Practicum: beeldvorming peesblessures – echografie en MRI Flashcards
Q: Wat zijn de klinische diagnostische criteria voor tendinopathie?
A: Lokale pijn en een duidelijke relatie tussen de pijn en belasting
Q: Welke rol speelt echografie in de diagnose van patella tendinopathie?
A: Echografie helpt bij het identificeren van structurele veranderingen, maar de associatie met klachten en prognose is niet altijd duidelijk. Het kan ook gebruikt worden voor monitoring
Q: Wat is het doel van ‘no pain, no gain’ in excentrische oefentherapie?
A: Het doel is om collageensynthese te stimuleren, wat helpt bij het herstel van de peesstructuur
Q: Wat zijn de belangrijkste onderdelen van een behandelplan voor tendinopathie?
- Patiënteducatie
- belastingmanagement,
- oefentherapie
- psychosociale factoren
- verwachtingsmanagement
- uitleg over de blessure
Q: Wat zijn isometrische oefeningen en wat is hun doel bij tendinopathie?
A: Isometrische oefeningen houden in dat de spier aanspant zonder dat er beweging plaatsvindt in het gewricht. Bij tendinopathie helpen ze pijn te verminderen en corticale inhibitie tegen te gaan door stabiliteit te bieden zonder veel belasting
Q: Wat zijn isotonische oefeningen en hoe worden ze toegepast bij tendinopathie?
A: Isotonische oefeningen omvatten beweging waarbij de spier verkort of verlengt terwijl er een constante spanning wordt behouden. Ze worden gebruikt om kracht op te bouwen in de pees en spier, en helpen de belasting langzaam te verhogen
Q: Wat zijn plyometrische oefeningen en waarom zijn ze belangrijk voor herstel van tendinopathie?
A: Plyometrische oefeningen bestaan uit explosieve bewegingen zoals springen of sprinten, die kracht en reactievermogen verbeteren. Ze worden in de latere fasen van revalidatie gebruikt om de pees voor te bereiden op hoge impact belastingen
Q: Wat is het effect van isometrische oefeningen bij patella tendinopathie?
A: Isometrische oefeningen kunnen initieel helpen om pijn te verminderen en corticale inhibitie tegen te gaan
Q: Welke soorten oefeningen zijn effectief bij patella tendinopathie?
A: Isometrische, isotonische en plyometrische oefeningen, waarbij de intensiteit progressief wordt opgevoerd
Q: Wat betekent ‘Return to Sports’ percentages van 43% bij PTLE en 27% bij EET?
A: Dit verwijst naar de succespercentages van terugkeer naar sport na respectievelijk progressieve belastingsoefeningen (PTLE) en excentrische oefeningen (EET) bij patella tendinopathie
Q: Wat is de belangrijkste boodschap bij patiënteducatie voor tendinopathie?
A: Begrip over het blessuremechanisme en de noodzaak van een persoonlijk, progressief oefenprogramma om het herstel te bevorderen
OEfentherapie bij tendinopathie?
isotonisch, pijn >5? ismetrisch. Pijn <5? gewicht toevoegen, pijn nogsteeds <5? plyometrisch nog steeds pijn <5? return to sport
Q: Wat toont een T1-gewogen MRI-beeld voornamelijk?
A: T1-gewogen beelden tonen vetrijke structuren helder (wit) en vochtige structuren donker, waardoor het nuttig is voor het onderscheiden van anatomische structuren en vetrijke weefsels.
Q: Wat toont een T2-gewogen MRI-beeld voornamelijk?
A: T2-gewogen beelden tonen vochtige structuren helder (wit) en vetrijke structuren donker, vooral wanneer vetonderdrukking (fatsat) wordt toegepast, waardoor het nuttig is voor het detecteren van vocht en ontstekingen.
Q: Wat is het verschil tussen T1- en T2-gewogen MRI-beelden in de weergave van vocht?
A: Op T1-gewogen beelden verschijnt vocht donker (lage intensiteit), terwijl het op T2-gewogen beelden helder/wit (hoge intensiteit) verschijnt.