HC: Tapen Flashcards

1
Q

Wat is tapen?

A

Tapen is een functionele verbandtechniek, waarbij door het correct en doelmatig
aanbrengen van (verschillende vormen van) tape, anatomische structuren kunnen worden ontlast en ondersteund

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Regels tapen?

A

Belangrijkste regels:
1. Het aanbrengen van een tape mag nooit een automatisme zijn.
2. Een helder inzicht en kennis van anatomische structuren en functionele mechanismen van het
bewegingsapparaat zijn een absolute noodzakelijkheid.
3. Elke tape is individueel.
4. Anamnese vooraf is belangrijk (allergieën, stollingsstoornissen, lymfeafvoerstoornissen, etc.).
5. Nooit een tape aanleggen zonder kennis van de aandoening/blessure.
6. Juiste keuze van materiaal.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Actief of passief bescherming?

A

Tape beschermt en ondersteunt zowel passief als actief (onbewust reflectorisch en
neuromusculair) de gewrichten en het weefsel

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Welke soorten tape?

A
  • Niet elastisch
  • Elastisch
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Kenemrken elastische tape?

A
  • Afhankelijk van de locatie en toepassingsbereik, wordt de tape uitgerekt en dan
    aangebracht. In de regel 25-75% op rek.
  • Ook hier geldt: heldere indicatie en diagnose, functiecontrole van de geblesseerde
    structuren en controle van het functionele verband na aanleggen.
  • Elastische tape slechts éénmalig plaatsen.
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Samenvatting tape?

A

Samenvattend:
- Tape heeft een stabiliserend, beschermend effect.
- Tape stabiliseert actief en passief de structuren van het bewegingsapparaat.
- Tape preventief en therapeutisch ondersteund en ontlast.
- Tape tijdelijk immobiliseert en pijnlijke eindgradige bewegingen verhindert.
- Tape een selectieve invloed heeft op gewrichten.
- Tape functionele beweging en belasting toe staat.
- Tape comprimerend werkt op pathologische weefselreacties.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q
A
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly