HC: Waardoor kunnen blessures tot chronische pijn leiden? Flashcards

1
Q

Q: Wat zijn de overlappunten tussen sportgeneeskunde en revalidatiegeneeskunde?

A

A: De overlap omvat:

  • Bewegen
  • Exercise = medicine
  • Pijn
  • Parasport
  • Letsel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
2
Q

Q: Welke drie pijlpunten van revalidatie vereisen soms advies van een sportarts?

A
  • Fysieke belastbaarheid
  • Leerbaarheid
  • Trainbaarheid
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
3
Q

Q: Wat zijn de verschillende soorten chronische pijn van het bewegingsapparaat?

A
  • primaire pijn
  • Secundaire pijn
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
4
Q

Q: Wat is primaire pijn van het bewegingsapparaat?

A

A: Primaire pijn is pijn die direct gerelateerd is aan een specifieke blessure of aandoening van het bewegingsapparaat, zoals een verstuiking, fractuur of slijtage van gewrichten. Deze pijn heeft vaak een duidelijke oorzaak en is meestal te herleiden naar een fysieke schade of aandoening.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
5
Q

Q: Wat is secundaire pijn van het bewegingsapparaat?

A

A: Secundaire pijn is pijn die voortkomt uit een andere aandoening of complicatie, niet direct gerelateerd aan een letsel. Dit kan ontstaan door compensatie van andere spieren of gewrichten, bijvoorbeeld door overbelasting of een verkeerde houdingsmechanisme. Secundaire pijn kan ook psychosomatische elementen bevatten, waar emotionele of psychologische factoren een rol spelen in de ervaring van de pijn.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
6
Q

Q: Wat is pijn?

A

A: Pijn is een onprettige sensorische en emotionele ervaring, geassocieerd met daadwerkelijke of potentiële weefselschade. Het is persoonlijk en wordt beïnvloed door biologische, psychologische en sociale factoren.

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
7
Q

Q: Hoe is pijn ingedeeld?

A

A: Pijn kan worden ingedeeld in:

  • Acuut vs. chronisch
  • Adaptief vs. maladaptief
  • Nociceptisch vs. neuropathisch
  • Fysiek vs. psychisch
  • Echt vs. onecht
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
8
Q

Q: Wat zijn de kenmerken van acute pijn?

A
  • Geassocieerd met weefselschade
  • Normaal fysiologisch proces (perifere sensitisatie)
  • Beschermingsmechanisme voor herstel
  • Verdwijnt na weefselherstel
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
9
Q

Q: Wat zijn de kenmerken van chronische pijn?

A
  • Geen weefselschade
  • Abnormaal proces (centrale sensitisatie)
  • Hyperalgesie (pijn bij normale beweging) of allodynie (pijn bij normale aanraking)
  • Maladaptieve mechanismen, zoals wind-up principe en veranderde connectiviteit in de hersenen
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
10
Q

Q: Wat zijn de factoren die een negatieve invloed hebben bij langdurige pijn?

A
  • Predisponerende factoren
  • Luxerende factoren
  • Onderhoudende factoren
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
11
Q

Q: Wat zijn behandelstrategieën voor chronische pijn?

A
  • Analyse van pijn
  • Pijneducatie (biopsychosociaal)
  • Pijnverlichting (medicamenteus of anders)
  • Verbeteren van activiteiten/participatie (bijvoorbeeld graded activity)
  • Leefstijlverbetering (slaap, gewicht, voeding, beweging)
  • Zelfmanagement
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
12
Q

Q: Wat zijn de behandelthema’s bij chronische pijn?

A
  • Piekbelasting en dagstructuur
  • Interpretatie van lichaamssignalen
  • Opbouw van conditie en activiteiten
  • Participatie in werk en huishouden
  • Energiebeheer en keuzes maken
  • Interactie met de omgeving
  • Lichaamsbeweging en sport
  • Leefstijl
  • Seksualiteit
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
13
Q

Q: Wat is de aanpak voor lichamelijk onderzoek bij liesblessures?

A

A: Onderzoek van de adductoren en iliopsoas spieren door middel van:

  • Palpatie
  • Weerstandstesten
  • Rektesten
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
14
Q

Wat is cirkel van Loeser?

A
  • Pijngedrag
  • Pijnbeweging
  • Pijngewaarwording
  • Nociceptie
How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
15
Q

Q: Wat is nociceptie?

A

Nociceptie is het proces waarbij pijnreceptoren (nociceptoren) in het lichaam prikkels detecteren die mogelijk schade veroorzaken, zoals een verwonding of een intense temperatuurverandering.

Deze pijnsignalen worden doorgegeven aan het ruggenmerg en de hersenen, die deze informatie interpreteren als pijn​

How well did you know this?
1
Not at all
2
3
4
5
Perfectly
16
Q

Q: Wat zijn predisponerende factoren bij chronische pijn?

A

A: Predisponerende factoren zijn de onderliggende eigenschappen of omstandigheden die iemand kwetsbaar maken voor het ontwikkelen van chronische pijn. Dit kan genetische aanleg zijn, eerdere letsels, of langdurige stress. Ze verhogen het risico, maar veroorzaken de pijn niet direct.

17
Q

Q: Wat zijn luxerende factoren bij chronische pijn?

A

A: Luxerende factoren zijn de directe aanleidingen of triggers die de pijn in gang zetten. Dit kan een specifieke gebeurtenis zijn, zoals een ongeluk, plotselinge overbelasting of een ziekte, die de latente predisponerende factoren activeert en de pijn doet ontstaan.

18
Q

Q: Wat zijn onderhoudende factoren bij chronische pijn?

A

A: Onderhoudende factoren zijn de omstandigheden die ervoor zorgen dat de pijn blijft bestaan of erger wordt, zelfs nadat de oorspronkelijke oorzaak is verdwenen. Voorbeelden zijn inactiviteit, aanhoudende stress, slechte slaap, of verkeerde houdingspatronen. Deze factoren bemoeilijken het herstel en houden de pijn in stand.

19
Q
A