetrijke structuren donker, vooral wanneer vetonderdrukking (fatsat) wordt toegepast, waardoor het nuttig is voor het detecteren van vocht en ontstekingen.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Q: Wat is het verschil tussen T1- en T2-gewogen MRI-beelden in de weergave van vocht?

A

A: Op T1-gewogen beelden verschijnt vocht donker (lage intensiteit), terwijl het op T2-gewogen beelden helder/wit (hoge intensiteit) verschijnt.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Q: Wat betekent hypoechogeen op een echografie?

A

A: Hypoechogeen betekent dat een structuur donkerder verschijnt op een echografie doordat het minder echogeniciteit heeft, wat kenmerkend is voor vocht, ontstoken weefsel, en bloed.

17
Q

Q: Wat betekent hyperechogeen op een echografie?

A

A: Hyperechogeen betekent dat een structuur helderder of witter verschijnt op een echografie doordat het een hogere echogeniciteit heeft, zoals bij bot, calcificaties, en fibrotisch weefsel.

18
Q

Q: Welke structuren zijn vaak hypoechogeen op echografie?

A

A: Vocht (zoals oedeem), kraakbeen, bloed in de acute fase, en beschadigd weefsel zijn vaak hypoechogeen.

19
Q

Q: Welke structuren zijn vaak hyperechogeen op echografie?

A

A: Bot, calcificaties, vetzones, en littekenweefsel zijn vaak hyperechogeen.

20
Q

Q: Wat is het verschil in signaalintensiteit van vocht op T1- versus T2-gewogen beelden?

A

A: Op T1-gewogen beelden heeft vocht een lage intensiteit (donker), terwijl het op T2-gewogen beelden een hoge intensiteit (helder/wit) heeft.

21
Q

Belangrijk voor tt:

Behandelplan bij jumpers knee?

A

Patient educatie:
- Verwachtingsmanagement
- Blessure uitleg
- Psychosociale factoren

Oefentherapie
- Kracht oefening
- Progressief programma
- Persoonlijk programma